ColumnDe week in wetenschap
Voor wie is wetenschapsnieuws in de media eigenlijk bedoeld?
Een collega-wetenschapsredacteur van een andere krant gaf het ooit ruiterlijk toe: de eerste alinea van zijn nieuwsverhalen maakte hij met opzet extreem technisch. Vol amonizuren, retrograde transcripties en ander jargon. Zeg maar gerust onbegrijpelijk, ook voor lezers zoals ik.
Maar dat had een doel. Op die manier wist hij namelijk precies tegen wie hij het bij het schrijven van zo’n artikel had. Geen argeloze lezers die van toeten noch blazen weten, maar de academische professionals voor wie het betreffende wetenschappelijke nieuws vakmatig interessant kon zijn.
De kwarteeuw dat ik zelf bij de Volkskrant heb mogen werken heb ik dat altijd een onbegrijpelijke benadering van het wetenschapsnieuws in een dagblad gevonden. De krant is nou net níét de plek waar een professional zijn vakkennis moet opfrissen. Daarvoor zijn er de wetenschappelijke tijdschriften en vakbladen. De krant is er juist voor wie nog niks weet maar wel nieuwsgierig is.
Voor wie is ons wetenschapsnieuws? Nu ik vertrek bij de Volkskrant kan ik dat eigenlijk best onthullen. Lang hadden we als modellezer de moeder van Marc, destijds een collega op de wetenschapsredactie. Een oudere, laagopgeleide lezeres die uit loyaliteit aan haar zoon alles las wat we over wetenschap schreven. Aan ons als journalisten de schone taak om het ook voor haar begrijpelijk te houden.
Tegenwoordig is er tante Miep. Wie dat precies is, weet niemand. Maar ook zij is niet hoogopgeleid en houdt niet van onbegrijpelijk gedoe in haar krantje. Met professionele hulp van de redactie wil ze zich echter best verbazen en verwonderen, ook over de wetenschap.
Met mijn portefeuille vol duizelingwekkende bètazaken heb ik geregeld stukken van de eindredactie teruggekregen met de vraag of er een alinea twee voor tante Miep denkbaar was, waarin ik nog even opschreef waarom die wetenschappers eigenlijk naar die deeltjes keken, naar de sterren, naar priemgetallen en nanokarretjes, en waarom we zo’n quantumcomputer zouden willen hebben.
Tegenwoordig moet met elk onderzoek het energieprobleem worden opgelost, de honger de wereld uit geholpen en alle kanker uitgeroeid. Dat zou inderdaad fantastisch zijn, maar ik hield het meestal toch op een eerlijker tweede alinea. We bedrijven als mensheid wetenschap omdat we nieuwsgierig zijn naar hoe de wereld in elkaar steekt. Naar wie en wat we zijn. Naar waar we vandaan komen.
Dat begrijpen is mooi. Dat opschrijven een voorrecht. Dat lezen een feest, als het goed is.
Volkskrant-wetenschapsredacteur Martijn van Calmthout is vanaf 1 september hoofd communicatie bij deeltjeslab Nikhef in Amsterdam.