Ontdekking Museum Boerhaave: oefenbaby blijkt echt skelet te bevatten

Leidse studenten oefenden er meer dan een eeuw geleden bevallingen mee. Toen conservatoren van het Museum Boerhaave onlangs het model onderzochten, vielen hun monden open.

Martijn van Calmthout
null Beeld Hielco Kuipers
Beeld Hielco Kuipers

Op Raamsteeg 2 in Leiden, het immer hol klinkende voormalige museum voor Natuurlijke Historie en Geologie, bestijgen we de granieten trap naar één hoog en gaan daar een dikke stalen branddeur door. Terwijl in het depot de tl-balken van voor naar achteren aanfloepen gaat conservator Mieneke te Hennepe van Museum Boerhaave haar bezoeker voor. Aan weerszijden glijden stellages vol oude historische medische instrumenten voorbij, een eindeloze stoet van koper en hout, scharnieren, balgen.

Dan doemt, tegen de verre achterwand, op een platte stalen kar op waar we voor komen. Een liggend vrouwelijk onderlichaam, alles tussen borstbeen en de halverwege afgezaagde bovenbenen. In het kruis daartussen de pronte vagina, wijd opengesperd. Erboven de buikholte. Leeg.

Te Hennepe trekt blauwe rubberen handschoenen aan en fatsoeneert voorzichtig een loshangende rafel zeemleer van het medische model waar we naar kijken. De tand des tijds, deels ook slijtage. Er lijkt geen misverstand mogelijk wat dit is, een uit zeemleer en leer, paardenhaar en linnen vervaardigd oefenmodel op ware grootte voor bevallingen, gebruikt door studenten van het Leidse Academisch ziekenhuis. Mannelijke studenten dus, memoreert Te Hennepe. 'Die moesten bij bevallingen ook de weg leren, die vroedvrouwen natuurlijk al veel beter kenden', zegt ze. Er werd geoefend met verlostangen en draaiingen.

null Beeld Hielco Kuipers
Beeld Hielco Kuipers

Ooit is het stuk in de boedel van Boerhaave beland na een schenking vanuit het ziekenhuis. Jaren geleden werd het ook nog weleens voor publiek tentoongesteld, Te Hennepe herinnert het zich nog net uit haar begintijd. Maar een jaar of tien al lag ze in het depot, de bevalvrouw. In haar buikholte een witte zeemleren babypop.

Nu Museum Boerhaave vanwege een verbouwing dicht is voor publiek (volgend jaar november weer open) hebben de conservatoren alle gelegenheid nog eens goed langs de collecties te gaan en te bepalen wat er wel en niet in de nieuwe opstellingen moet worden opgenomen. Zo ook het vroedkundig oefenmodel.

Echte skeletdelen

Te Hennepe: 'We wisten natuurlijk dat het er was, maar bij inspectie van het stuk begonnen ons wel wat dingen op te vallen. Zo is de holte in het bekken in leer uitgevoerd, maar daar zijn naden los en een deel is ook weg. En als je goed kijkt zie je daar dat het heiligbeen geen hout is, maar bot. En verder naar de vulva is iets te zien dat toch ook echt lijkt op botfilamenten.' Ze haalde er een anatomische expert van het LUMC en skeletradioloog Monique Reijnierse bij, die de vermoedens bevestigden: in het model zitten echte skeletdelen. In de CT-scanner van Reijnierse bij het LUMC bleek vorige maand dat in elk geval het hele bekken menselijk is, plus het heiligbeen en de twee onderste wervels van de ruggengraat, die daarboven in een houten imitatie overgaat die op de grondplaat is gespijkerd.

Een verrassing, maar niet helemaal uniek in de wereld, weet Te Hennepe inmiddels. In de 18de eeuw waren verloskundige poppen betrekkelijk bekend. Artsen beschrijven ze, en nu en dan wordt daarin ook echt botmateriaal gebruikt. Te Hennepe noemt dat niet onlogisch. 'Je wilt natuurlijk een anatomisch correct model. Dan ligt het in de rede om een echt bekken als basis te nemen.'

Conservatoren van museum Boerhaave onderzoeken de bevalvrouw en babypop. Beeld Hielco Kuipers
Conservatoren van museum Boerhaave onderzoeken de bevalvrouw en babypop.Beeld Hielco Kuipers

Om dezelfde reden bevelen sommige artsen in de historische literatuur ook het gebruik aan van een echte kinderschedel in het model van het te halen kindje, las Te Hennepe. En bij nadere inspectie leek dat ook het geval in de spookachtig linnen pop met knopen als ogen en een merkwaardig opengesperd mondje. Van de navelstreng resteert een gevlochten draadje. 'Voor zo'n kleine pop was hij eigenlijk best zwaar en het hoofd opvallend goed gevormd, dat gaf al te denken.' Maar toen het object na de modelmoeder ook in de Leidse CT-scan ging, vielen de monden open. In het poppenlijf zit niet alleen een gefragmenteerde babyschedel met open fontanel, mogelijk gekraakt door veelvuldig gebruik in het oefenlokaal.

Op dezelfde scan doemde eind oktober in 3D het skelet van een echt pasgeboren kind op, met behalve de schedel ook de ribbenkast, wervelkolom, bekken, benen en armpjes. Het skeletje is gecombineerd met houten of mogelijk visbenen imitatiedelen, zo blijkt; en de onderkaak is vervangen door een rib. Het geheel, zegt Te Hennepe nog steeds verbluft, lijkt onthutsend veel op een geprepareerd kind, vermomd als ledenpop. 'Vermoedelijk weer om de beweeglijkheid van een echte baby te benaderen', zegt Te Hennepe. Of de studenten beseften wat ze in handen hadden, niemand die het weet.

null Beeld LUMC
Beeld LUMC
Scans van de babypop met een echt skeletje en het bekken in de bevalvrouw. Beeld LUMC
Scans van de babypop met een echt skeletje en het bekken in de bevalvrouw.Beeld LUMC

Net overleden kinderen

Zelf is ze vol in het historisch onderzoek gedoken, omdat ze namelijk een vermoeden heeft wie het model heeft vervaardigd. Veel, zegt ze, wijst naar de Leidse arts Gottlieb Salomon die verloskunde doceerde in het plaatselijke ziekenhuis. Boerhaave heeft uit hetzelfde legaat een verlostang van hem.

In 1803 publiceert Salomon een artikel over een verloskundig model van 'seeländisches Leder' dat met paardenhaar gevuld is en door een goede mechanicus zou kunnen worden vervaardigd. De beschrijving past in veel opzichten helemaal bij het object in het depot van Boerhaave. Maar er zijn ook markante afwijkingen. Waar, bijvoorbeeld, zijn de banden waarmee contracties konden worden nagebootst? En een veer die het staartbeen opduwde lijkt er ook niet bij. 'We moeten het artikel verder afpellen om te zien of dit Salomons model kan zijn of toch iets anders is.'

De conservatoren van Boerhaave hebben zich de onvermijdelijke vraag gesteld of moeder en kind bij elkaar hebben gehoord. Te Hennepe denkt eerlijk gezegd van niet. Medisch skeletmateriaal was er eind 18de eeuw te over. Te Hennepe: 'Dat ging in onze ogen best ver. De Schotse arts William Smellie beschrijft het oefenen van de bevalling met net overleden kinderen, omdat dat het meest realistisch was. In die zin valt deze pop nog behoorlijk mee.'

null Beeld Hielco Kuipers
Beeld Hielco Kuipers

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden