Koninklijke Akademie gaat debat over klimaat aan
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) gaat een leidende rol spelen in de discussie over de kwaliteit van het klimaatonderzoek. Daartoe wordt binnenkort een groep topwetenschappers uit verschillende vakgebieden bijeen geroepen, die moeten vaststellen waarover consensus bestaat en waar nog verder wetenschappelijk onderzoek nodig is.
Dat heeft de KNAW woensdag bekend gemaakt, in reactie op verschillende oproepen om een standspunt in de recente affaires over fouten in de rapporten van het VN-klimaatpanel IPCC. Volgens de KNAW moet er een kritische analyse van de IPCC-rapporten komen. ‘De samenleving heeft in een debat over een zo belangrijk obderwerp recht op betrouwbare informatie.’
De KNAW benadrukt dat zorgvuldigheid, kwaliteit en integriteit cruciaal zijn in de wetenschapsbeoefening, schrijft zij in een bekendmaking. Het is volgens de academie zaak dat de balans wordt hersteld in de discussies over klimaatverandering. Daarbij moet duidelijker worden gemaakt wat het wetenschappelijk gewicht is van wat in de discussies als bewijs wordt aangedragen.
Vorige week beval minister Cramer van Milieu een nader onderzoek naar de betrouwbaarheid van gegevens van het IPCC. Aanleiding waren berichten dat in de laatste rapportage gegevens over Nederland onjuist bleken te zijn. Eerder was er al ophef over een ongefundeerde voorspelling dat in 2035 de gletsjers in de Himalaya zouden zijn gesmolten.
Voormalig KNMI-researchdirecteur Henk Tennekes heeft vorige week zijn lidmaatschap van de KNAW opgegeven, uit onvrede over de dubbelrol die de academie in zijn ogen speelt: enerzijds hoeder en adviseur op het gebied van wetenschappelijke kwaliteit, anderzijds als eigenaar van een groot aantal eigen onderzoeksinstituten.
Een groep van ruim vijftig Nederlandse hoogleraren schrijven woensdag in NRC Handelsblad geschokt te zijn door de politieke reacties op de missers in het IPCC-rapport. Het wegzetten van de hele klimaatwetenschap als bedriegers en klimaatmafia noemen ze volkomen misplaatst. Wel zou het IPCC grootmoediger moeten zijn in het erkennen en corrigeren van fouten, aldus het gezelschap.