INTERVIEW
Van een gewei een kroon maken
Een Nederlandse steentijdtechnoloog zocht uit hoe onze voorouders 11 duizend jaar geleden spirituele hoofdtooien maakten uit het schedelkapje van een hert en deed het na in Yorkshire.
In het noorden van het Engelse graafschap Yorkshire, in de smalle 'hals' van het Verenigd Koninkrijk, liepen op het eind van de laatste ijstijd sjamanen rond met op hun hoofd bewerkte edelhertgeweien. Een Engels-Nederlands onderzoeksteam besloot de 11 duizend jaar oude hoofdtooien na te maken met de technieken van weleer. Met een hoofdrol voor specialist steentijdtechniek Diederik Pomstra van bedrijf Het Stenen Tijdperk.
Op een dag dacht u: kom, ik ga eens een sjamanenhoofdtooi maken?
'Het begon toen het Britse team, van wie ik onderzoeker Aimée Little van de Universiteit van York ken, me gedetailleerde scans stuurde van een bijzonder goed geconserveerd 'masker' dat ze daar hebben opgegraven. Star Carr in Noord-Yorkshire, iets ten zuiden van Scarbororough, is een zeer bijzondere archeologische vindplaats. In de veengrond daar graven ze al sinds 1940 waanzinnig mooi bewaard gebleven objecten van hout en bot op. Daaronder ook in totaal 24 hoofdtooien, gemaakt van edelhertengewei. Omdat ik zelf veel met steentijdtechnieken werk, heb ik wel enig idee hoe ze die moeten hebben gemaakt. Dus zeiden ze: laten we het gaan proberen.'
Op de filmpjes die ervan zijn gemaakt zien we u in de weer met een hertenkop. Gètver.
'De hertenkoppen kregen we onder meer van de Deer Society, een Britse hertenjachtvereniging. Een hert dat toch geschoten moest worden, omdat het ziek was of vanwege een overschot. We hebben eerst wat experimenten gedaan met reetjes en de koppen van hindes. En toen kregen we een echt, groot hertengewei.'
Wat deed men er eigenlijk mee?
'We nemen aan dat het te maken heeft met sjamanisme. Het is in elk geval duidelijk dat deze tooien werden gedragen. Ze zijn lichter gemaakt, door het gewei uit te hollen. En er zitten gaten in, waarschijnlijk voor een koord om hem op zijn plaats te houden: een aanwijzing dat men zich ermee bewoog.'
Goed: daar zit u dan, met uw hertenkop. Hoe gaat u te werk?
'Eerst vil je hem, om de huid te bewaren. Dan haal je de onderkaak eraf. Je verpakt het deel van de bovenkant dat je wil behouden in natte klei. Dan leg je hem in zijn geheel in het vuur, zodat het bot dat niet in klei zit broos wordt. Met een hamersteen sla je het bot dat verzwakt is door de hitte vervolgens weg. En je haalt de hersens eruit. Een grappige ontdekking die we toevallig deden, is dat de hersenen door het vuur perfect zijn gekookt; je kunt je voorstellen dat men die zal hebben gegeten. Intussen moet je met een scherpe vuursteen het gewei splijten en uithollen, om het lichter te maken. Dat is eigenlijk nog het meeste werk, je bent er zo twee dagen mee bezig.'
Toch concludeert uw team ook dat men de tooien rechttoe-rechtaan maakte. 'Doelmatig', noemt u de techniek in vakblad Plos One.
'Je zou verwachten: een religieus voorwerp, dat maak je met liefde en toewijding. Maar daar zien we weinig van terug. Er werd gebrand, geslagen. Deze maskers werden niet met veel geduld gemodelleerd, het lijkt allemaal snel gemaakt.'
Wat hebben we aan deze kennis?
'We weten zó weinig over die spirituele wereld van de prehistorie. Het is leuk en interessant om deze maskers te vergelijken met soortgelijke maskers uit Duitsland. Je denkt bij jager-verzamelaars in de prehistorie vaak aan geïsoleerde groepjes in de wildernis, maar misschien hadden ze wel veel contact en wisten ze prima wat anderen een paar honderd kilometer verderop deden.'
En, hoe stond-ie?
'Ik heb hem niet op gezet, moet ik bekennen. Toen we hem af hadden, moest ik naar Nederland en hij was toen nog vies, de stukjes hersenen zaten er nog in. Voor zover ik weet heeft niemand hem opgezet. Ook moet er denk ik wel een soort kussentje in. Die randen van het bot zijn smal, en het gewicht drukt het erg onplezierig op je hoofd.'
Hertengewei als 'antenne' voor geestenwereld
De sjamaan die een gewei op zijn hoofd zet: antropologe Cunera Buijs kan het zich uitstekend voorstellen. 'We kennen veel voorbeelden van mutsen met hoorns', zegt Buijs, conservator arctische culturen van Museum Volkenkunde in Leiden en niet betrokken bij het onderzoek. 'Imitatie van dieren is bij jager-verzamelaars heel gebruikelijk.'
Sjamanen - zowel mannen als vrouwen, benadrukt Buijs - hebben in traditionele culturen een bemiddelende rol met het hogere. 'Zij zijn degenen die proberen te achterhalen wat de oorzaak is van slecht weer of rampspoed. En vaak gebruiken ze daarbij bepaalde dieren als hulpgeest.' In die belevingswereld kan een gewei op het hoofd als een soort antenne hebben gediend, om contact met de geestenwereld te maken.
Dat de geweien uit Engeland desondanks met weinig finesse zijn gemaakt, snapt Buijs volkomen. 'Dat dubbele zie je bij dit soort culturen altijd: het spirituele en het praktische loopt door elkaar. Een dier mag dan heilig zijn, er komt ook een punt dat je het bewerkt of opeet. En dat is opeens heel praktisch.'