Gezondheidscommunicatie

Lenneke maakte een strip over haar leven met borstkanker: ‘Alles is beschreven zoals het was. Alleen zo bereik je vrouwen die hetzelfde meemaken’

Borstkankerpatiënt Lenneke Hoope maakte met vriendin Anneloor van Heemstra een strip over haar ziekte. Wat leverde dat op?

Ellen de Visser
null Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra
Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra

Ze had net haar vierde chemokuur achter de rug toen Lenneke Hoope besloot om met haar kale hoofd naar het zwembad te gaan. Ze bleek een bezienswaardigheid. Eerst dobberde ze tussen allemaal nieuwsgierige kinderen die wilden weten waarom ze geen haar had en of ze nou een jongen of een meisje was. Daarna trof ze in het bubbelbad een medekankerpatiënt met wie ze een absurdistisch gesprek voerde over getatoeëerde wenkbrauwen. Die van de vrouw waren na de chemo niet meer aangegroeid. Ze ging trouwens dood, dat zei ze er ook nog bij, in dat bubbelbad.

‘Het is net alsof ik in een strip van jou ben gestapt’, appte ze haar vriendin Anneloor van Heemstra na weer zo’n dag met ongemakkelijke scènes, starende blikken en merkwaardige opmerkingen. Vrij snel rees het plan om een aantal van die scènes te gaan tekenen, gewoon voor henzelf, om te onthouden. Van Heemstra maakte al in haar studententijd aan de School voor Journalistiek in Utrecht, 25 jaar geleden, strips over situaties waarin zij en haar vrienden verzeild raakten. ‘Puur hobbyisme’, benadrukt ze.

Sterk effect

Maar toen ze eenmaal elke vrijdagochtend samen aan de keukentafel zaten, kwamen ze tot de conclusie dat ze geen losse scènes wilden, maar het complete verhaal. Toen ze de tekeningen aan anderen lieten zien, merkten ze hoe sterk het effect was: de onschuldige strips leken de zware boodschap te versterken, ze maakten het verhaal behapbaar, en stonden symbool voor de lichtheid en de humor die er in die moeilijke tijd ook waren. Zo mondde een privéproject uit in een bijzonder boek, dat deze week verscheen: een stripverhaal over borstkanker. Met als verrassende titel: Dingen die erger zijn.

Het is een verwijzing naar de glansrol van de vriendengroep die haar erdoorheen probeerde te slepen door foto’s te appen van ‘heel zielige mensen die het erger hebben’. Dat leidde met regelmaat tot een gezamenlijke slappe lach achter de mobiele telefoons, maar het bracht ook inzicht, vertelt Hoope. ‘Het kan altijd erger, dat klinkt als een dooddoener, maar het klopt natuurlijk wel. Het geeft troost om te beseffen dat er zo veel mensen op de wereld zijn die het veel moeilijker hebben dan jij. Ik haalde energie uit het lachen, maar tegelijkertijd dwong het me ook om te relativeren, om mijn medelijden met mezelf om te zetten in kracht om door te gaan.’

null Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra
Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra

De appberichten van destijds kwamen letterlijk in het boek terecht. Voor alle andere scènes, die ruim een jaar bestrijken, ondervroeg Van Heemstra haar vriendin minutieus, zoals ze dat in haar werk als documentaire-regisseur gewend is. ‘Dus ik zei: nou vertel maar, je ging onder de douche, voelde een knobbeltje, wat dacht je, waar was je man en stond er ook zeep op het doucheplankje? Ik vroeg voortdurend door, wilde precies weten hoe ze zich voelde, ook om te achterhalen wat voor tekening ik moest maken. Die terugblik moet voor Lenneke loodzwaar zijn geweest.’

Niks mooier maken

Zo kwam haar vriendin, af en toe letterlijk, met de billen bloot in de strip terecht, soms lachend, maar veel vaker somber, huilend, onredelijk, paniekerig. Of geïrriteerd. Over het verdriet van haar moeder, dat ze er niet bij kon hebben, over de opmerkingen van mensen in haar omgeving, de vele ongevraagde adviezen (‘Positief blijven schijnt heel belangrijk te zijn. Lukt dat?’)

null Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra
Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra

Hoope: ‘We hebben besloten om alles te beschrijven zoals het was, niks aandikken of weglaten of versimpelen, niks mooier maken. De vrouwen die hetzelfde meemaken, bereik je alleen door eerlijk te zijn. De naasten van kankerpatiënten kun je alleen duidelijk maken hoe ver de gevolgen reiken door daar open over te vertellen.’

Op een van de tekeningen staat ze als een zwaarbewapende soldaat in een loopgraaf, loerend op het gevaar dat van alle kanten kan komen, een verbeelding van de misselijkmakende angst die haar regelmatig overviel. ‘De angst werd bijna een houvast, als je maar voortdurend uitgaat van het allerergste, ben je tenminste voorbereid als het zich aandient.’

null Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra
Beeld Lenneke Hoope en Anneloor Heemstra

Tips en adviezen wilden ze in hun boek nadrukkelijk niet geven, want die zijn veel te universeel, vinden ze, maar als het er dan toch één moet zijn, dan is het deze: bespreek die angst. Lange tijd was Lenneke Hoope bang dat ze niet ouder zou worden dan 42. Geen idee waarop dat was gebaseerd, zegt ze nu, maar ze durfde er niet over te praten, want door het te benoemen zou de angst bewaarheid kunnen worden. Vier jaar na de diagnose kreeg ze een uitzaaiing op haar rib. Ze was 41. Weer chemotherapie, weer bestraling. Zie je wel, dacht ze, gaat het toch gebeuren.

Ze is inmiddels 44. En het gaat goed. Over die angst mocht haar vriendin pas tekenen nadat ze 42 was geworden. Het was de laatste tekening die aan het boek werd toegevoegd.

null Beeld Altamira
Beeld Altamira

Lenneke Hoope en Anneloor van Heemstra: Dingen die erger zijn – Een stripverhaal over borstkanker. Altamira; € 16,99.

Het voordeel van stripverhalen: de boodschap komt beter aan

Stripboeken over kanker of andere ernstige ziekten zijn dungezaaid, terwijl juist de stripvorm heel geschikt kan zijn om informatie over te brengen, zegt Julia van Weert, hoogleraar gezondheidscommunicatie aan de Universiteit van Amsterdam. De combinatie van tekst en illustraties doet een appèl op meerdere kanalen in ons brein en dat zorgt ervoor dat we minder cognitieve energie nodig hebben om de informatie te verwerken, aldus Van Weert.

Dat is vooral handig voor mensen die moeite hebben met het beoordelen of verwerken van informatie, zoals ouderen. En misschien ook wel voor ernstig zieken. Lenneke Hoope, de hoofdpersoon uit de borstkankerstrip, kon tijdens de chemotherapie geen gewone boeken lezen terwijl stripverhalen, met hun korte scènes, wel tot haar doordrongen.

Van Weert doet met haar team onderzoek naar audiovisuele informatie en ontdekte bijvoorbeeld dat patiënten informatie over kankerbehandelingen beter onthouden als ze animaties te zien krijgen. De Groningse wetenschapper Ruth Koops van ’t Jagt toonde drie jaar geleden in haar proefschrift aan dat fotostrips ervoor kunnen zorgen dat ouderen informatie over hun gezondheid beter begrijpen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden