InterviewIva Vukusic
Onderzoeker vervolging oorlogsmisdaden: ‘Ik sluit niet uit dat Poetin achter de tralies komt in Den Haag’
Nog nooit kwamen onderzoekers van oorlogsmisdaden zo snel in actie als nu bij de oorlog in Oekraïne. Het Internationaal Strafhof vaardigde vrijdag een arrestatiebevel uit tegen de Russische president Poetin. Hoe groot is de kans dat hij daar werkelijk zal verschijnen?
Terwijl de oorlog nog in volle gang is, dringt zich steeds nadrukkelijker de vraag op: zullen de verantwoordelijken ooit worden berecht? En zo ja, hoe? Het Internationaal Strafhof in Den Haag vaardigde in ieder geval al arrestatiebevelen uit tegen de Russische president Vladimir Poetin en Maria Lvova-Belova, de Russische commissaris voor kinderrechten. Het hof houdt beiden verantwoordelijk voor het ontvoeren van duizenden Oekraïense kinderen naar Rusland.
Een historisch moment, omdat het de eerste internationale aanklacht is sinds het begin van de oorlog. Hoe moeilijk het zal zijn de verantwoordelijken daadwerkelijk te berechten, bleek meteen al uit de reactie van het Kremlin, dat zegt het strafhof niet te erkennen. Maandag komen ministers van Justitie uit diverse landen, onder wie de Nederlandse Dilan Yeilgöz-Zegerius, bijeen in Londen om te bespreken hoe ze de aanklager van het Internationaal Strafhof kunnen bijstaan in het onderzoeken van oorlogsmisdaden in Oekraïne.
Het zijn ontwikkelingen die Iva Vukusic, expert oorlogsmisdaden bij de Universiteit Utrecht, op de voet volgt. Zelf was ze 10 jaar toen de oorlog begin jaren negentig in toenmalig Joegoslavië uitbrak. Ze woonde in Zagreb en daarmee had ze naar eigen zeggen ‘mazzel’. Geen bom op haar huis, geen doden te betreuren in het gezin.
Maar wel: maandenlang slapen in de kelder, scholen die hun deuren sloten en toen die deuren weer opengingen ineens allemaal nieuwe klasgenoten. Vluchtelingen, kreeg ze te horen, al had ze nog geen idee wat dat inhield. Net als zo’n beetje haar hele buurt gleed het gezin waarin ze opgroeide in korte tijd af van ‘middenklasse naar geen geld voor wat dan ook’.
Recht in oorlog
Daar werd, denkt ze nu, de kiem gelegd voor het vakgebied waarin ze zich zou specialiseren: hoe je in een oorlog, een tijd waarin orde, wetten en fatsoen vaak ver te zoeken zijn, uiteindelijk het recht toch enigszins kunt laten zegevieren. Ze deed dit eerst als onderzoeker en analist voor de openbaar aanklager oorlogsmisdaden in Sarajevo. Daar hielp ze onder meer om speeches van politieke leiders te doorzoeken op het gebruik van bepaalde woorden om bevolkingsgroepen te kleineren, een beruchte eerste zet voor een cascade van geweld en oorlogsmisdaden.
Inmiddels pendelt Vukusic als universitair docent tussen de Universiteit Utrecht en King’s College in Londen, waar ze studenten college geeft over die ‘duistere cocktail’ die tot oorlogsmisdaden kan leiden. Geschiedenis is vaak onderdeel van die cocktail (wraak nemen voor een oorlog of vernedering uit het verleden), net als psychologie (hoe mensen beïnvloed worden door propaganda bijvoorbeeld) en groepsprocessen (zoals mannelijk en heroïsch gevonden willen worden door de groep).
Ze bestudeert bij oorlogsmisdaden zowel de leiders, die ‘duizenden aanzetten tot de verschrikkelijkste daden’, als de daders zelf die martelen of trekkers overhalen.
Bij het Internationaal Strafhof (ICC) zijn 123 landen aangesloten. Wanneer Poetin één van die landen bezoekt, wordt hij dan nu meteen in de boeien geslagen?
‘In theorie: ja. In de praktijk: waarschijnlijk niet. Er zijn namelijk óók wetten tegen het arresteren van zittende staatshoofden. Zo liet ICC-lid Jordanië de toenmalige president van Soedan, Omar al-Bashir, lopen toen die in 2017 het land bezocht, tot ergernis van het strafhof. (De aanklager van het ICC verdenkt Bashir onder meer van genocide in Darfur, West-Soedan. red.) Toch moet je niet onderschatten wat voor werking er uitgaat van zo’n arrestatiebevel. Symbolisch, maar ook als directe juridische dreiging voor de mensen rondom Poetin.
‘Shit, zullen ze denken, misschien komen we hier niet mee weg? Hun wereld wordt kleiner, even shoppen in Parijs durven ze de rest van hun leven vast niet meer. Het Internationaal Strafhof vervolgde veel oorlogsmisdadigers uit Afrikaanse landen, maar nu is er dus een arrestatiebevel voor de zittende president van een supermacht, één van de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad. Dat is ongekend.’
China, de Verenigde Staten, Rusland zelf: ze zijn allemaal niet aangesloten bij het ICC. Wat zegt dat over de kracht van het hof?
‘Dat is natuurlijk pijnlijk. Dit soort supermachten vinden dat ze een speciale status hebben en dat niemand zich moet bemoeien met hun zaken. Maar zie het van de positieve kant: mensen voeren al duizenden jaren oorlogen zónder internationale rechters voor de vervolging van oorlogsmisdadigers. Het Statuut van Rome, dat de basis legde voor het Internationaal Strafhof, bestaat pas sinds 1998. Dat is in de geschiedenis van oorlogsvoering extreem kort geleden. Laten we een land als de Verenigde Staten, elke keer als ze over mensenrechten spreken, eraan herinneren dat ze hun handtekening nog onder het Statuut van Rome moeten zetten.’
Bij de oorlog die Rusland voert in Oekraïne lijkt sprake van verheerlijking van geweld. Op sociale media krioelt het van filmpjes van oorlogshandelingen, bijvoorbeeld van soldaten die worden neergeschoten, geregeld met een opzwepend muziekje eronder gemonteerd. Jevgeni Prigozjin, eigenaar van de beruchte Wagner-groep, noemt een video van een deserteur die met een sloophamer wordt vermoord ‘fantastisch regisseurswerk’.
‘Het filmpje met de sloophamer is duidelijk bedoeld als waarschuwing: dit staat je te wachten als je weigert voor Rusland te vechten. Maar achter veel andere opnames van soldaten kan ook een basaal motief schuilen: de behoefte om je dagelijkse activiteiten vast te leggen, zoals jij en ik dat in Nederland van een etentje of een mooie zonsondergang zouden doen.’
Al die beelden lijken me een zegen voor openbaar aanklagers die oorlogsmisdadigers ter verantwoording willen roepen.
‘Absoluut. Bij geen enkele eerdere oorlog zag ik zo snel zo veel bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden. Zie bijvoorbeeld hoe The New York Times in kaart bracht hoe Russische soldaten een slachtpartij aanrichtten onder de burgers van het stadje Boetsja. Satellietbeelden van lijken op straat, stiekem gemaakte filmpjes van burgers door een raam heen, waarop je op voertuigen of uniformen kunt lezen welke Russische eenheid daar aanwezig was, afgeluisterde communicatie van precies die eenheid. Een supergedetailleerd overzicht van de gebeurtenissen, zowel in plaats als tijd. Bij eerdere oorlogen en genocides duurde zoiets vaak jaren. Nu kan het Internationaal Strafhof meteen aan de slag.’
Denkt u dat alle soldaten die nu oorlogsmisdaden plegen in Oekraïne ooit voor de rechter zullen komen?
‘Sterker, een deel van hen ís al berecht in Oekraïne zelf. Hoewel het land zwaar wordt aangevallen, zijn onderzoekers zeer actief met het in kaart brengen van oorlogsmisdaden. Ze behandelen meer dan 60 duizend zaken. Maar ze zullen natuurlijk bij lange na nooit alle daders te pakken krijgen. In een goed functionerende maatschappij in vredestijd kan het juridisch systeem van een land als Nederland misschien vijf moorden per dag verwerken. Maar we hebben nu waarschijnlijk iets van tienduizend verdachte oorlogsmisdadigers: daar kun je nooit genoeg onderzoekers, openbaar aanklagers en rechters voor vinden. De meeste daders zullen dus vrijuit gaan.’
Den Haag krijgt een internationaal centrum voor vervolging van Russische agressie tegen Oekraïne, maakte Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen onlangs bekend. Waar moet zo’n centrum zich op focussen?
‘Niet op de voetsoldaten, maar op de leiders die misschien zelf niemand martelden of doodden, maar wel de omstandigheden creëerden waardoor vele duizenden anderen dat konden doen. De leiders die de bevelen en de speeches geven waarin hele bevolkingsgroepen gedehumaniseerd worden. Denk aan Poetin die Oekraïners nazi’s noemt, daarmee maakt hij het makkelijker voor soldaten om aanvallen op Oekraïners te rechtvaardigen.
‘Dat centrum voor vervolging van oorlogsmisdaden is pas het begin, ik denk dat er een strafhof komt om de Russische agressie te vervolgen, waarschijnlijk ook in Den Haag. Het huidige Internationale Strafhof heeft wel de bevoegdheid om oorlogsmisdaden te onderzoeken en vervolgen, maar niet om de invasie van een land te berechten. Daarvoor is een nieuw gerechtshof nodig. Het zou de eerste keer sinds de processen van Neurenberg na de Tweede Wereldoorlog zijn dat voormalige leiders van een land zich moeten verantwoorden voor het binnenvallen van een ander land.’
Denkt u dat mensen als Poetin of Prigozjin, oprichter van de Wagner-groep, onder de indruk zullen zijn van een Haags centrum voor vervolging van Russische agressie?
‘Niet als je op hun video’s en verklaringen afgaat. Die stralen uit ‘het maakt me geen reet uit wat dat stomme Westen doet, die corrupte lui met hun homohuwelijk en 72 genders’. En het ziet er nu totaal niet naar uit dat dit soort Russische leiders in Den Haag voor de rechter zullen staan. Maar datzelfde gold ooit ook voor bijvoorbeeld Ratko Mladic (Bosnisch-Servische legerleider, red.), en die is járen na de oorlog toch echt in Den Haag veroordeeld voor genocide. Misschien dat het voor mannen als Poetin en Prigozjin eerst tot een veroordeling bij verstek komt, zoals gebeurde bij de daders van MH17. En daarna, als de machtsverhoudingen in Rusland gekanteld zijn, wie weet. Ik sluit niet uit dat Poetin ooit achter Haagse tralies belandt.’
Is ieder mens in staat tot het plegen van oorlogsmisdaden?
Vukusic: ‘Ik moet bescheiden zijn in wat we precies weten over oorlogsmisdadigers, we kunnen niet in iemands hoofd kijken terwijl hij iemand pijn doet. Maar uit verslagen van bijvoorbeeld rechtszaken na oorlogen blijkt dat vrijwel ieder mens in staat is te doden onder bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld iemand neerschieten die jou of je geliefden wil vermoorden. Maar martelen, sadistisch de tijd nemen om iemand bewust pijn te doen, dat is een ander verhaal, daartoe is maar een klein percentage in staat.
‘Je ziet dat terug in getuigenverslagen van slachtoffers uit kampen, bijvoorbeeld van de nazi’s. Ook al werken er honderden bewakers in zo’n kamp, overlevenden herinneren zich er vaak maar één of twee die opvallend wreed waren of martelden. Martelen is enorm heftig, ook voor de dader. De geur. De geluiden. De beelden. De meesten zullen niet in staat zijn een dier te martelen, en al helemaal geen mens. Het zijn uitzonderlijke figuren die martelingen initiëren. De rest loopt weg, of doet hoogstens een beetje met tegenzin mee als hem dat bevolen wordt, of omdat hij bang is dat zijn maten hem anders een watje vinden en hem buitensluiten.’