Kosmische supermagneet tolt elke 2,6 seconde een keer om zijn as
Met de Europese röntgensatelliet XMM-Newton is de rotatieperiode gemeten van een zogeheten 'magnetar' - een snel roterende neutronenster met een ...
Met de Europese röntgensatelliet XMM-Newton is de rotatieperiode gemeten van een zogeheten 'magnetar' - een snel roterende neutronenster met een extreem sterk magneetveld. Magnetars zijn de overblijfselen van geëxplodeerde sterren. Hoe ze aan hun sterke magneetvelden komen is niet precies bekend. Mogelijk worden ze geboren met rotatiesnelheden van twee à drie milliseconden, en is de enorme magnetische veldsterkte daaraan te danken. Er zijn pas vijf magnetars bekend. Vier van de vijf zijn tijdens uitbarstingen waargenomen op röntgengolflengten, zodat de rotatieperiode opgemeten kon worden. Bij de magnetar SGR 1627-41, in 1998 ontdekt door NASA's Compton Gamma-Ray Observatory, was dat tot nu toe echter nog niet gelukt.Afgelopen zomer onderging SGR 1627-41 opnieuw een uitbarsting, maar helaas kon de röntgenstraling van de magnetar toen niet waargenomen worden door XMM-Newton, vanwege de ongunstige positie ten opzichte van de zon. In september lukte dat echter wel, en hoewel de röntgenhelderheid toen al sterk was afgenomen, slaagden Europese sterrenkundigen er toch in om met de gevoelige EPIC-camera van de kunstmaan de rotatieperiode te bepalen. Het kleine, compacte neutronensterretje blijkt momenteel elke 2,6 seconden één keer om zijn as te draaien.Sterrenkundigen hopen bij een volgende uitbarsting opnieuw de rotatiesnelheid te kunnen bepalen. Die neemt continu af door energieverlies via het sterke magneetveld. Door die afnamesnelheid te meten, kan een schatting worden gemaakt van de rotatiesnelheid waarmee de magnetar is geboren. De leeftijd van het rondtollende hemellichaam wordt geschat op hooguit een paar duizend jaar, omdat de nevelresten van de sterexplosie waaruit hij voortkwam nog steeds zichtbaar zijn.