ColumnCasper Albers
Idee: voortaan elke vier maanden één provincie laten stemmen
We mochten deze week weer naar de stembus. Dit feest van de democratie ging traditiegetrouw vergezeld met geklaag: in de (landelijke) media ging het nauwelijks over provinciale of waterschappelijke thema’s. Het ging vooral over hoe de nieuwe Eerste Kamer eruit gaat zien, waarbij zelfs de premier vrolijk mocht meedoen aan het BNNVARA-debat.
Over de auteur:
Casper Albers is hoogleraar statistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
CDA-Kamerlid Inge van Dijk kwam met een interessant voorstel om die landelijke focus tegen te gaan. Dat kun je doen door de Statenverkiezingen te spreiden. In plaats van eens in de vier jaar twaalf provincies te doen, kun je ook elke vier maanden één provincie laten stemmen. Je kunt niet elke vier maanden wekenlang landelijke debatten hebben, dus dat creëert rust in de tent.
Klinkt interessant, maar het wordt zo wel veel lastiger om de Eerste Kamer representatief te laten zijn. In het huidige systeem krijgt elk Statenlid een bepaalde stemwaarde, zodat de zwaarte van de stem proportioneel is met het inwonersaantal. Op wat microscopische afrondverschillen na (Zeeuwse Statenleden hadden in 2019 stemwaarde 98 terwijl ze eigenlijk 98,22 hadden moeten hebben), geldt hier het ‘one man (m/v/x), one vote’-principe.
Opvallend punt hierbij is wel dat gewogen wordt naar inwoners en niet naar stemmers. Hierdoor telde in 2019 een stem uit Utrecht (opkomst 61,6 procent) zo’n 17,5 procent lichter dan een stem uit Limburg (opkomst 52,6 procent).
Het door Van Dijk aangehaalde onderzoek stelt echter voor om elke provincie apart een aantal toegewijde Eerste Kamerleden te laten verkiezen. Maar bij het verdelen van de 75 stoelen over de provincies gaan afrondverschillen opeens een hoofdrol spelen. Op basis van haar 383 duizend inwoners heeft Zeeland recht op zo’n 1,6 zetel. Als je dat afrondt naar 2 zetels, geef je Zeeuwen 25 procent meer macht dan eerlijk is, maar afronden naar slechts 1 zetel is ook ongewenst.
Verder leidt dit tot een complete verandering in het politieke landschap. De uitslagen zijn tijdens het schrijven van deze column nog niet bekend, maar bij de laatste Ipsos-peiling zouden 13 partijen in de Zeeuwse Staten komen. Zou de provincie maar 2 zetels in de Eerste Kamer krijgen, dan zou dit tot een ongekend aantal samenwerkingsverbanden leiden – want geen der partijen komt op eigen kracht aan genoeg stemmen – totdat je Amerikaanse toestanden hebt.
Deze problemen zijn enigszins in te perken door niet per provincie maar per regio te stemmen, waarbij elke regio goed is voor zo’n kwart van de zetels. En tot 1983 hadden we exact dat systeem. Op papier werkte het prachtig, maar het had een groot probleem: de opkomst voor de verkiezingen was dramatisch laag. Deze oplossing lijkt dus niet de oplossing te zijn.
Wat zou kunnen werken om de landelijke mediafocus tegen te gaan is om allemaal lid te worden van een omroep en zo BNNVARA te dwingen betere journalistieke keuzen te maken. Maar dat is ook zo’n gedoe.
Eigenlijk had Henny Vrienten veertig jaar geleden al de ultieme oplossing: er zit een knop op je tv, die helpt je zo uit de puree. Zap naar de regionale omroep, of zet die tv uit en lees een mooi statistiekboek.
Correctie 16/3: In een eerdere versie van deze column stond ‘elke drie maanden één provincie laten stemmen, dat moet zijn ‘elke vier maanden’. En ‘17,5 procent zwaarder’ is veranderd in het juiste ‘17,5 procent lichter’.