ANALYSEhoreca en corona
Wéér die horeca dicht – maar waarom eigenlijk?
Nog geen 5 procent van alle herleidbare besmettingen vindt plaats in de horeca. Toch doet het kabinet de cafés en restaurants tijdelijk dicht, om het virus te keren. Waarom eigenlijk?
1. Omdat de horeca wel degelijk aantikt
Kijk naar de resultaten van het bron- en contactonderzoek van de GGD’s, en de afgelopen tijd waren er maar zo’n 150 tot 170 personen per week die hun besmetting opliepen in een horecagelegenheid.
Dat valt best mee. Zeker als je bedenkt dat ons land volgens de laatste cijfers haast 70 duizend bars, restaurants en andere horecagelegenheden telt. Het lijkt wel of het kabinet maar wat doet en de horeca tot zondebok maakt, klaagt Koninklijke Horeca Nederland dan ook luidkeels.
Maar dat is niet helemaal terecht. Ook op andere plekken waar veel besmettingen plaatsvinden, zoals tussen familie of vrienden (20 procent), op het werk (11 procent) en de sportclub (4 procent), haalt men de teugels aan. In het rijtje besmettingshaarden sinds juli staat de horeca op plaats zes, net achter de sportvereniging.
En dat is als de cijfers niet bedriegen, zegt hoogleraar theoretische epidemiologie Hans Heesterbeek (Universiteit Utrecht). ‘Het bron- en contactonderzoek van de GGD’s geeft immers alleen maar een beeld van de besmettingen waarvan men de bron kan achterhalen. Maar bij driekwart lukt dat niet. Het is de vraag of die kwart waarvan we het wel weten wel zo’n goede steekproef is.’
De voortekenen zijn slecht. In de VS ontdekten wetenschappers dat positief geteste mensen gemiddeld twee keer zo vaak in de periode daarvoor in een horecagelegenheid waren geweest dan negatief geteste mensen. Veelzeggend is ook een analyse van de GGD-cijfers, vorige week door omroep BNR. Van alle horecamedewerkers die zich sinds juni lieten testen op corona, was zo’n 5 procent positief – de hoogste score van alle beroepsgroepen.
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
2. Omdat, als het mis gaat, het vaak ook goed mis gaat
Het gebeurde in Van Rijn, gemoedelijk studentencafé in Nijmegen. Liefst 51 bezoekers bleken er vorige maand besmet, van wie 19 op één avond, volgens de gemeente omdat men er de coronaregels niet goed naleefde. Dat breekt het record van café de Kleine Beurs in Hillegom, waar in juli 31 mensen besmet raakten.
Horecagelegenheden zijn vanuit epidemiologisch oogpunt probleemplekken, omdat hun doel (mensen bijeenbrengen) haaks staat op wat de ziektebestrijding beoogt (mensen uit elkaar houden). Een mondkapje ophouden kan niet. En afstand houden voelt er toch wat tegennatuurlijk, zeker na een paar borrels.
En echt pijnlijk wordt het als er dan een ‘superverspreider’ binnenstapt, iemand die toevallig extreem veel virus aanmaakt of gewoon extreem sociaal is. In een analyse van 1.222 coronaziekteclusters, uitgevoerd door de GGD’s, staat de horeca op de tweede plaats, na studentenverenigingen. Gemiddeld telt een cluster (keten van besmettingen) er tien geïnfecteerden. En het grootste cluster rondom een horecagelegenheid, de GGD wil niet zeggen welke, dijde uiteindelijk uit tot liefst 342 besmettingen.
3. Omdat de horeca soms de lont in het kruitvat is
In Nijmegen duurde het even voordat de GGD de uitbraak in het studentencafé op het spoor kwam. Reden: sommige bezoekers kwamen van ver, werden getest in een andere GGD-regio, en buitelden zodoende eerst een paar rondjes door de papiermolen voordat men doorhad dat de besmettingen naar het café leidden.
Ook dat is een onhebbelijkheid van de horeca, vanuit de virusbestrijding gezien: restaurants en bars brengen mensen op de been. ‘En juist als je een uitbraak wilt bestrijden, is het van belang om de mobiliteit van mensen zoveel mogelijk in te perken’, zegt Heesterbeek.
Dat geldt in de huidige situatie misschien nog wel meer, zegt infectieziektemodelleur Quirine ten Bosch (Wageningen Universiteit). ‘Het is inmiddels al iets verschoven, maar de motor, die het meeste bijdraagt aan de verspreiding, zit bij de jongeren. En de kroegen sluiten raakt jongeren nu eenmaal meer dan ouderen’, zegt Ten Bosch.
Zeer opvallend in de GGD-clusteranalyse: in augustus leefde de uitbraak het eerst op bij vooral de twintigers en dertigers rond onder meer horecagelegenheden. Daarna pas kwamen de besmettingen binnenshuis: een teken dat kleine uitbraakjes in de horeca, samen overigens met vakanties en de werkplek, belangrijke vonkjes waren die de epidemie weer hebben laten ontvlammen.
‘Over het algemeen gaat het gewoon om: beperk de mobiliteit en doe even geen grote groepen’, zegt Heesterbeek. ‘En ik vind dertig mensen best al veel.’
Lees ook
Lockdown funest voor economie? Soms is niks doen erger, menen steeds meer economen
De strenge aanpak waarmee het kabinet dinsdagavond komt, zou rampzalig zijn voor de economie. Maar deskundigen beginnen te twijfelen over de gevolgen van bijvoorbeeld een lockdown. ‘Ook zonder maatregelen zal de economie hard geraakt worden.’
Coronawet met ruime meerderheid aangenomen door Tweede Kamer
De veelbesproken coronawet is aangenomen door de Tweede Kamer. Een ruime meerderheid stemde dinsdag voor de wet, die het huidige coronabeleid van een stevigere juridische basis moet voorzien.
Zeven experts kraken de coronacommunicatie van het kabinet – en zeggen hoe het beter kan
Communicatieprofessionals zijn het eens: het kabinet heeft de coronacrisis veel te lang benaderd als een medisch probleem. ‘Vanaf de zijlijn kritiek geven is natuurlijk makkelijk’, zegt hoogleraar risicocommunicatie Daniëlle Timmermans van het Amsterdam UMC, ‘maar er zijn dingen fout gelopen die voor communicatie-experts echt vanzelfsprekend zijn.’ We zetten de adviezen op een rij.