'We stevenen af op een megahack waarbij we beseffen hoe kwetsbaar we onszelf maken'
Bedrijven als Facebook en Google veranderen ons in oppervlakkige internetjunkies en bedreigen de democratie, waarschuwt de Amerikaanse journalist Franklin Foer in zijn boek Ontzielde Wereld. 'We moeten in verzet komen. Nu het nog kan.'
Opeens dat besef: dat je iemand aan het worden bent die je niet wilt zijn. Het is 2012 en de Amerikaanse journalist Franklin Foer krijgt een nieuwe baas.
Diens naam: Chris Hughes, 28 jaar, miljonair. Een jonge man die een studentenkamer deelde met Facebook-oprichter Mark Zuckerberg en mede-oprichter is van het wereldwijde vriendennetwerk.
Dat er iets moet veranderen bij Foers tijdschrift, New Republic, is wel duidelijk. De oplage van het intellectuele blad over politiek en literatuur keldert al jaren, zoals bij zoveel gedrukte media. Hughes koopt het tijdschrift als prestigeproject, bombardeert zichzelf tot hoofdredacteur en wil de kwaliteitsjournalistiek van New Republic rijp maken voor het beeldschermtijdperk.
Clicks, daar zal het voortaan om draaien. Want zonder clicks geen bezoekers op de website. En zonder bezoekers op de website geen advertentie-inkomsten. 'We moesten ons elitaire denken overboord gooien en de grote massa in hun eigen omgeving tegemoet treden', zegt Foer, via Skype vanuit een hotelkamer in Californië, waar hij is voor de promotie van zijn boek Ontzielde Wereld: de existentiële dreiging van Big Tech. Van 18 tot 21 oktober bezoekt hij Nederland voor lezingen en interviews.
Waar je die massa's vindt vandaag de dag? Op Facebook natuurlijk, met wereldwijd 2 miljard gebruikers die minimaal één keer per maand inloggen. De New Republic nieuwe stijl krijgt een datagoeroe die de journalisten helpt om clickhits te genereren. Die datagoeroe houdt scherp in de gaten welke onderwerpen populair zijn op Facebook.
Iedereen heeft het over de advertenties van de Super Bowl: hoe kunnen we daarop aansluiten?
Iedereen heeft het over dat restaurant dat geen varkensvlees meer serveert: wat doen wij daarmee?
Foer is niet ongevoelig voor de drang om een groot publiek te bereiken. Hij raakt verslaafd aan Chartbeat, een website waarop journalisten realtime zien hoeveel lezers hun online-artikelen lezen. De godganse dag tuurt hij naar de metertjes. Direct na het ontwaken. Tijdens het tandenpoetsen. Op de wc. Scoor ik wel een hit? Ga ik wel viral? Besta ik wel?
Maar dan dat besef: dat je iemand aan het worden bent die je niet wilt zijn. Dat je je werkinhoud niet wil laten leiden door een Facebook-algoritme. Dat er belangrijkere dingen zijn om te schrijven dan een semi-intellectuele analyse van de laatste reclames van de Super Bowl.
Foer vertrekt bij de New Republic, net als een groot deel van de redactie. Hij begint aan een boek over een onderwerp dat hem na aan het hart ligt: hoe een handvol grote techbedrijven ons leven radicaal verandert. Niet alleen het leven van journalisten zoals hij, maar van iederéén. Die techbedrijven hebben, aldus Foer, een wereld gebouwd waarin we voortdurend worden bekeken en afgeleid. Eerst met de mobieltjes, maar de nieuwsgierigheid van Big Tech naar ons leven is onstilbaar. Steeds verder rukken de apparaatjes op, met horloges die onze lichaamsfuncties 24 uur per dag uitlezen en de komst van digitale praatpalen die meeluisteren in het huishouden.
De macht van de grote vier Facebook, Google, Apple, Amazon neemt angstaanjagende vormen aan, vindt Foer. 'We moeten in verzet komen. Nu het nog kan.'
Loopt u niet wat hard van stapel? Met Facebook blijven we in contact met vrienden, het is gebruiksvriendelijk, het kost ons niks. Handig toch?
'Facebook heeft absoluut grote voordelen. En die mobieltjes die we allemaal bij ons dragen zijn prachtige, krachtige uitvindingen die onze mogelijkheden gigantisch vergroten. Ik ga echt niet zeggen: gooi die iPhone maar in de wc. Maar naast die voordelen moeten we ons ook bewust worden van het gevaar van een monopolie van een paar grote techbedrijven die ons gedrag continu meten en analyseren, en een steeds grotere rol krijgen in onze informatievoorziening.
'Onlangs is in mijn land een racistische, haatzaaiende president aan de macht gekomen en Facebook speelde hierbij een zeer dubieuze rol. Kwaadwillenden manipuleerden de verkiezingen, onder meer door nepnieuws over 'corrupte Hillary' te creëren. Ze gebruikten de mechanismen van Facebook om die nepberichten als een virus rond te laten gaan.
'Alleen al dat viral gaan werkt statusverhogend in de wereld van sociale media. Bovendien bereikt dergelijk nepnieuws door de algoritmen van Facebook precies die mensen die er het meest vatbaar voor zijn. Puur op basis van je vrienden en je likes verschijnt het op een prominente plek op je scherm: dit is écht iets voor jou. Het is een omgeving waarin geruchten en samenzweringen extreem goed gedijen.'
(Facebook erkende onlangs na eigen onderzoek dat kwaadwillenden de Facebook-algoritmen tijdens de Amerikaanse verkiezingen inderdaad misbruikten om nepnieuws te verspreiden. Het bedrijf is van mening dat die nepberichten geen grote invloed hadden op de verkiezingsuitslag. - red.)
Om deze interviewafspraak te maken, mailde u vanaf een Gmail-account. Zit u ook op Facebook?
'Ja.'
Is dat niet raar voor iemand die deze bedrijven als een bedreiging van de democratie ziet?
'Om ergens kritisch naar te kunnen kijken, moet je snappen hoe het werkt. Toen ik met Facebook begon, zette ik er een foto op van mijn dochter. Direct sloeg de schaamte toe. Je denkt dat je iets aan je vrienden laat zien. Maar tegelijkertijd geef je met zo'n actie intieme informatie weg aan een almaar uitdijend, monopolistisch techbedrijf. Nu gebruik ik Facebook alleen om mijn boek te promoten, en af en toe kijk ik naar berichten van vrienden.'
Hoe zit het met uw eigen filterbubbel?
'O, die heb ik zeker. In mijn vrienden- en kennissenkring is de haat tegen Trump zó groot dat elk bericht dat hem ook maar een beetje verbindt aan de Russen gretig wordt gedeeld. Dat is het probleem met informatievoorziening via Facebook en sociale media: je zit in een feedback-loop die je continu bevestigt in wat je al denkt. Facebook ontneemt je de kracht om te pauzeren, rustig na te denken of om zaken van een andere kant te bekijken. We moeten ook beseffen: die grote techbedrijven zijn niet neutraal, hoe clean zo'n zoekvenster van Google ook oogt.'
De Europese Commissie gaf Google onlangs een megaboete van 2,4 miljard euro voor het misbruiken van zijn machtspositie. Het zou de eigen dienst Google Shopping in de zoekresultaten voorrang geven ten opzichte van andere sites die prijsvergelijking van producten aanbieden.
'Uitstekend dat Europa zich hier druk om maakt. Dit is namelijk precies wat ik bedoel. Techbedrijven vechten net als elk ander bedrijf voor hun eigen financiële belangen. Alleen is de macht van techbedrijven zo groot dat ze zich onaantastbaar wanen. Neem Amazon. Dat betaalt minder dan de helft van de belasting dan concurrent Walmart (de Amerikaanse warenhuisketen, opgericht in 1962 red.). De techbedrijven halen alles uit de kast om zo min mogelijk belasting te betalen, bijvoorbeeld door bij lokale autoriteiten te dreigen zich elders te vestigen en werkgelegenheid weg te nemen, of met onontwarbare constructies in belastingparadijzen.'
Tekst gaat verder onder de illustratie.
U maakt zich zorgen over de monopoliepositie van bedrijven als Facebook en Amazon. Maar de wet van het internet luidt toch dat iedere whizzkid in een garage de grootmachten omver kan werpen? Yahoo, Hotmail: ooit dominant, maar waar zijn ze nu?
'De macht van de huidige techbedrijven is zoveel groter dan die van internetbedrijven destijds. Inmiddels weten bedrijven als Google, Facebook en Amazon álles van ons. Welke reizen we dagelijks maken, wie onze vrienden zijn, welke producten we kopen. Al die informatie kunnen ze gebruiken om ons te sturen en om hun eigen positie verder te versterken. Daar kan geen start-up meer tegenop.
'Facebook investeert nu miljarden in virtual reality. Dat wordt de volgende stap, dat mensen zich met hun zintuigen compleet onderdompelen in een door een techbedrijf gecreëerde wereld. Dan hebben ze ons nog verder in hun macht. Langzaam maar zeker zijn we cyborgs aan het worden, waarbij we als mensen integreren met machines. Dat gebeurt nú al: we gebruiken de cloud als ons geheugen, navigeren door achter Google Maps aan te lopen. Misschien dat sommige mensen het gevaar niet inzien van zo'n innige verstrengeling met machines. Maar besef wel: je versmelt niet alleen met die machines, maar ook met de bedrijven die die machines beheren.'
U maakt zich grote zorgen over onze privacy. Maar er zijn ook hordes mensen die daar hun schouders over ophalen, met het argument 'ik doe niks illegaals, ik heb niks te verbergen'.
'Een naïef argument. Ook als je niks illegaals doet, kan veel informatie die je online weggeeft of achterlaat tegen je gebruikt worden.'
Onlangs was in het nieuws dat de Amerikaanse regering de IP-adressen probeert te verkrijgen van 1,3 miljoen bezoekers aan een anti-Trumpwebsite. Om de rillingen van te krijgen?
'Wel als die mensen vervolgens een rode vlag achter hun naam krijgen en moeilijker een baan bij de overheid kunnen krijgen. Gelukkig is het nog niet zover. Maar ik denk wel dat we met z'n allen afstevenen op The Big One: een megahack waarbij we ineens beseffen hoe kwetsbaar we onszelf gemaakt hebben. Dat we op onze digitale bankrekeningen kijken en ineens blijkt ons geld weg te zijn. Of dat een hacker informatie openbaar maakt die relaties en huwelijken op scherp zet. Dat je ineens kunt zien hoe vaak je vriendin op Facebook kijkt naar de profielpagina van haar ex, of dat je van je man kunt zien op welke termen hij zoekt op pornosites.'
Sleepwet
Met de nieuwe sleepwet is er ook in Nederland geen enkele garantie op privacy meer, vindt cultureel ondernemer Rob van den Hove. Want iedereen heeft iets te verbergen.
Hoe zit het nou precies met de 'sleepnetwet'? We leggen hem uit in 12 heldere vragen en antwoorden.
Kan zo'n megahack ook positieve gevolgen hebben, in de vorm van een wake-upcall?
'Dat denk ik wel. Vergelijk het met de financiële crisis van 2008, die in de Verenigde Staten leidde tot de lancering van het Consumer Financial Protection Bureau. Een megahack zou een vergelijkbare reactie van de overheid kunnen veroorzaken, door een sterke privacybeschermingsinstantie op te richten. Sommige zaken kun je niet ongereguleerd laten, omdat ze anders door de markt worden verwoest. Dat geldt voor het milieu, maar ook voor onze privacy.'
In uw boek beschrijft u nog een strategie om macht terug te winnen van de grote techbedrijven: weer papieren boeken lezen. Maar kijk om u heen in de gemiddelde treincoupé of koffietent. Dat is toch een grenzeloos naïeve gedachte?
'Ik noem het zelf liever een romantische gedachte. Natuurlijk zie ik ook wel dat papier flink terrein heeft verloren. Neem het hotel waar ik nu ben: vroeger kon ik mijn New York Times pakken in de lobby, nu moet ik de straat op om ernaar te zoeken. Maar ik doe dat met liefde, en ik ben echt niet de enige. De dood van het papieren boek is al vele malen voorspeld, maar nog nooit uitgekomen. Sterker: de verkoop van e-books in de VS stagneert, terwijl die van papier weer licht stijgt. Ik denk dat mensen hunkeren naar het opdoen van kennis zonder gestoord te kunnen worden, zonder het idee te hebben dat een of ander bedrijf met je mee kan kijken naar welke passages je markeert. Ik denk dat veel mensen in stilte en rust willen lezen, en dat alleen papier die geestestoestand kan oproepen.'
Een revolutie van onderaf? Burgers die zelf de grote techbedrijven de rug toekeren?
'Ja, dat zou mooi zijn. Ik put hoop uit de ontwikkeling die de voedingsmarkt doormaakt. In het begin vond iedereen het fantastisch, die diepvriespizza's en magnetronmaaltijden. Snel, goedkoop, lekker. Totdat we ons begonnen af te vragen: wacht eens even, wat is dit voor troep? We worden er dik van en we financieren een industrie die dieren in kleine hokken volpropt met antibiotica. De weerstand groeit tegen bedrijven die rotzooi in je mond stoppen. Laten we ons ook verzetten tegen techbedrijven die rotzooi in ons hoofd stoppen.'
Nog concrete tips voor mensen die willen afkicken van hun mobieltje?
'Het begint met zelfbeheersing. Als we een zak chips in de winkel zien, weten we dat het beter is om onszelf te beheersen, zelfs als die chips ongelooflijk lekker zijn. Dan moeten we onszelf toch ook kunnen aanleren om meer weerstand te bieden tegen de krachten die ons naar onze telefoon lokken. Ik heb zelf veel geleerd van Tristan Harris, een oud-werknemer van Google die de organisatie Time Well Spent begon. Hij heeft diverse tips om jezelf te weren tegen de tirannie van je telefoon. Bijvoorbeeld: neem je mobieltje nooit mee de slaapkamer in. En: zet zoveel mogelijk notificaties uit, zodat je telefoon niet de hele tijd aan het trillen en zoemen is, en zo je aandacht opeist. Dankzij zijn tips heb ik Facebook van mijn telefoon afgehaald. Als ik Facebook bezoek, doe ik dat alleen op mijn laptop. Dan beslis ik bewust dat ik er iets wil doen, in plaats van dat ik er haast onbewust naartoe ga als ik even moet wachten op een metro.'
Terug naar papier, de telefoon strippen van verslavende apps. Dénkt u dat mensen massaal uw voorbeeld zullen volgen? Of hóópt u het?
Na een lange stilte. 'Ik hoop het.'
Franklin Foer: Ontzielde Wereld de existentiële dreiging van Big Tech. De Bezige Bij; 272pagina's; € 22,99.
Franklin Foer geeft woensdag een lezing bij de Radboud Universiteit in Nijmegen (19.30 uur), vrijdag spreekt hij in de Centrale Bibliotheek Den Haag (20.30 uur).
'Macht van Facebook is niet voor eeuwig'
Volgens Franklin Foer zijn de monopolies van grote techbedrijven haast onaantastbaar geworden. Niet iedereen is het daarmee eens. Neem Arnold Smeulders, hoogleraar artificiële intelligentie aan de Universiteit van Amsterdam. 'Kijk naar de geschiedenis. Van de stoommachine tot de telefoon; telkens ontstaan er monopolies die almachtig lijken en later toch oplossen. Door nieuwe technische ontwikkelingen, of door een overheid die een groot bedrijf besluit op te knippen.'
Smeulders vindt bovendien dat Foer de techbedrijven te veel op één hoop gooit. Zo is de machtspositie van Facebook totaal anders dan die van Google, aldus de hoogleraar. 'Vriendennetwerken zijn voor een groot deel nationaal. Een app die goed rekening houdt met de lokale omstandigheden - in Nederland bijvoorbeeld speciaal voor voetbalfans, ik noem maar wat - zou zomaar kunnen uitgroeien tot een succesvol vriendennetwerk. Ook aan de opmars van WhatsApp zag je al dat Facebook er in no time een serieuze concurrent bij kan krijgen. Dat de autoriteiten het toestonden dat Facebook WhatsApp opkocht vind ik dan ook een gemiste kans. De overheid had hier een stokje voor kunnen steken, zodat er nu twee grote spelers waren geweest in de markt van vriendennetwerken.' De macht van Google is volgens Smeulders wél moeilijk te doorbreken. 'Kennis is internationaal. Zoekmachines leren van zoekopdrachten en grootschalig is daar beter. De concurrentie heeft daar echt een serieuze achterstand die moeilijk is in te halen, maar ook dat zal gebeuren.'
Lees verder onder de grafieken.
Foer, zegt u? Die naam...
Bij sommige lezers zal de naam Foer een belletje doen rinkelen. Zo is Jonathan Safran Foer (1978) bekend van internationale bestsellers als Alles is Verlicht en Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij. En er is ook nog Joshua Foer (1982), de Amerikaanse geheugenkampioen die furore maakte met zijn boek Het Geheugenpaleis.
Allebei jongere broers van Franklin Foer (1974), naar eigen zeggen 'het meest verlegen van de drie'. Om hem minder timide te maken, vroegen zijn ouders Franklin om bij het avondeten presentaties te geven over vragen als 'wat is de zin van het leven?' en 'wat is er belangrijk aan het hebben van broers of zussen?'.
Franklin Foer: 'Dan hield ik een heel verhaal dat broers belangrijk zijn als maatjes en om competitie mee te voeren, om vervolgens het zwijgen te worden opgelegd door de 5-jarige Joshua, die riep 'Het belangrijkste van broers en zussen is dat ze een enorme vagina hebben!''
Hoewel drie schrijvende broers het beeld oproepen van een vader en moeder die de kinderen al vanaf de kleuterleeftijd colleges creative writing gaven, verzekert Franklin Foer dat er geen druk is uitgeoefend om schrijver te worden. 'We mochten vaak zelfs ongelimiteerd tv kijken. Wel haalden mijn ouders één slimme opvoedkundige truc uit die bij ons de liefde voor boeken aanwakkerde. Op een zekere leeftijd kregen we alledrie een creditcard die we mochten gebruiken bij noodgevallen. Er was één uitzondering: de boekhandel, daar mochten we altijd alles kopen wat we maar wilden.'