KWF Kankerbestrijding: rem op te dure kankermedicijnen
Er moet een prijsplafond komen voor nieuwe, dure kankermedicijnen. Een speciale commissie moet binnen een half jaar een voorstel doen aan minister Schippers van Volksgezondheid over het maximale bedrag dat mag worden uitgegeven aan een kankerbehandeling. Dat schrijft een werkgroep van vooraanstaande kankerspecialisten in een rapport van KWF Kankerbestrijding, dat vandaag verschijnt.
Tot nu toe was zo'n financiële drempel voor artsen onbespreekbaar. Twee jaar geleden ontstond ophef over een advies om de peperdure medicijnen tegen de dodelijke spierziekten van Pompe en Fabry niet meer te vergoeden; een advies dat uiteindelijk van tafel ging. De oncologen breken nu de ban. 'Als we niet aan de bel trekken, ontstaan binnen twee jaar grote problemen', voorspelt de Leidse hoogleraar medische oncologie Koos van der Hoeven, voorzitter van de werkgroep.
De kosten van kankergeneesmiddelen zijn de afgelopen 10 jaar bijna verdrievoudigd, van 270 naar 733 miljoen euro. De KWF-werkgroep voorspelt dat die stijging zal doorzetten. Er komen steeds meer beloftevolle, maar prijzige kankermedicijnen, die soms bijna een ton per patiënt per jaar kosten. Bovendien neemt door de vergrijzing het aantal kankerpatiënten met een kwart toe, naar 120 duizend in 2020.
Goedkopere medicijnen
Ziekenhuizen moeten die kankergeneesmiddelen grotendeels uit hun eigen budget bekostigen. Als ze het totaalbedrag voor die dure medicijnen overschrijden, moeten ze zelf bijspringen, wat vaak problemen oplevert. Deze week werd bekend dat ziekenhuizen uit kostenoverwegingen soms minder of goedkopere medicijnen voorschrijven dan medisch noodzakelijk is. Voorkomen moet worden, zegt Van der Hoeven, dat straks in de spreekkamer van de oncoloog of in de bestuurskamer van het ziekenhuis wordt bepaald welke behandeling wordt voorgeschreven. 'Patiënten moeten kunnen rekenen op de beste medicijnen.'
Een half jaar geleden waarschuwden artsen, gezondheidseconomen en patiëntenorganisaties in de Volkskrant dat de kankerzorg onbetaalbaar dreigt te worden. Er moest volgens hen nodig een discussie worden gevoerd over acceptabele kosten voor kankergeneesmiddelen. De KWF-werkgroep stelt nu voor om voor behandelingen een maximumbedrag in te stellen per extra gezond levensjaar.
Dat voorstel heeft veel weg van de aanpak in Groot-Brittannië, waar een commissie van experts (NICE) de prijs van nieuwe geneesmiddelen beoordeelt. De grens voor vergoeding ligt daar op 36 duizend euro per gewonnen gezond levensjaar. Dit voorjaar keurde NICE een nieuw middel tegen borstkanker af omdat het effect (gemiddeld zes maanden extra) niet opwoog tegen de kosten (90 duizend euro per jaar). Ook in Noorwegen en Duitsland worden te dure medicijnen geweerd.
Vaker onderhandelen
Volgens de werkgroep moeten ziekenhuizen en apothekers vaker samen onderhandelen met de farmaceutische industrie. Een woordvoerder van farmaceutenkoepel Nefarma zegt dat bedrijven openstaan voor prijsonderhandelingen. Zorgverzekeraars zitten al met farmaceuten om de tafel, zegt hij, en academische ziekenhuizen hebben een inkoopcombinatie. 'Hoeveel een paar extra maanden waard zijn, dat is een maatschappelijke discussie. Maar ook wij vinden dat de patiënt niet de dupe mag worden.'
Het ministerie van Volksgezondheid heeft sinds kort een speciaal bureau dat onderhandelt met farmaceutische bedrijven. Hoeveel geld daarmee wordt bespaard, blijft geheim. Het financiële voordeel komt alleen ten onrechte terecht bij de zorgverzekeraars, aldus de werkgroep. Juist de ziekenhuizen zouden van die korting gebruik moeten kunnen maken.
Vandaag in de Volkskrant: Waarom zijn de nieuwe kankermedicijnen zo duur?