Oudste tombe Midden-Amerika gevonden
In een kleine aarden piramide in de zuidelijke Mexicaanse deelstaat Chiapas is een graftombe van naar schatting 2700 jaar oud blootgelegd. Volgens archeologen is dat ruim duizend jaar ouder dan de graven van de Maya's.
In de tombe van ongeveer twaalf vierkante meter is het skelet van een man gevonden, mogelijk een priester of een edelman. Zijn tanden waren bedekt met parelmoer. In de tombe werden ook potten en objecten van jade waaronder een mogelijk dodenmasker, en van obsidiaan gevonden.
De vondsten zijn van de Olmec-cultuur, terwijl de piramide in het gebied van de Zoque-indianen lag. Uit de vondst hopen de archeologen meer te weten te komen over de verhoudingen tussen verschillende indianenvolken in Midden-Amerika.
Mensenoffers
De archeologen vonden ook twee mensenoffers in de ingestorte ruimte: van een baby en van een jongeman. Het kind van een jaar lijkt met zorg over het lichaam van de dode gelegd. Buiten de eigenlijke grafruimte onder de piramide van Chiapa de Corzo zijn ook rijkversierde botten van een vrouw aangetroffen.
De archeologen deden hun vondst bij onderzoek naar de manier waarop de aarden piramide, een bouwwerk van tien meter hoog, is geconstrueerd.