Nieuws
Verzekeraar haalt bakzeil in spiraaltjesruzie met huisartsen: ‘Vrouwen zouden proefkonijnen zijn geweest’
Een omstreden plan om huisartsen te verplichten tot het plaatsen van een nieuw, onbekend en goedkoper spiraaltje is van de baan. Zorgverzekeraar VGZ wilde de vertrouwde variant in de ban doen. Huisartsen kwamen in opstand, omdat de noodzakelijke training ontbrak.
VGZ heeft na nieuw overleg met de huisartsenverenigingen besloten om landelijke invoering van het goedkopere spiraaltje voorlopig op te schorten. Het komt zelden voor dat artsen met succes in het geweer komen tegen het zogeheten preferentiebeleid, de voorkeur van zorgverzekeraars voor het goedkoopste medicijn. VGZ is de op een na grootste zorgverzekeraar van Nederland, met ruim 4 miljoen verzekerden.
De controverse draait om Levosert, een hormoonspiraaltje van een Belgisch farmaceutisch bedrijf dat onlangs op de Nederlandse markt kwam. Op de officiële prijslijst is Levosert 17 cent goedkoper dan het aloude Mirena-spiraaltje, maar VGZ heeft een prijsafspraak gemaakt met de farmaceut. Het gebruik ervan zou ‘vele honderdduizenden euro’s’ goedkoper uitpakken, aldus VGZ. Zonder overleg met artsen kreeg dat nieuwe spiraaltje de voorkeur, de Mirena-spiraal zou vanaf volgend jaar niet meer worden vergoed.
De zorgverzekeraar had alleen een probleem over het hoofd gezien: een spiraaltje moet worden ingebracht met behulp van een apparaat en dat inbrengapparaat alsook de manier van inbrengen is bij Levosert anders. ‘Het is een handigheidje dat je moet leren’, zegt huisarts Hans Gimbel uit Heerhugowaard. ‘Dat is niet een kwestie van een paar keer proberen, want dan zijn de eerste vrouwen proefkonijn. Zo werken we niet in de geneeskunde.’
Stoel van de arts
Met hun vragen moesten de huisartsen zich bij de Belgische fabrikant melden, waar ze een training of een demonstratiemodel konden regelen. Het leidde tot verontwaardiging onder huisartsenverenigingen en boze brieven naar de zorgverzekeraar. Hier ging VGZ op de stoel van de artsen zitten en bepalen hoe zij een medische handeling moeten verrichten. Moesten de huisartsen nu in alle haast een cursus gaan volgen omdat de zorgverzekeraar wilde besparen?
Het NHG, de wetenschappelijke vereniging van de huisartsen, besloot het nieuwe spiraaltje niet op te nemen in de praktijkrichtlijnen. Zorgvuldigheid moet voorop staan, aldus het NHG, dat verwees naar incidenten waarbij in het verleden bepaalde typen spiraaltjes afbraken. De huisartsen zijn verantwoordelijk voor het goed inbrengen van een spiraaltje, verduidelijkt een woordvoerder, zij bepalen wat ze nodig hebben om zich daarvoor bekwaam te voelen. ‘Voor sommigen zal een video voldoende zijn, anderen willen oefenen met een demonstratiemodel, of onder begeleiding van een ervaren collega.’
Dat het nieuwe spiraaltje niet is opgenomen in de richtlijnen, maakt huisartsen extra voorzichtig, zegt Gimbel. Die richtlijnen geven immers de stand van de wetenschap weer en dat is de norm waaraan de huisarts wordt getoetst bij klachten.
Eigen risico
Er dreigde een scenario dat voor de zorgverzekeraar uiteindelijk duurder zou uitpakken: huisartsen wilden vrouwen die voor een spiraaltje op hun spreekuur kwamen doorsturen naar de gynaecoloog. Die is niet alleen veel duurder voor de zorgverzekeraar, vrouwen zijn in het ziekenhuis ook meteen hun eigen risico van 385 euro kwijt.
Na een eerste gesprek met de huisartsenverenigingen, twee maanden geleden, besloot VGZ het beleid toch door te voeren, maar daar ziet de zorgverzekeraar, na aanhoudende kritiek, nu van af. Eerst wordt met een groep huisartsen bekeken welke scholing zij nodig hebben en wat hun ervaringen met het nieuwe spiraaltje zijn, aldus een woordvoerder. Daarna wordt met de belangenorganisaties besproken of en wanneer het voorkeursbeleid op landelijk niveau wordt ingevoerd. VGZ heeft de huisartsen excuses aangeboden voor de gang van zaken.