Kek, koddig, kneuterig: woorden die knapperen als het voorbeeldhaardvuur
Afwisselend betuigen Stella Bergsma en Sylvia Witteman hun liefde voor Nederlandse woorden die je niet vaak genoeg meer hoort. Deze week: kostelijk.
'Zei je nou kostelijk?' Ik ben uit eten met twee vriendinnen. Kreeft en kalfsoester. Alleen maar lekker omdat het duur is. Eentje vertelt net een grappig verhaal dat eindigt met dat woord.
'Ja, hoezo', reageert ze verbaasd. 'Is toch heel normaal?'
'Zeker', zeg ik. 'Ik vind het zelfs een leuk woord, maar gewoon niet bij je passen. Zo ouderwets.'
'Dáárom gebruik ik het juist', legt ze uit. 'Het is ironisch. Meta, snap je? Post-kostelijk. Ik kies het omdat het koddig is.'
'Nu zeg je weer koddig', roep ik.
'Het is gewoon kneuterig', zegt ze. 'Een gezin bij een haardvuur en moeder die roddels vertelt terwijl ze sokken stopt.'
'Kneuterig', lach ik. Het kan niet op vandaag.
'Of ze zitten aan tafel', gaat ze verder.
'Omdat je het met kost associeert?', vraag ik. 'Maaltijd?'
Ik krijg geen antwoord, ze oreert voort over kinderen en spruitjes. Waarschijnlijk heeft het met kosten te maken, denk ik bij mezelf. Iets wat duur is en daarom veel waard. Ik pak mijn mobiel om het op te zoeken. Zelf moet ik denken aan ondeugende mannetjes met glimoogjes. Aan Dries van Agt die een kekke anekdote vertelt. Kek, koddig, kneuterig. Woorden die knapperen als het voorbeeldhaardvuur. Kostelijk! Het is afkomstig uit het Duits. So aangenaem, so kostelijk, so waerd, vind ik in een Oudhollandse tekst. Zie je? Het gaat om geld, waarde. Ik wil het mijn vriendin vertellen maar zij is nog steeds aan het associëren. Strijkende vrouwen die pardoes een plooi maken. 'Pardoes', schreeuwt mijn andere vriendin ineens door het restaurant. Daar moet we alledrie belachelijk hard om lachen.
'Waarom is dit zo grappig eigenlijk', vraagt haardvriendin.
'Geen idee', zeg ik, de tranen uit mijn ogen vegend. Ik neem een hapje van mijn te dure kreeft en kijk ze aan. Zo aangenaam, zo kostelijk, zo waard.