ColumnMarleen Kamperman

‘Ik ben hoogleraar, maar weet nauwelijks hoe het zit’

null Beeld
Marleen Kamperman

Nog maar een paar maanden geleden ben ik aangesteld als professor, ook wel hoogleraar genoemd, aan de universiteit. Ik ben nog niet echt aan het idee gewend, maar het staat op de deur van mijn kamer, het staat op het contract dat ik als het goed is nog ergens heb liggen, het staat bij dit stukje. Het is officieel. Gek is het, ik zat al jaren in het traject dat me naar deze functie heeft geleid, maar nu het zover is word ik van tijd tot tijd belaagd door twijfel. Ben ik professor? Hogepriester van Minerva, ik? Is hier geen misverstand in het spel? Professors zijn toch geleerde figuren, mensen die weten wat ze doen. Die het grote geheel overzien, antwoorden paraat hebben, op Radio 1 mogen vertellen hoe het zit.

Ik weet nauwelijks hoe het zit. Regelmatig kloot ik maar wat aan, in de hoop dat er iets goeds uit voortkomt. Jawel, ik ben aardig thuis in mijn vakgebied. Ik weet wat polymeren zijn, hoe je ze moet maken, waar je ze voor kunt gebruiken, van playmobilpoppetjes tot brillenglazen tot hartkleppen. Maar verder? Ik ken genoeg mensen die slimmer zijn dan ik, en geen professor. Het grote geheel ontgaat me grotendeels. Moet ik een wetenschappelijke autoriteit voorstellen? Ik kan vaak mijn fietssleutel niet eens vinden.

Binnenkort – ik kan er niet heel veel langer onderuit – ben ik aan de beurt voor mijn inaugurele rede. Een plechtig gebeuren, bijgewoond door onder meer een regiment medeprofessors van de universiteit waar ik aan verbonden ben. Ik word geacht in die rede uiteen te zetten wat ik als nieuwe professor van plan ben bij te dragen aan de wetenschap, en daarmee aan de maatschappij, waar de universiteit tenslotte middenin heet te staan.

Ik denk erover, om geen valse verwachtingen te wekken, om in mijn rede maar gewoon op te biechten hoe de vlag erbij hangt. Dames en heren, ik weet niet of ik voldoende geleerdheid in mijn bagage, en professorale allure heb. Eerlijk gezegd heb ik maar weinig antwoorden paraat, en vooral veel vragen. Waarom, bijvoorbeeld, kunnen we spinrag, taai en sterk, nog altijd niet fatsoenlijk namaken? Maar, zo kan ik er misschien aan toevoegen, is dat niet de essentie van wetenschap? Je realiseren dat je net niks weet, dat je tast in een uitgestrekt duister. Dat je hooguit kunt proberen dat tasten enigszins systematisch aan te pakken, om op die manier, op den duur, wie weet, hier en daar een miniem lichtje te doen schijnen. Meer kan ik u echt niet beloven, al draag ik vandaag deze statige toga, al staat er tegenwoordig prof. voor mijn naam. Maakt u zich geen zorgen, ik breng heus wel de nodige kennis en kunde mee. Radio 1 mag me best bellen, ik sla geen modderfiguur, maak de universiteit niet te schande. Maar uitsluitsel, zelfs als het over polymeren gaat, kan ik niet beloven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden