Franse helmkrab en heremietkreeft zetten koers naar Nederland
Op de Nederlandse stranden spoelen de laatste jaren steeds vaker kreeften en krabben aan die eigenlijk niet in Nederland thuishoren....
Van onze verslaggeefster
CASTRICUM
De oorzaak van het verschijnsel is nog onduidelijk. 'Sommigen zien dit als een gevolg van het versterkte broeikaseffect', aldus onderzoeker A. Gmelig Meyling. 'Door de klimaatverandering wordt ook het zeewater warmer en daardoor vergroten deze soorten hun leefgebied in noordelijke richting.'
Gmelig Meyling is verbonden aan de stichting Anemoon (ANalyse, Educatie en Marien Oecologisch ONderzoek). Hij is een van de vijftienduizend vrijwilligers die voor minister Van Aartsen van Natuurbeheer tellen hoeveel planten en dieren in Nederland voorkomen. Maandag kwam het Jaarboek Natuur '97 uit waarin alle gegevens en trends staan opgesomd. In 1993 verscheen voor het eerst zo'n inventarisatie in boekvorm.
Zelf is Gmelig Meyling nog wat sceptisch over de theorie van het broeikaseffect. 'Vast staat wel dat er de laatste vijf jaar veel warme zomers en zachte winters waren. Maar er zijn altijd veel fluctuaties aan de kust en daarom is het nog moeilijk om een oorzaak aan te geven.'
Ook een nieuw schelpdier is volgens het jaarboek de laatste jaren langs de kust gesignaleerd: de tweekleppige Amerikaanse zwaardschede. Aangenomen wordt dat de larven in het ballastwater van een schip zaten, dat afkomstig was uit de Verenigde Staten. Gmelig Meyling: 'Supertankers zijn soms met water gevuld en dat laten ze eruit stromen als ze in Rotterdam olie innemen.'
Het schelpdier heeft zich explosief verspreid langs de Duitse, Deense, Nederlandse en Belgische kust. Aanvankelijk dacht men dat dit de oorzaak was van de afname van kokkels, venusschelpen en tapijtschelpen. Maar deze inheemse soorten, aldus de onderzoeker, waren al op de terugtocht vóór de komst van de Amerikaanse zwaardschede.
Dit schelpdier is nu zo massaal aanwezig dat de interesse is gewekt van de commerciële schelpdiervisserij. In het jaarboek wordt echter al gewaarschuwd. 'Doordat deze soort zich tot meer dan een halve meter in het sediment ingraaft, zal bij gerichte visserij de bodem tot op grotere diepte moeten worden omgewoeld, met als gevolg dat ook de overige bodemfauna sterk wordt verstoord.'