REPORTAGE
Voor Atlantikwall moest alles wijken
De Duitsers sloopten in WO II een deel van Den Haag voor hun verdedigingslinie. Met een wandelroute wordt de herinnering aan die periode levend gehouden.
Gesien Bruins (74) haalt een zakdoek uit haar handtas en veegt het paneel voor het Museon nog eens goed schoon. 'Nu doe ik dat nog', zegt ze lachend. Op deze plek stond vroeger de Kerk van de Heilige Martelaren van Gorcum, maar dat weet bijna niemand meer. Wel weten Hagenaren nog dat hier in de oorlog een kilometerslange strook liep van 300 meter breed, waarop geen huis meer overeind stond. Alles moest plaatsmaken voor de Atlantikwall, de Duitse verdedigingslinie tegen de geallieerden.
Om die herinnering levend te houden, bedachten Bruins en andere leden van de bewonersorganisatie in de wijk Duinoord een wandelroute langs 21 herinneringsplekken. Vorige week, bijna zeventig jaar na de bevrijding, werd de route officieel geopend, net als een tentoonstelling over de Atlantikwall in het Museon.
Plotseling verschil in bouwstijl
'Bezoekers verwonderen zich altijd over het plotselinge verschil in bouwstijl midden in de wijk, maar nergens wordt uitgelegd hoe dat zo is gekomen', zegt Jan Goossensen (66), een van de initiators. 'De jeugd begrijpt dus ook niet waarom het is zoals het is', voegt voorzitter Marc Scheidius (56) toe. 'Die kennis willen we doorgeven.'
De stichting kreeg subsidie om de route te markeren met panelen en een website, op voorwaarde dat uitbreiding volgt richting Kijkduin, Ockenburgh en Clingendael.
De herwaardering van de Haagse oorlogsgeschiedenis past in een trend van toenemende interesse voor oorlogsmusea en herinneringsplekken, zegt Max Meijer, secretaris van de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. De aangesloten instellingen, waaronder het Museon, trokken vorig jaar meer dan een miljoen bezoekers, 14 procent meer dan in 2013.
IJzeren ring om vesting Europa
Ter voorbereiding op een mogelijke invasie van de geallieerden vanaf zee begonnen de Duitsers in 1942 met de bouw van een 'ijzeren ring om de vesting Europa', van de Noorse kust tot de Spaanse grens.
Den Haag kreeg een extra grote vesting omdat rijkscommissaris Seyss-Inquart landhuis Clingendael als zijn residentie had gekozen. Ook de haven van Scheveningen kreeg extra bescherming. Ruim 135 duizend inwoners moesten verhuizen en meer dan drieduizend huizen, kerken, scholen en ziekenhuizen werden vernietigd.
Daarvoor in de plaats kwamen tankgrachten, geschutsposten en zware versperringen. De tankgracht door Den Haag was ruim 15 kilometer lang, de tankwal bijna 6 kilometer.
De derde generatie
'Je zou verwachten dat de oorlog langzaam uit beeld verdwijnt, maar het tegenovergestelde is waar', aldus Meijer. Hij meent dat 'de derde generatie' van na de oorlog weer op zoek is naar het oorlogsverhaal, omdat ze het vaak niet meer van opa en oma zelf kunnen horen.
Om die generatie te blijven boeien is het volgens Meijer van belang nieuwe manieren van presenteren te ontwikkelen, met andere thema's en verhalen. Daar lijkt ook geld voor te zijn. Vorig week stelde de gemeente Boxmeer 2,5 ton beschikbaar voor de vernieuwing van het Oorlogsmuseum in Overloon. De provincie Noord-Brabant draagt 7 ton bij.
De herinneringsroute Atlantikwall loopt vanaf Madurodam naar de Bloemenbuurt, langs de brede lanen en ruimtelijke flats die stadsarchitect Willem Dudok er na de oorlog liet verrijzen. 'Dudok wilde de oude situatie bewust niet herstellen. Hij gebruikte de loop van de verdedigingslinie om een nieuwe verkeersader aan te leggen', vertelt Scheidius.
Tanks
De grens tussen oude en nieuwe bebouwing is bijna nergens zo goed te zien als in de Obrechtstraat, die halverwege doodloopt op de zijkant van een kleine naoorlogse flat. In 1944 moesten alle huizen na dit punt worden verlaten, omdat ze in het schootsveld van de tanks kwamen te liggen. Om warm te blijven haalden de Hagenaren in de oorlogswinter al het hout uit de gebouwen, tot de trappen aan toe.
Als de drie initiatiefnemers hier het kersverse informatiepaneel nog eens bewonderen, komt een winkeliersstel hun beklag doen. 'Het is goed voor de bewustwording hoor, maar ik ben er niet blij mee dat de fietsenrekken zijn verplaatst. Die staan nu allemaal bij mij op de stoep', zegt de man.
Zijn vrouw had het paneel liever ook op een andere plek gezien. 'Een klein beetje overleg was wel aardig geweest', zegt ze. Bruins denkt er het hare van. 'We hebben het gewoon voorgelegd.'
Sperr-gebiet
Even verderop ligt de Nicolaistraat, die destijds de grens met het Sperr-gebiet markeerde. In 1944 kwam het gezin Gelderblom hier wonen, nadat hun huis in de Bomenbuurt ten prooi was gevallen aan de Atlantikwall. 'De huizen die grensden aan onze achtertuin waren allemaal verlaten en aan de voorkant dichtgemetseld', vertelt de nu 81-jarige Hans Gelderblom. Hij leverde een bijdrage aan de tentoonstelling in het Museon.
'Het was oorlogsgebied. De V1's en V2's werden vlak achter ons huis met een hels lawaai afgeschoten. Dat ging ook weleens mis, dan tuimelden ze terug. We telden altijd mee. Als het lawaai tien tellen aanhield, wisten we dat hij ver genoeg was.'
Grote oorlogsschade
Gelderblom is blij met de hernieuwde aandacht voor de Atlantik-wall. 'Als je iets van Den Haag wilt begrijpen, moet je weten hoezeer de oorlog de stad heeft aangetast. Na Rotterdam is Den Haag de stad met de grootste oorlogsschade.'
Zijn ouders hielden tijdens de oorlog een dagboek bij. Op 19 november 1942 schreven ze: 'De evacuatieplannen zijn in vollen gang. De hele Sportlaan is ontruimd, een akelig gezicht, al die lege huizen. De ene kant van het Stadhoudersplein is ook leeg. De mensen krijgen huizen aangewezen. Zieken, ouden-van-dagen en gepensioneerden worden in Gelderland en Overijssel ondergebracht. Het is toch erg als je je huis uit moet.'
De tentoonstelling Den Haag en de Atlantikwall is te zien in het Museon in Den Haag.