Kinderen volgen met gps-trackers: paranoid parenting?
Dankzij gps-trackers kunnen ouders altijd volgen waar hun kind uithangt. Het laatste staaltje van 'paranoid parenting'? En wat doet die controle met het kind? 'Kinderen moeten geheimpjes hebben.'
De Amerikaanse schrijver Bill Bryson móést als kind buiten spelen. Zonder toezicht. Hij mocht alleen bij zijn moeder aankloppen als hij in de fik stond of overvloedig bloedde. Deze uitspraak wordt graag aangehaald door aanhangers van meer nostalgische opvoedstromingen die de moderne wereld vol traphekjes, fietshelmpjes en babyfoons met cameratoezicht hoofdschuddend bezien.
Voortschrijdende techniek biedt de hedendaagse ouder sinds enige tijd een nieuwe bondgenoot: de gps-tracker. Je kind volgen per app op een mobieltje of via een horloge, ketting of andere gadget voorzien van gps-signaal. Inclusief slogan: they go, you know. Hoeveel de trackers verkocht worden is onduidelijk, maar het feit dat ze gewoon te koop zijn bij winkels als Kruidvat of de Blokker zegt toch iets.
De 'paranoid parent' van de Brits-Hongaarse socioloog Frank Furedi (zijn boek over overbezorgd ouderschap verscheen in 2001) lijkt actueler dan ooit. Furedi, zelf op latere leeftijd vader geworden, bezag het ouderschap als wetenschapper. Ook hij had, op het Hongaarse platteland, een Bill Bryson-achtige jeugd beleefd: vol vrijheid en schaafwonden. Het had hem tot een volwassene met een aardig incasseringsvermogen gemaakt. Kunnen kinderen van nu wel net zo veerkrachtig opgroeien, vroeg hij zich af, met al die helikopterouders?
Dat nieuwe ouderras ontstond ergens in de jaren negentig. Het beeld spreekt voor zich: de helikopter die permanent boven het hoofd van zoon of dochter zweeft om elke vorm van dreiging ('ademt-ie nog?', 'pas op, een geit', 'welke leraar heeft je een 5 gegeven?') af te wenden. Zo leer je natuurlijk nooit op jezelf vertrouwen of je eigen boontjes te doppen.
'We beschermen onze kinderen tegen de ervaring van het leven', schreef Furedi. Uit Amerikaans onderzoek sindsdien bleek dat door helikopterouders grootgebrachte jongvolwassenen voor elk wissewasje hun vader of moeder belden. Het aantal studenten met faalangst (als je nooit tegenslag hebt, weet je ook niet hoe je moet struikelen) was hoger dan ooit.
'Virtuele navelstreng'
Het gebruik van 'tracking' zal deze trend alleen maar voortstuwen, stelt Katleen Gabriels, onderzoeker aan de vakgroep filosofie en moraalwetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Gabriels publiceerde deze zomer een artikel in het vakblad Ethics and Information Technology over het gebruik van zogeheten 'other-tracking' apps door ouders.
Omdat empirisch onderzoek naar het gebruik van tracking-gadgets en apps ontbreekt, keek Gabriels onder meer naar studies over ouders die hun kinderen een mobieltje geven. Ze noemt een Ierse studie uit 2014 waarin de onderzoekers een groep ouders en kinderen tussen de 8 en 12 jaar gedurende een schooljaar volgden.
'Gevraagd waarom ouders hun kind een gsm naar school meegeven, hoewel dit verboden is, zeggen ze steevast: voor noodgevallen. Wat dat concreet betekent, weten ze vaak niet.' Gabriels noemt de mobiele telefoon een soort 'virtuele navelstreng'. 'Het Ierse onderzoek concludeerde dat de kinderen zich gecontroleerd voelden. Ze logen dat hun batterij leeg was of vergaten hun telefoon aan te zetten, om aan controle te ontsnappen.'
Vergelijkbaar onderzoek bij Amerikaanse tieners laat zien dat pubers gaan liegen, zegt Gabriels. 'Geen beltegoed' is een vaak gebruikte smoes voor het uitblijven van een door ouders gewenst levensteken.
Gabriels wil niet zeggen dat het gebruik van gps om je kind in de gaten te houden per se verwerpelijk is, maar als je het doet: doe het altijd in overleg met het kind. 'Als een kind eigen inbreng ervaart of een dialoog, dan geef je het autonomie. Het kind moet dan ook mogen zeggen: dat wil ik niet.'
De behoefte aan autonomie begint al heel vroeg, legt ze uit. Zelfdeterminatie is een universele basisbehoefte van de mens. Een controlerende moeder heeft al invloed op heel jonge kinderen. 'In een studie moesten moeders naast hun kind van 1 zitten als het speelt. Sommige moeders keken gewoon toe, andere moeders waren meer sturend en grepen in in het spel van hun kind. Toen de kinderen na een half jaar weer werden geobserveerd, zag je dat het concentratievermogen en de volharding hoger lagen bij de kinderen die een minder controlerende moeder hadden.'
'Door het horloge laat ik haar zelfs vrijer'
Linda van Aken (31), moeder van Rhoan (2) en Anna-Sophia (4), is blogger op mamaliefde.nl
Haar zoon speelt nog gewoon in de tuin, maar haar 4-jarige dochter gaat met een gps-horloge naar de speeltuin om de hoek. 'Dan zit ik heus niet de hele tijd op mijn laptop of mobiel te kijken. Maar als ze lang zou wegblijven kan ik zien waar ze is. Mijn dochter is nogal spontaan, zo'n meisje dat achter een vlinder aangaat en dan de weg kwijtraakt.'
Eigenlijk wilde Van Aken vooral zo'n tracker voor haar moeder die parkinson heeft, maar toen ze er eenmaal eentje had geprobeerd, was ze enthousiast. 'Er zit een sim-kaartje in, dus theoretisch kan ik haar bellen. Ik krijg een signaal als ze te ver weg gaat, dat kun je instellen, en er is een noodknop. Die vond ze iets te leuk in het begin, dus die hebben we een beetje anders afgesteld.'
Van Aken noemt zichzelf een makkelijke moeder, geen 'overbezorgd type'. 'Ik vind vrijheid, fouten mogen maken en zelfredzaamheid belangrijk. Door het horloge laat ik mijn dochter zelfs vrijer.'
Ze woont met haar gezin in een woonwijk in Delft, met een drukke doorgaande weg in de buurt. De speeltuin ligt vlak bij de weg, dat is haar grootste zorg. 'Ik weet ook wel dat een gps-signaal haar niet tegen een auto kan beschermen. Ik denk dat het vooral mijn gevoel is dat hierdoor meer veiligheid ervaart, mijn verstand weet wel beter.'
Gabriels ziet het tracken als exponent van de wens tot controle. 'Vooropgesteld dat verwaarlozing natuurlijk nog erger is, vind ik het toch kwalijk dat die grote aandacht voor veiligheid minder ruimte laat aan kinderen om met vallen en opstaan te leren.'
De helikopterouder, of vriendelijker 'intensieve' ouder genoemd, manifesteert zich vooral in de midden- en hogere klassen, zegt Gabriels. 'De technologie faciliteert de waakzaamheid van deze ouders. Denk aan babyfoons. In België zie je steeds meer babyfoons met camera en sensoren. Er zijn zelfs babyfoons op de markt die aan internet gekoppeld zijn, zodat ouders op hun mobieltje elke beweging van de baby kunnen volgen.
'Er is meer verkeer, minder sociale cohesie, de tijd dat alle buren op je kinderen letten is voor veel stadsbewoners voorbij', verklaart de filosofe het intensieve ouderschap. En toch, zegt Gabriels, de wereld is niet zozeer gevaarlijker geworden, wij zijn angstiger geworden. Maar ook de idee van maakbaarheid speelt mee: de helikopterouder kan zijn kind vormen tot succesvol eindproduct. En de slimme marketeer speelt in op de angsten van deze ouder.
Zo ziet ook Henk Boeke, redacteur van Ouders Online, de grootste online-oudercommunity in Nederland, de gps-trackers: een val van de commercie. 'De aanbieders van dit soort gadgets en apps gebruiken bestaande techniek om in te spelen op ouderlijke angstgevoelens en op de algemene maatschappelijke wens risico's helemaal te mijden.'
Boeke is wars van helikopterouderschap. 'Natuurlijk kan zo'n apparaatje handig zijn als je kind een ernstige stoornis of handicap heeft, maar verder vind ik het flauwekul.'
Ook kwalijk vindt hij de schijnveiligheid die de trackers bieden. 'Als er echt iets gebeurt, wat heb je er dan aan?' In discussies op het forum van Ouders Online ziet hij steeds meer 'Amerikaanse angsten' voorbij komen. 'Spelen in het park wordt bijna niet toegelaten, uit angst voor vreemden. Maar als je de cijfers van ontvoeringen of misbruik bekijkt: als er iets gebeurt is het vaak een naaste die de dader is. Dan helpt zo'n gps-tracker je niet.'
Geheimpjes
Boeke citeert graag emeritus hoogleraar historische pedagogiek Bas Levering. 'Die zegt: kinderen moeten geheimpjes hebben. Daar ben ik het volledig mee eens. Bijvoorbeeld over hun verblijfplaats. Ook een kind heeft recht op privacy, het is nodig voor een gezonde identiteitsontwikkeling. Dat geldt natuurlijk minder voor de allerkleinsten, maar wel in de puberteit én prepuberteit.'
Kinderen mogen niet meer dolen en zwerven, stelde de Britse huisarts en activist William Bird. Hij bracht dit in kaart aan de hand van de actieradius van de fictieve Thomas, een jongetje van 8 en zijn voorgaande generaties. Zijn moeder liep op die leeftijd in haar eentje een kilometer naar het zwembad. Zijn opa speelde in het bos op een paar kilometer afstand en zijn overgrootvader wandelde rustig acht kilometer naar een mooi visplekje, zonder dat iemand zich zorgen maakte. Thomas zelf bereikt het einde van de straat niet voor zijn moeder hem terugroept.
Peter Paul Verbeek, hoogleraar filosofie van mens en techniek aan de Universiteit Twente, vindt de verschuiving van meerdere kilometers naar de eigen straat best te verdedigen, als het om kinderlijk zwerfgedrag gaat. 'Die overgrootvader in de jaren twintig kon hoogstens door een huifkar omver worden gereden. De wereld is complexer en de straat onveiliger. Dat is een legitieme vaststelling. Wat je daarmee doet is een tweede vraag.'
'Vooral om je eigen angst te onderdrukken'
Bianca van Arkel (28), moeder van Sterre (8), is blogger op pinkit.nl
Kort geleden verhuisde Van Arkel van een dorpje naar een 'nette wijk' in Hengelo. Als dochter Sterre niet op school is, draagt ze een gps-horloge. 'Ze draagt hem alleen als zij dat wil. Soms laat ze de hond uit en dan doet ze hem niet om, dat vind ik ook goed.'
In het dorpje waar Van Arkel eerst woonde had ze zo'n gps-apparaat niet nodig: 'Daar houdt iedereen elkaar en elkaars kinderen in de gaten. Hier niet.' Van Arkels grootste angst: een rare viespeuk. Ook al weet ze dat die kans klein is en dat-ie dan altijd nog dat horloge kan afdoen.
Van Arkel noemt zichzelf een beschermende moeder, ze schat zichzelf voorzichtiger in dan veel andere ouders. 'Zo'n apparaat is toch vooral om je eigen angst te onderdrukken, en gelukkig vindt mijn dochter het een gaaf ding. Ik ben wel wat losser geworden sinds de tracker.' Natuurlijk weet Van Arkel dat een horloge of noodknop geen enkele zekerheid biedt. 'Het is vooral een beetje een geruststelling.'
Juist meer loslaten
Toen Verbeeks jongste zoon in groep zes zat, ging hij naar een andere school. 'Dat was een eind fietsen, toen hebben we hem een mobieltje gegeven. Hij was 9. We wilden weten of hij wel op school aankwam en hem de mogelijkheid geven ons te bellen als er iets was. Daar heeft hij één keer gebruik van gemaakt. Hij had een lekke band.'
Verbeek stelt dat de technologie het juist mogelijk maakt om kinderen meer los te laten. 'Ik weet niet of ik mijn zoon naar die school zo ver weg had durven laten gaan als er nog geen mobieltjes hadden bestaan.'
Bij pubers vindt Verbeek het een ander verhaal. 'Het volgen van de smartphone van je kind is verstrekkend. Je zegt dat je bij Harrie was, maar je iPhone zegt dat je bij Henriëtte was? Volgens mij moet je dat niet willen. Permanente tracking lijkt me op geen enkele leeftijd in het belang van het kind, trouwens.'
Elke ouder wil goed voor zijn kind zorgen, maar wat is goed zorgen voor je kind in een tijd met veel technologische middelen? Verbeek denkt dat we in een overgangsfase zitten. 'Door de moderne techniek verschuift de grens tussen privé en publiek. Door sociale media weten we niet alleen van onze kinderen maar ook van andere mensen steeds vaker waar ze zijn, wat ze doen en met wie. Het is niet gek dat dan ook de omgangsvormen en daarbij gebruikte middelen tussen ouders en kinderen opschuiven. We moeten de juiste vorm nog vinden.'
Een voorbeeld: met digitale leerlingvolgsystemen kunnen ouders de vorderingen van hun kind op school volgen. Verbeek logt nooit in. 'Omdat ik mijn kind het basisvertrouwen wil geven dat hij het zelf kan regelen. Sommige ouders verklaren me voor gek: die zitten er bovenop. Uiteindelijk gaat het niet over techniek, maar over de opvoedrelatie die eraan ten grondslag ligt.'