Analyse
Drastische ingrepen nodig om dorpen in rivierdalen tegen het water te beschermen
Een dorp in een dal is extreem kwetsbaar bij hevige neerslag. Dat is de harde les uit Duitsland. Hoe zijn ‘daldorpen’ zoals in de Duitse deelstaat Ahrweiler te beschermen tegen extreme wateroverlast als afgelopen week? Twee deskundigen zien oplossingen, maar: ‘Rond rivieren zal altijd gevaar blijven bestaan.’
De dramatische overstromingen in het Ahrdal zijn het gevolg van een paar factoren die ongelukkig samenkwamen, zegt Jeroen Aerts, hoogleraar klimaat- en waterrisico’s aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
‘In het getroffen gebied in Duitsland zien we zeer smalle dalen bij zeer steile hellingen. Als bovenaan die helling water valt, is dat in een mum van tijd beneden, zeker wanneer door regenval de bodem al verzadigd is met water. Een daldorp is dan een soort fuik: al het water verzamelt zich in het dal, en het water kan dan in een half uur tijd zomaar een meter stijgen. Het hoge dodental in Duitsland komt door een combinatie van de snelheid van de stijging, de hoeveelheid water, en het tijdstip: de overstromingen begonnen ’s nachts, wanneer waarschuwen en evacueren van de bevolking moeilijker is dan overdag.’
Wat te doen om dit soort rampen te voorkomen, in een toekomst waarin het risico op extreme neerslag door klimaatopwarming alleen maar groter zal worden? ‘Het zijn dorpen van soms wel tweehonderd jaar oud, die kun je niet zomaar ineens verplaatsen’, zegt Aerts. Een deel van de oplossing ligt volgens de hoogleraar daarom niet in het dal, maar juist boven in de heuvels en bergen. ‘Je kunt daar zorgen voor meer opvang van water. Meer waterreservoirs aanleggen boven de dorpen, minder asfalteren in de hoogte, en meer bos plaatsen, zodat de sponswerking van de bodem wordt vergroot, waardoor water beter en langer wordt vastgehouden.’
In de dorpen zelf is bouwen op veiliger locaties de oplossing, zegt Aerts. ‘Zeker instellingen als scholen, brandweerkazernes en bejaardenhuizen zouden op hoger gelegen plekken moeten komen te liggen.’ De rivier zou meer ruimte moeten krijgen, maar waar dat niet mogelijk is, zouden nieuwe woningen op hogere palen moeten worden gebouwd.
De optie om dijken en kaden om laaggelegen huizen te bouwen, is een lastige, erkent Aerts: ‘Er is weinig ruimte in die dorpen. De huizen zijn vaak tegen elkaar aangebouwd.’
Lieflijk riviertje
Anders en vooral hoger bouwen, adviseert ook Klaas-Jan van Heeringen, expert waterbeheer bij kennisinstituut Deltares. ‘Nu concentreren veel bergdorpjes zich rondom een lieflijk riviertje in het centrum, met terrasjes eromheen. Allemaal prachtig, maar op het moment dat het fout gaat, zie je dat het water meer ruimte nodig heeft.’
En dus moet er meer tegen de heuvels aan worden gebouwd in plaats van langs het water, zegt Van Heeringen. Maar hij waarschuwt voor generaliseren: ‘Je zult voor elk dorp apart moeten kijken hoe de problematiek is en wat je kunt doen.’
Om het aantal slachtoffers zo veel mogelijk te beperken, dringt Van Heeringen aan op goede waarschuwingssystemen, waardoor mensen en vee tijdig kunnen worden geëvacueerd. ‘In Nederland heeft dat vorige week goed gewerkt: de modelverwachtingen waren consistent, de voorspellingen zijn uitgekomen.’
Waarschuwingssystemen werken met computermodellen. Op basis van onder meer de weersverwachting, de hoeveelheid gevallen neerslag, het bodemtype en bodemgebruik (Van Heeringen: ‘Bossen absorberen veel water, maar de bodems van wijngaarden hebben een minimale sponswerking, daar vloeit al het water snel van af’) kan zo’n model de waterstanden en de waterafvoer van rivierwater berekenen en voorspellen. De autoriteiten kunnen dan tijdig maatregelen nemen om bijvoorbeeld te evacueren. Van Heeringen: ‘Het belang van data is zeer groot bij dit soort gebeurtenissen.’
Risico
Volgens hoogleraar Aerts zijn er in Europa geen gebieden aan te wijzen waar het gevaar voor wateroverlast extra groot is. ‘In elk gebied met diepere dalen bestaat gevaar voor overstroming. In heel West-Europa – en zeker in het noordelijk gedeelte, waar meer neerslag valt – kan dit gebeuren. Voor Nederlanders is overstroming al langer een bekend fenomeen. In andere landen neemt nu langzamerhand het besef toe dat aan water ook een risico zit. Overal rond rivieren bestaat gevaar.’
Zonder de gebeurtenissen in Limburg te willen onderschatten, zijn volgens Van Heeringen in Nederland de natuurlijke omstandigheden een stuk gunstiger dan in omringende landen. ‘In Limburg zijn natuurlijk aanzienlijke problemen geweest, en de waterbuffers zijn nog wat onvoldoende gebleken, maar de dalen in Nederland zijn al een stuk breder dan in de Ardennen en Duitsland. Er is hier veel water geborgen en er zijn in elk geval geen doden gevallen.’
De gebeurtenissen houden de deskundigen voorlopig nog bezig. Aerts volgt geboeid de reactie van de Duitse autoriteiten. ‘Spannend is wat ze gaan doen met de Rijn. Strengere maatregelen kunnen gevolgen hebben voor de Nederlandse situatie: onze dijken zijn nu hoger dan de Duitse. Daardoor overstromen de oevers eerder in Duitsland dan hier. Als Duitsland besluit de dijken ook te verhogen, heeft dat in feite dus negatieve gevolgen voor onze veiligheid. Dan zal Nederland er misschien nog een extra schep zand op moeten gooien, maar in elk geval ook weer nieuwe berekeningen moeten maken.’