Impact van een oude Maastrichtenaar
Nog maar acht jaar geleden werd Maastricht wereldberoemd in Europa. De regeringsleiders van de EG sloten er het Verdrag van Maastricht, waarmee ze de grondslag legden voor de Economische en Monetaire Unie (EMU), zeg maar: de euro....
Maar al 142 jaar vóór deze gebeurtenis ging de stad aan de Maas de wereld over. Toen, in 1849, sprak de geologische gemeenschap voor het eerst over het Maastrichtien. Voortaan was dat de naam van de laatste vijf miljoen jaar van het tijdvak Krijt, dat 65 miljoen jaar geleden eindigde met een daverende knal. Het was de inslag van een asteroïde die, naar wordt aangenomen, in één klap de dinosauriërs uitroeide.
Eén van die grote reptielen was de maashagedis, ofwel de mosasauriër. En aan deze zeebewoner dankt Maastricht zijn bekendheid onder wetenschappers. Dat die reputatie 150 geleden leidde tot de term Maastrichtien is aanleiding voor de expositie Dinosaurs, ammonites & asteroids in het Natuurhistorisch Museum Maastricht. Het is een kleine tentoonstelling over het leven tijdens het Maastrichtien, maar wel een bijzondere: 25 instellingen uit 12 landen hebben overblijfselen van tijdgenoten van de mosasauriër naar Maastricht gestuurd.
Die maashagedis zelf was een vervaarlijke vleeseter van acht meter lang. Hij zwom in de Krijtzee die destijds Zuid-Limburg bedekte. Talloze (kleine) organismen in die zee zonken na hun dood naar de bodem en vormden dikke kalklagen: het mergel dat veel later, tijdens het Kwartair, werd opgestuwd tot exploiteerbare hoogten.
De mergelwinning begon vierhonderd jaar geleden. In 1770 stuitte een arbeider in de St.-Pietersberg bij het loswringen van een mergelblok op de fossiele schedel van een grote, onbekende hagedis. Tijdens het beleg van Maastricht, 25 jaar later, namen de Fransen dit eerste mosasauriër-fossiel mee naar huis, waar het nog steeds wordt bewaard.
Maashagedissen in diverse soorten zijn sindsdien op veel plaatsen in de wereld aangetroffen. Deze week nog werd de vondst bekend van fossielen van het dier op Antarctica. Eerder werd dichter bij huis, in een mergelgroeve van het cementbedrijf ENCI bij Maastricht, een redelijk compleet skelet ontdekt, dat over een paar jaar kan worden tentoongesteld.
De maashagedis moge een gevaarlijk beest zijn geweest met vier rijen weerhaakvormige tanden, veel van zijn tijdgenoten waren dat niet. De rhabdodon bijvoorbeeld, met zijn snavelvormige bek, was een vreedzame planteneter, zo groot als een flinke hond. Er staat een replica van het dier op de expositie en in een vitrine liggen stukken bot, afkomstig uit Transsylvanië (Roemenië). Uit hetzelfde gebied komen de resten, kaakfragmenten bijvoorbeeld, van de telmatosauriër, ook een kleine planteneter.
Nog niet zo lang geleden werd de vleesetende variraptor ontdekt - zijn fossiele resten werden in Zuid-Frankrijk gevonden. Een replica van het dier - ook niet groter dan een flinke hond - is op de tentoonstelling te zien, klein, maar agressief ogend. Overtuigend ook ziet de gefossiliseerde schedel met roofdiertanden eruit van de veel grotere tarbosauriër uit Mongolië.
Zulke duidelijkheid is er lang niet altijd: van veel sauriërs zijn slechts kleine, weinig zeggende resten tentoongesteld in de vitrines. Sprekender zijn nog wel de dino-eieren uit Frankrijk en de zeldzame voetafdruk van een ankylosauriër uit Bolivia.
De mosasauriër ontbreekt op de tentoonstelling. Dat komt: de expositie die nu in het museum is te zien, is nog maar het eerste deel, het gedeelte over landdieren. In november gaat het tweede deel open, over zeedieren uit het Maastrichtien. Behalve fossielen van de maashagedis zullen daar onder meer veel resten van ammonieten worden geëxposeerd, dat wil zeggen: de gefossiliseerde opgerolde huisjes waarin deze uitgestorven inktvis-achtigen destijds huisden.
Toch is de mosasauriër er ook nu al. Niet ver van de kleine tentoonstellingszaal is hij te bewonderen in de permanente collectie van het museum. Een afgietsel van het eerst gevonden fossiel staat er en de reconstructie van het imposante, volledige skelet van het dier. Een welkome aanvulling op de expositie.