Willekeur breekt ME-patiënten op
Door het ontbreken van een algemene richtlijn voor ME, moeten de patiënten een gevecht met 'de instanties' aangaan, menen P....
ALS PATIENT met het chronische-vermoeidheidssyndroom of ME heb je het niet makkelijk. Tijdens het eerste ziektejaar wordt loon niet altijd doorbetaald. Je kunt worden ontslagen op grond van werkweigering zonder recht te hebben op een werkloosheidsuitkering.
Als je uiteindelijk bent aangewezen op een bijstandsuitkering, krijg je geen vrijstelling van sollicitatieplicht. Bovendien wordt je uitkering gekort als je je niet beschikbaar stelt voor werk of als je niet solliciteert. En als klap op de vuurpijl maak je ook bijna geen kans om een WAO-uitkering te krijgen.
Het hoogste rechtscollege in sociale-verzekeringszaken, de Centrale Raad van Beroep, heeft bepaald dat je met vage medische klachten geen recht hebt op een uitkering die voortvloeit uit de Ziektewet of uit de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO): 'Een WAO'er moet door een rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om met arbeid te verdienen.'
Hiermee druist de Centrale Raad in tegen de Richtlijn Medisch Arbeidsongeschiktheidscriterium die vorig jaar door het ministerie van Sociale Zaken is uitgevaardigd. Die richtlijn geeft aan hoe verzekeringsartsen moeten handelen bij 'onduidelijke' medische aandoeningen zoals myalgische encephalomyelitis (ME), repetitive strain injury (RSI, een beroepsziekte die zich kan voordoen bij steeds herhaalde bewegingen), fibromyalgie (een reumatische aandoening in de weke delen van het lichaam) en whiplash: 'Wanneer er geen lichamelijke of psychische oorzaak van de klachten is gevonden, mag dit geen reden zijn om de aanwezige beperkingen te onderschatten of te negeren.'
Het is volgens de richtlijn niet de bedoeling om mensen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit te sluiten omdat de geneeskunde geen verklaring voor hun klachten kan vinden. Een arts hoeft niet per se een ziekte vast te stellen, maar hij moet kijken of iemand niet meer volledig functioneert.
Volgens staatssecretaris De Grave (Sociale Zaken) heeft de richtlijn de status van dwingend voorschrift aan de uitvoeringsinstellingen gekregen. Toch moet de Centrale Raad van Beroep die richtlijn naast zich neerleggen om zich aan de wet te kunnen houden. In uitspraken van 12 maart en 24 juli dit jaar stelt de raad daarom zich 'niet zonder meer aan de richtlijn gebonden te achten'.
Opmerkelijk is trouwens dat ook de Nederlandse Vereniging van Verzekeringsgeneeskundigen (NVVG) deze gang van zaken betreurt. Hoewel zij door patiënten vaak als boemannen worden beschouwd, luidt hun commentaar nu: 'Wij vinden dat veel ME-patiënten wél recht hebben op een uitkering, ook al zijn de klachten niet altijd medisch te staven. Wanneer de rechter de uitkering onmogelijk maakt, staan zowel de ME-patiënten als de verzekeringsartsen in de kou' (NRC Handelsblad, 9 augustus 1997).
Als de richtlijn een wettelijke status krijgt, kunnen de 'rechters' van de Centrale Raad van Beroep hem niet meer ter zijde schuiven. Toch betwijfelt het LISV, de uitvoeringsorganisatie van sociale wetten, of dat helpt. De richtlijn biedt artsen namelijk nog steeds de mogelijkheid om ieder geval apart te beoordelen. Maar in zijn afweging ziet het LISV over het hoofd dat een wettelijke status van de richtlijn de kans verkleint dat artsen simpelweg nee verkopen omdat ze geen oorzaak van de vermoeidheid kunnen vinden.
Er is geen steekhoudende reden om te vrezen dat een te soepele houding ten opzichte van ME-patiënten leidt tot een nieuwe stroom WAO'ers. Volgens de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid ontvangt op dit moment de helft van de naar schatting 20.000 ME-patiënten ten onrechte geen arbeidsongeschiktheidsuitkering. Op het totaal van de WAO-uitkeringen vormen zij een bijna verwaarloosbare groep. Bovendien zal ook mét de richtlijn nooit de situatie ontstaan dat iedereen die zich met vage klachten bij de huisarts meldt een uitkering krijgt.
Helaas zijn niet alle problemen spoedig te verhelpen die ME-patiënten en andere mensen met nauwelijks objectiveerbare medische aandoeningen tegenkomen in hun strijd met 'de instanties'. Maar het tot wet verheffen van een richtlijn mag geen jaren kosten. Daarom pleiten wij voor het nemen van snelle wettelijke maatregelen die leiden tot volledige naleving van de Richtlijn Medisch Arbeidsongeschiktheidscriterium. Uiteraard mag in die maatregelen het rechtzetten van onterechte en discriminerende beoordelingen uit het verleden niet ontbreken.
Pieter van der Straaten is student econometrie aan de Universiteit van Amsterdam, hij herstelt van ME. Karin Seydell is student theologie aan de Universiteit van Amsterdam.