Van seks krijg je zin
Een promovenda in Amsterdam ontrafelde het raderwerk van het seksuele verlangen...
Het is ongebruikelijk, maar in haar proefschrift Sexual Motivation noemt Stephanie Both in het dankwoord niet alleen collega's, kamergenoten, vrienden en naasten, maar ook de proefpersonen. Er werd van hen namelijk meer gevraagd dan in een doorsnee psychologisch experiment: '(. .) zich in het lab te laten opwinden, en vragen te beantwoorden over zoiets intiems als seksuele gevoelens en seksueel gedrag.'
In het hoofdgebouw van de Universiteit van Amsterdam gaat Both voor naar het lab waar deze onderzoeken plaatsvinden. Via het holle noodtrappenhuis dat het erotisch vriespunt nadert, naar de lage keldergangen waar 'Stilte' oplicht omdat in de kleine onderzoekskamers hersenen, psyches en spierreacties aan proeven worden onderworpen.
'Fysiologische onderzoeksruimte' staat er op de deur. Want dat is waar Both en collega's van de afdeling klinische psychologie naar zoeken: basale mechanismen waar seks op draait. Het raderwerk van seks, zeg maar.
Vooral de plaats van seksueel verlangen in dat raderwerk heeft de interesse van Both en haar promotiebegeleiders Walter Everaerd en Ellen Laan. Verlangen dat ter bestudering opgewekt moet worden, in een piepklein kamertje dat niet bepaald opwindend oogt. Wel vol, met name omdat er een vreemd soort tandartsstoel staat waarin de onderbenen gefixeerd kunnen worden, waarna een elektronisch gestuurd hamertje tegen de achillespees kan slaan.
Het overige meubulair is begrijpelijker. Een televisie die fragmenten uit seksen andere films vertoont, en een knoppenkastje waarop de proefpersoon kan aangeven hoezeer de beelden hem of haar opwinden. De genitale doorbloeding wordt gemeten met een soort penis-ring respectievelijk een glazen tampon.
Maar, weet Both maar al te goed, voor seksonderzoek is meer nodig dan het juiste materiaal. Sfeer helpt ook. 'Het blijft natuurlijk een lab, maar we proberen er wat van te maken.' Toegegeven, wanneer het kille tllicht plaatsmaakt voor een schemerlampje dat een sfeervol gordijn doet glanzen, zou je best aan seks kunnen denken.
Het belangrijkste is echter privacy, zegt Both. 'Zodra de proefpersoon de tussendeur van binnenuit op slot doet, is er geen contact meer mogelijk met de proefleider. Ze kunnen elkaar niet horen of zien. Ook de antwoorden en lichamelijke reacties zijn onzichtbaar voor de experimentator en worden anoniem, op nummer verwerkt.'
Dat helpt, blijkt als ze er achteraf naar vragen. 'Mensen voelen zich zelden belemmerd of ongemakkelijk. Integendeel, de meesten vinden het wel spannend, zijn nieuwsgierig.'
Een goed teken vindt Both bovendien dat in de 15 jaar dat het seksonderzoek al loopt, het nooit moeilijk was om proefpersonen te vinden. 'Het helpt natuurlijk dat we aan een faculteit psychologie zitten; van de studenten wordt verwacht dat ze meedoen aan experimenten om te ervaren hoe dat is. Maar ze kiezen zelf wélk onderzoek.'
Blijft mysterieus waarom de proefpersonen in hemelsnaam hun achillespees moeten laten bekloppen, in een onderzoek naar het seksueel systeem. Both: 'We willen zoveel mogelijk componenten van de seksualiteit kennen, want die gaan niet altijd gelijk op. We vragen naar gevoelens en we meten de lichamelijke opwinding, maar eigenlijk willen we ook de gedragsreactie achterhalen.'
'Ook dat kan met vragenlijsten, maar liever heb je iets dat je in het lab kunt meten.' Dat kan, wist ze van de Tilburgse psychofysiologiegroep. Met hun 'reflexstoel' (de curieuze tandartsstoel) meet die hoezeer het lichaam zich voorbereidt op gedrag. 'Ook als de spieren nog niet daadwerkelijk in actie komen, worden de motorische zenuwcellen in het ruggenmerg vast actief.' Wek je op zo'n moment een reflex op, bijvoorbeeld door met een hamertje tegen de achillespees te tikken, dan trekt de spier krachtiger samen dan wanneer je ontspannen achterover hangt.
Uit een Amerikaanse studie bleek al dat emotioneel geladen foto's de achillespeesreflex versterken. Vandaar dat Both probeerde of ze de reflexstoel ook voor seksonderzoek kon inzetten. Met succes. Zowel bij mannen als bij vrouwen werd de peesreflex krachtiger bij een seksueel filmfragment.
Zoenen deed het hem, zoenen en strelen nog meer, maar bij gemeenschap zette de achillespees zich pas echt schrap om toe te springen. Of weg te springen; weliswaar was de reflex sterker naarmate de film indringender was, maar de aard van de opgewekte emotie deed er niet toe - seksueel, seksueel bedreigend of angstig.
Inderdaad hadden de mannelijke en vrouwelijke proefpersonen ook vaker seks in de 24 uur die op het experiment volgden, vaker dan de medestudenten die slechts neutrale fragmenten zagen. Niet verwonderlijk misschien, maar wel prettig voor een onderzoeker: 'De gemeten gedragsvoorbereiding hangt in ieder geval samen met het daadwerkelijke gedrag.'
Het was Stephanie Both te doen om meer te weten te komen over de oorsprong van seksueel verlangen, van zin en lust. 'De oudste, en nog steeds dominante theorie is dat de seksuele lust een oerdrift is, even basaal als honger en dorst. Iets in de hersenen dat vanzelf naar boven komt. Wie lang geen seks heeft, zou een tekort krijgen, daardoor een verhoging van spanning, een spanning die moet worden opgelost door seks. Het verlangen zou er eerst zijn, de opwinding en de seks zouden daaruit volgen.'
Boths onderzoek ondersteunt echter een theorie die het omgekeerde beweert: seksueel verlangen staat niet aan het begin van het seksuele proces, maar is daar de uitkomst van. 'De seksuele stimulus leidt tot seksuele opwinding en de neiging tot seksuele activiteit. Het verlangen is de subjectieve ervaring van die lichamelijke reacties, en het wordt sterker naarmate de lichamelijke opwinding toeneemt.
'Het is een samenspel van die prikkels met een gevoelig seksueel systeem; iemand moet bijvoorbeeld wel voldoende geslachtshormonen hebben.'
Centraal in dat seksueel systeem staat het emotiesysteem, dat de genitale doorbloeding opwekt, maar ook het motivatiecircuit wakker schudt. 'Dat circuit is bedoeld om af te gaan op wat belangrijk is voor het voortbestaan.' Valt er dus wat lekkers te halen - eten, drinken, seks - dan zorgt het circuit met zijn hersenstof dopamine ervoor dat het lijf in actie komt, zoals Both aan de achillespees kon meten.
In haar experimenten keek Both ook nog wat er gebeurde als ze de dopamineniveaus kunstmatig verhoogde. Bij mannen zette dat, zoals ze verwachtte, het motivatiecircuit op scherp. De seksuele reacties bleven ongemoeid, maar de achillespees verraadde dat de mannen bereid waren om nog harder te lopen. Bij vrouwen had extra dopamine echter totaal geen effect. Misschien vanwege het verschil in geslachtshormonen, denkt Both, die dit nog verder wil uitzoeken.
De resultaten van het onderzoek zijn relevant voor haar werk als seksuologe. 'Als het seksuele systeem in orde is, een geschikte partner beschikbaar en de omstandigheden goed, dan is dat nog niet voldoende voor seksueel verlangen. Mensen maken zich soms zorgen dat ze niet ”spontaan” zin in seks hebben.
'Maar eigenlijk is dat dus niet afwijkend. Er moet altijd iets zijn dat het seksuele systeem activeert. Soms gaat dat onbewust, maar het kan ook een film zijn, een aanraking, een gedachte of seks zelf.'