Liefde kan niet altijd van één baardkleur komen

Als alleen wezens met een groene baard lief zijn voor anderen, overleeft dat altruïsme niet. Dus waar komt naastenliefde vandaan?...

Willy van Strien

Evolutionair succes is voor de zelfzuchtige types. Graaiers die leven ten koste van anderen, zo redeneren biologen, zullen veel nakomelingen krijgen en die erven het zelfzuchtige karakter.

Altruïsten daarentegen zijn de verliezers. Zij sloven zich uit of riskeren hun leven om een ander te helpen en krijgen daardoor gemiddeld minder nageslacht. Een eigenschap als 'hulpvaardigheid' is gedoemd te verdwijnen.

'En toch komt altruïsme in de natuur behoorlijk vaak voor', zegt prof. dr. ir. Vincent Jansen, als wiskundig bioloog verbonden aan Royal Holloway, University of London. Samen met dr. Minus van Baalen van het Centre National de la Recherche Scientifique in Parijs, wierp hij nieuw licht op de verklaring van altruïsme. Ze publiceren daarover in Nature van 30 maart.

De twee Nederlandse biologen bouwen voort op een oud idee, dat bekend is geworden als het groene-baardeffect. Als altruïsten temidden van egoïsten elkaar zouden kunnen herkennen, bijvoorbeeld doordat ze een groene baard hebben, en alleen elkaar zouden helpen, zou die hulpvaardigheid stand houden, is het idee.

Want zo'n altruïst levert wel wat in, maar dat komt ten goede aan individuen die de eigenschap altruïsme delen en die eigenschap doorgeven aan hun kinderen.

Maar de Engelse evolutiebioloog Richard Dawkins, die het beeld van de groene baard had bedacht, schoof het idee terzijde. De eigenschappen 'groene baard' en 'altruïsme' zouden altijd samen moeten overerven, stelde hij. Anders ontstaan er egoïstische groenbaardigen die met succes de hulpvaardigheid van anderen uitbuiten en dan zal het altruïsme weer wijken voor egoïsme. Dus eigenlijk zou één gen moeten zorgen voor zowel altruïsme en groene baard, en dat is uiterst onwaarschijnlijk.

Toch dook sindsdien de groene baard af en toe op in de literatuur. Er zijn berichten van individuen die een erfelijke eigenschap met soortgenoten delen, elkaar herkennen en elkaar een voorkeursbehandeling geven. Zo is er een Zuid-Amerikaanse brandmier die nesten heeft met meerdere koninginnen. Werksters die een bepaald gen hebben, doden koninginnen die dat gen missen. Koninginnen die het gen wel hebben, laten ze in leven. Ze herkennen die aan hun geur. Zou de groene baard toch kunnen werken?

Simulaties

Met theoretische modellen en computersimulaties pakten Jansen en Van Baalen die vraag aan. Allereerst maakten ze altruïsme en groene baard stevig aan elkaar vast. Maar hoewel zo'n sterke koppeling volgens Dawkins nodig was om altruïsme te behouden, ontdekten Jansen en Van Baalen dat het daardoor juist misloopt. Jansen: 'Er zal toch altijd een keer een groenbaardige egoïst verschijnen, bijvoorbeeld door een mutatie. En dat pakt catastrofaal uit.'

De groenbaardige egoïst krijgt alle kans om zich snel voort te planten ten koste van anderen. De altruïsten onder de groenbaardigen kunnen zich dan alleen handhaven als hun goede daden hun familieleden ten goede komen, van wie velen de eigenschap altruïsme ook hebben. Maar als de hulp van altruïsten ook bij niet-verwanten terechtkomt, blijven alleen de uitbuiters over. Een vaste koppeling tussen altruïsme en groene baard is dus de dood in de pot.'

Een lossere koppeling bleek het veel beter te doen - precies in tegenstelling tot de verwachting en ook tot verrassing van Jansen en Van Baalen zelf. Altruïsme raakt dan van tijd tot tijd met een andere baardkleur verbonden. In een groep groenbaardige goedzakken verschijnt natuurlijk op een zeker moment een egoïst en voor de groene altruïsten is het spel dan uit. Maar inmiddels is er ook een groep roodbaardigen op het toneel verschenen waarin de eigenschap altruïsme voortleeft. En als daar een rode uitbuiter opduikt, zijn er elders gele en paarse individuen aardig voor elkaar. Jansen: 'Zo kan de eigenschap altruïsme aan de gang blijven.'

En met die lossere koppeling wordt het groene-baardeffect ook waarschijnlijker. Altruïsme en herkenbaar kenmerk (baardkleur) zijn immers niet meer van eenzelfde gen afhankelijk. Treedt het verschijnsel in de natuur vaak op, en kan het inderdaad verklaren dat altruïsme vaak voorkomt?

'Geen idee', zegt Jansen. 'Dit is nu nog een puur theoretisch verhaal. Maar we weten nu wel dat we op een andere manier naar het groene-baardeffect moeten zoeken. We moeten bedacht zijn op een patroon van wisselende eigenschappen. Zoals bij de mieren: steeds andere geuren.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden