Het Duitse weer valt vaker mee
Ook in Berlijn zijn de weersomstandigheden grilliger en grimmiger dan vroeger. Dat althans is de stellige overtuiging van mensen die het kunnen weten, zoals onze bovenbuurvrouw – tevens bezitster van een (voor ons helaas ontoegankelijke) stadstuin met de omvang van een modaal Nederlands park....
Toen het gematigde landklimaat nog niet in de war was geraakt, was het in mei – in de herinnering van mijn buurvrouw – aangenaam, zonnig maar niet te warm. Alle bloemdragende bomen in haar tuin kwamen gelijktijdig tot bloei, en verspreidden bij windstil weer hun zoete geuren. Tegenwoordig oogt de natuur al vermoeid als de zomer nog moet beginnen. In augustus zijn de bladeren verschroeid en verlept. Onweersbuien brengen nauwelijks nog verkoeling.
Voor kenners van het Nederlandse weertype is het klimaat in Berlijn echter nog alleszins aanvaardbaar. Te meer omdat het weer in de praktijk haast altijd mooier is dan voorspeld. Waar – in mijn herinnering – de Nederlandse weervoorspellers zich vaak laten verleiden tot veel te optimistische uitspraken over de temperatuur en de kans op een bui, stellen hun Duitse collegae vaak ten onrechte regen, storm en ander ongerief in het vooruitzicht. En je geniet nog meer van een mooie dag als de meteorologische deskundigen er geen rekening mee hebben gehouden.
Graag zou ik mijn hoogst persoonlijke waarneming eens door een wetenschapper getoetst willen zien. Want misschien getuigt het idee dat het weer in werkelijkheid vaak beter is dan op de weerkaart vooral van positieve vooringenomenheid tegenover het gastland. Maar misschien kan mijn perceptie statistisch worden bevestigd.
Maar dan dient de vraag zich aan: wat betekent dit? Bedienen Nederlandse en Duitse weermannen zich van verschillende modellen? Is de negatieve foutmarge bij het zeeklimaat – regen als zon wordt voorspeld – groter dan bij het landklimaat? Of manifesteert de volksaard zich in de weersvoorspellingen? Laat de Nederlander zich – net als bij voetbaltoernooien waarvoor Oranje zich heeft gekwalificeerd – eerder door ongefundeerd optimisme meeslepen dan de Duitser?
Hoe het ook zij: het gevolg van de meteorologische praktijk in Duitsland is dat het weer er vaker meevalt dan in Nederland. En dat is prettig – per saldo. Maar het brengt ook het gevaar met zich mee dat weersvoorspellingen in het eigen voordeel kunnen worden geïnterpreteerd. Als het weerpictogram in mijn Berlijnse krant een wolkje toont waarachter nog net een half zonnetje zichtbaar is, dan zie ik uitsluitend de zon. En vaak terecht. Maar niet altijd.
Zo zijn we onlangs met goede moed naar Wannsee gegaan in weerwil van een stormwaarschuwing. Wij dachten: als de andere strandminnaars zich hier wél iets van aantrekken, is het lekker rustig aan de waterkant. We konden inderdaad gaan zitten, liggen en graven waar we wilden. Toch was de rust maar heel betrekkelijk: kort nadat we ons in zo’n ouderwetse strandkorf hadden geïnstalleerd, werden we door een Bijbels noodweer verdreven. De thuisreis werd aanzienlijk bemoeilijkt door omgeblazen bomen. Alleen in ons deel van de straat lagen al vier woudreuzen op het plaveisel. Ze zijn dus niet altijd te somber, die Duitse weermannen. Maar ze zijn nooit te positief. En dat maakt slecht weer hier toch een stuk draaglijker dan in Nederland.Sander van Walsum
