PaleontologieOerwalvis
Oerwalvis verspreidde zich vermoedelijk vanuit Azië de wereld over (op pootjes)
Bijna vijftig miljoen jaar geleden verspreidden voorouders van de tegenwoordige walvissen zich vanuit Azië over de wereld. Dat blijkt uit een vondst van Peruaanse, Belgische, Italiaanse en Franse paleontologen. Zij vonden het eerste Zuid-Amerikaanse exemplaar van een walvis met vier poten.
De nieuwe vondst laat zien dat walvissen zich vanuit Azië over de hele wereld verspreidden. Eerder vonden paleontologen al prehistorische walvisskeletten in Noord- en West-Afrika en in Noord-Amerika. Het exemplaar dat onderzoekers in Peru vonden, is echter het meest complete overblijfsel van een vroegere walvissoort dat ooit buiten Zuid-Azië is gevonden. Tevens is hiermee voor het eerst een skelet van een walvisamfibie gevonden in het gebied om de Grote Oceaan. De paleontologen beschrijven de ontdekking van de ‘Peregocetus pacificus’ in vakblad Current Biology.
De onderzoekers vergelijken deze vier meter lange walvis met een otter. Om te zwemmen wisselde het dier af tussen golfbewegingen met het bekken, en zwemslagen met de achterpoten, zoals otters dat ook doen. Aan de poten van het dier konden de paleontologen zien dat de walvis na een lange zwemtocht het vermogen had om op land te lopen, bijvoorbeeld om jongen te werpen. De zee bood meer voedsel dan het droge land en dat maakte het water uiteindelijk een geschiktere leefomgeving voor de walvis. In de loop van vijftig miljoen jaar evolueerde de walvis tot een zeezoogdier en verloor hij zijn vermogen om op land te leven.
De walvis verspreidde zich vermoedelijk vanuit Azië. De skeletten die daar gevonden zijn, zijn de oudste exemplaren ooit gevonden. De wetenschappers denken dat de dieren vanuit Azië langs Noord-Afrika naar West-Afrika zwommen en daar de Atlantische Oceaan overstaken. Bij het tegenwoordige Midden-Amerika splitsen ze zich op: een deel ging naar Noord-Amerika, en een deel naar de Zuid-Amerikaanse kust van de Grote Oceaan. Dat laatstgenoemde deel ontwikkelde zich tot Peregocetus pacificus, die in het nieuwe onderzoek voor het eerst wordt beschreven.
‘Buitengewoon interessant’, meent paleontoloog Jelle Reumer van de Universiteit Utrecht, die niet betrokken is bij het onderzoek. ‘We vinden zo weinig fossielen van deze dieren, dat bijna alle vondsten nieuwe soorten blijken.’
Mogelijk namen de walvissen nog een andere route, bijvoorbeeld vanuit Azië direct oostwaarts naar Peru. De wetenschappers vinden deze route wel minder aannemelijk. In de tijd van deze verspreiding lagen Azië en Amerika aanzienlijk verder uit elkaar, terwijl de oversteek van Afrika naar Amerika een stuk korter was en de walvissen genoeg eten kon vinden langs de kusten van Afrika. Ook zijn er geen fossielen gevonden in de gebieden langs deze oostelijke route. ‘Verder zie je dat de skeletten naar het westen toe steeds jonger worden. Tevens komt de route overeen met de zeestroming van toen’, voegt Reumer toe.