Nieuws
Loofbomen, brandgangen of vuur bestrijden met vuur: zo voorkom je een natuurbrand
Nederland loopt een groeiend risico op onbeheersbare natuurbranden. Daarom hebben we een ‘nationaal actieplan’ nodig, stelt een groep experts. Hoe ziet zo’n actieplan eruit?
Natuurbranden zijn niet langer vooral een probleem uit Zuid-Europa, de Verenigde Staten of Australië. Ook in Nederland neemt het risico op onbeheersbare natuurbranden toe door toenemende warmte en droogte. Dat concluderen experts in een rapport dat maandag verscheen. Aan het rapport werkten vijf organisaties mee, waaronder het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid (NIPV), het KNMI, Wageningen University & Research (WUR), de Vrije Universiteit (VU) en Deltares.
In droge periodes kunnen branden zo groot worden, dat ze niet meer te blussen zijn en alleen afzwakken als er geen brandstof meer is. De experts pleiten daarom voor een ‘nationaal actieplan’ om het ontstaan en verspreiden van natuurbranden te voorkomen. ‘Nederland is een dichtbevolkt land’, stelt Hans Hazebroek, onderzoeker bij het NIPV en projectleider van het rapport. ‘Een kleine natuurbrand hier heeft al direct grote gevolgen.’
Hoe voorkom je dat brand ontstaat, of uitgroeit tot een regelrechte ramp? ‘De natuur is geen gebouw met brandmuren en sprinklers. Het verandert continu’, stelt Hazebroek. Toch kunnen natuurbeheerders, waterschappen en provincies ingrijpen om het risico op branden te verkleinen. Vijf voorbeelden uit het assortiment maatregelen.
Verhoog de grondwaterstand
In een droge omgeving is het risico op natuurbranden groter. Daarom doen natuurgebieden aan vernatting, het verhogen van de grondwaterstand. Sloten en grachten die het water normaal zouden afvoeren, worden dan gedempt. Niet iedereen zal staan te springen bij een hogere waterstand. Hoewel die goed is voor natuurgebieden, zijn boeren er doorgaans minder blij mee, omdat hun zware machines dan kunnen wegzakken in de modder.
Bestrijd vuur met vuur
Het klinkt paradoxaal, maar gecontroleerd vuur houdt wel degelijk rampscenario’s tegen. In natte periodes gaan boswachters en brandweer met branders de natuur in om takken en bladeren, anders brandstof voor een grote bosbrand, weg te branden.
Zet bijtijds grazers in
Schapen en geiten kunnen brandbaar gras of jonge dennenbomen opeten. ‘Grazers komen bovendien de biodiversiteit ten goede’, aldus Hazebroek. ‘Sommige grassoorten groeien te snel door alle stikstof. Door die weg te halen, krijgen andere plantensoorten meer ruimte.’
Leg een brandgang aan
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen kan het toch misgaan: brand breekt uit en dreigt naar een woonwijk te verspreiden. Een zogeheten brandgang kan voorkomen dat een kleine brand uitgroeit tot een oncontroleerbare vuurzee, en anders tijdwinst opleveren voor de brandweer of voor evacuaties. Een brandgang is een strook van 10 tot 15 meter breed waar het gras is weggemaaid en planten zijn weggehaald. Brand die aan één kant van een strook ontstaat, slaat minder snel over naar de andere zijde. Een stap verder gaat het aanleggen van een verharde brandweg, waarmee de brandweer sneller toegang heeft tot een brand.
Plant loofbomen
Loofbomen kunnen het risico op een grote brand verkleinen, omdat zij vergeleken met naaldbomen minder snel afbranden. Zo kan een muur aan loofbomen om een naaldbos heen een nabijgelegen woonwijk beschermen. Eén nadeel aan deze maatregel: een loofboom die vandaag in de grond gestopt wordt, moet eerst twintig jaar groeien voordat hij branden kan voorkomen. ‘Daarom moeten we nu beginnen’, stelt Hazebroek, die erop wijst dat elk natuurgebied anders is, en dus ook om andere maatregelen tegen natuurbranden vraagt. ‘Je gaat niet met één maatregel brand voorkomen. Daarom pleiten we voor meerlaagse veiligheid.’ Ook vindt Hazebroek dat er kritisch gekeken dient te worden naar de inrichting van het landschap. ‘Willen we bijvoorbeeld wel campings of woonwijken in de natuur hebben?’