technologie
Een waterfilter voor schoner en veiliger kraanwater? Nergens voor nodig
De populariteit van waterfilters lijkt flink toe te nemen. Volgens de fabrikanten zuiveren ze kraanwater van zware metalen en bacteriën. Experts wijzen de apparaten eensgezind af. ‘Pure misleiding.’
Ze hebben sprankelende namen als Marella, Aluna en Berkey en hun beloften zijn minstens zo welluidend: veilig kraanwater – ‘voor een gezondere leefstijl’ – en bovendien een reductie van de plasticsoep. Ze zouden zware metalen als lood en koper verwijderen, maar ook medicijnresten en parasieten. Waterfilters zijn kortom onmisbaar voor wie op een veilige en duurzame manier water wil drinken, als je fabrikanten mag geloven.
Hun populariteit lijkt flink toe te nemen. Bij Blokker en andere huishoudwinkels staan al gauw vijf typen waterfilterkannen in de fysieke en digitale schappen, in prijs variërend van 15 tot meer dan 60 euro. En een fabrikant als Brita, een van de grootste spelers op de Nederlandse consumentenmarkt, behaalt elk jaar betere omzetcijfers. Tussen 2000 en 2020 steeg de wereldwijde omzet van het Duitse bedrijf van 111- naar 617 miljoen euro. Minstens 20 miljard liter water gaat er naar eigen zeggen jaarlijks door hun filters.
Wacht eens even, water uit de kraan is toch gewoon drinkbaar? Heeft extra filtering dan meerwaarde? ‘Nee, dat is nergens voor nodig’, zegt Kitty Nijmeijer resoluut, hoogleraar membraantechnologie aan de TU Eindhoven. ‘Kraanwater is al veilig en schoon. Dat soort filters bieden schijnzekerheid. Hier wordt een oplossing verkocht voor een niet-bestaand probleem.’ Of drinkwater nu afkomstig is uit de grond – zoals geldt voor tweederde van Nederland – of uit oppervlaktewater, een reeks zuiveringsmethoden zorgt ervoor dat de kwaliteit een van de beste ter wereld is.
Wettelijke normen
Andere experts zijn het met haar eens, zoals hoogleraar milieuecologie Annemarie van Wezel (Universiteit van Amsterdam), die jarenlang werkte bij waterkenniscentrum KWR. De drinkwaterkwaliteit, benadrukt ze, wordt bovendien nauwlettend gemonitord, door de waterbedrijven zelf en door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Die laatste controleert het leidingwater op tientallen bestanddelen, meer dan Europees vereist is. Daaronder zijn bacteriën – E. coli, legionella – en chemische stoffen zoals lood en benzeen of pfas, maar ook medicijnresten. Daarnaast houdt ze concentraties in de gaten van elementen die onschuldig zijn maar wel de smaak beïnvloeden, zoals ijzer en mangaan.
Wettelijke normen worden zelden overschreden, blijkt uit hun rapportages. In 2019 voldeed 99,9 procent van het drinkwater aan alle eisen. In slechts zo’n honderd van de ruim 616 duizend metingen werd een parameter overschreden die mogelijk gevaar oplevert voor de volksgezondheid, meestal het aantal bacteriën.
En als iets misgaat, zegt hoogleraar Nijmeijer, dan worden meteen maatregelen getroffen. Zit er een bepaalde onschadelijke bacterie in het water – die dient als een soort kanarie in de kolenmijn – dan sluiten waterleidingbedrijven preventief leidingen af. ‘Ze nemen het zekere voor het onzekere.’ Of de consument wordt gevraagd om het kraanwater eerst te koken, zoals vorige maand in Oldenzaal.
Dat huis-, tuin- en keukenfilters claimen je kraanwater veiliger te maken is ‘pure misleiding’, vindt ook Jan Peter van der Hoek, hoogleraar drinkwatervoorziening (TU Delft) en hoofd onderzoek en innovatie bij het Amsterdamse waterbedrijf Waternet. ‘Drinkwater bevat helemaal geen gevaarlijke stoffen. En die enkele keer dat een stof wordt waargenomen, is dat in heel lage, onschadelijke concentraties.’
Pfas
Hoe zit het dan met beweringen als die van waterfilterfabrikant Druppa? Die schrijft op zijn website: ‘Het drinkwater in Nederland is niet zo gezond als we denken. Tussen de 100 duizend en 200 duizend huishoudens hebben te veel lood in het kraanwater.’ Lood kan schadelijk zijn, vooral voor de hersenontwikkeling van kinderen. Wat je niet meteen leest, is dat die overschrijding van de norm (10 microgram per liter, volgend jaar 5) hoofdzakelijk voorkomt in gebouwen van voor 1960, die soms nog loden waterleidingen hebben.
Een waterfilterkan uit de winkel kan dat lood er deels uithalen, zegt Van der Hoek. Vaak bevatten ze namelijk een soort miniatuurvarianten van de grote installaties die waterzuiveringsbedrijven zelf gebruiken, zoals ionenwisselaars en actieve kool. Maar, zegt hij, het is verstandiger om loden waterleidingen simpelweg te vervangen door koperen of kunststofbuizen. Eigenaren van de panden zijn daarvoor zelf verantwoordelijk.
En pfas dan? Deze fluorbevattende stoffen zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en kunnen schadelijk zijn voor het immuunsysteem. Het RIVM berekende onlangs dat mensen te veel pfas binnenkrijgen, via voedsel en water samen. Waterzuiveringsbedrijven doen hun best om hier betere zuiveringstechnieken voor te ontwikkelen en de waterbronnen te beschermen, benadrukt Van Wezel. ‘Kleine, goed oplosbare pfas-moleculen zijn lastig te verwijderen. Die wandelen overigens ook gewoon door een huis-, tuin- en keukenfilter heen.’
Zo’n thuisfilter creëert eerder meer problemen dan het oplost, zeggen Van Wezel en Van der Hoek, zeker als je ze niet regelmatig vervangt of schoonmaakt. Niemand controleert immers het water dat eruit komt. Een vochtig filter is een fijne voedingsbodem voor bacteriën en algen, helemaal als het water een tijdje staat. Van der Hoek: ‘Een recente tv-uitzending van de Keuringsdienst van Waarde laat dat mooi zien. Gefilterd water bleek veel meer bacteriën te bevatten dan water dat rechtstreeks uit de kraan kwam.’
Kalkaanslag
Je kunt met de filters hooguit het kraanwater verzachten, aldus Van der Hoek. Dat gebeurt in waterzuiveringsinstallaties ook, maar in sommige delen van het land blijft het alsnog relatief hard, boven de 12 graden Duitse hardheid (dH). Dat veroorzaakt meer kalkaanslag. ‘Maar je kunt ook twee keer per jaar je koffiezetapparaat ontharden met schoonmaakazijn. Dat werkt net zo goed en is een stuk goedkoper.’
Water moet ook weer niet té schoon zijn. Voor sommige stoffen geldt een minimumwaarde. Calcium is bijvoorbeeld nodig om de zuurgraad van het water stabiel te houden. Duurzaam, ten slotte, kun je de filters niet noemen. Die plasticsoep reduceren ze hooguit als mensen anders flessenwater drinken. Dat is in Nederland niet de standaard.
Waarom sommigen dan toch zweren bij gefilterd water? Producenten spelen in op de angst van mensen, denkt Van der Hoek. ‘Ze noemen een waslijst aan gevaarlijke stoffen die ze zeggen te filteren, terwijl die nagenoeg niet in kraanwater voorkomen.’ Veel mensen weten simpelweg niet hoe zorgvuldig en uitgebreid waterzuiveringsprocessen verlopen, zegt ook Nijmeijer. ‘Zonde. Drinkwater is een van de best gecontroleerde levensmiddelen.’