AnalyseKlimaat
Dit is de impact van kinderen op het klimaat (en die van royal baby’s is zelfs nog groter)
De Britse prins Harry en prinses Meghan willen maximaal twee kinderen. Reden: ze willen het klimaat niet te veel onder druk zetten. Helpt vrijwillige geboortebeperking om je klimaatimpact tot een minimum te beperken?
Ieder mens heeft invloed op het klimaat. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek pompt de ‘gemiddelde Nederlander’ per jaar bijvoorbeeld zo’n 11,5 ton broeikasgas de atmosfeer in. Wie een kind minder neemt, bespaart dus een extra broeikasbron, stellen de kille cijfers overduidelijk. Eén kind scheelt zelfs evenveel als vijf mensen die een leven lang de auto laten staan.
Voor leden van het koninklijk huis geldt zeker dat hun nakomelingen het klimaat belasten. Een beetje royal vliegt al snel de halve wereld over voor diplomatieke ontmoetingen en andere officiële aangelegenheden. Kijk maar naar Harry’s familielid Andrew, die vanwege zijn exorbitante vlieggewoonten door de Britse media ook wel ‘Air Miles Andy’ wordt genoemd. In 2017 kwam hij tot zo’n 160 duizend vliegkilometers, schreef tabloid Daily Express destijds. Het ligt in de lijn der verwachting dat de klimaatimpact van een nieuwe royal baby wat hoger uitpakt dan het gemiddelde.
Sommige wetenschappers schatten dat gemiddelde – met een iets andere rekenmethode – zelfs nog een stukje hoger. Onderzoekers van de universiteit van Lund kwamen in 2017 bijvoorbeeld op een gemiddelde van 58,6 ton broeikasgas per westers kind per jaar, zo becijferden zij in het vakblad Environmental Research Letters. Ter vergelijking: één intercontinentale vlucht minder nemen bespaart 1,6 ton CO2, en met een jaar lang geen vlees eten bespaar je 0,8 ton. Op die manier berekend, mag je een leven lang geen hamburgers en kippenbouten eten om net zoveel te besparen als een kind in één jaar uitstoot.
Meer dan getallen
Red het klimaat, neem geen kinderen, dus? Mwah. Een Sire-campagne met die strekking zal voorlopig nog wel even op zich laten wachten. Veel West-Europese landen hebben immers geen geboorteoverschot. Kinderen zijn bovendien veel meer dan alleen getallen in ecologische spreadsheets. Neem alleen al het feit dat het juist onze kinderen zijn die straks de maatregelen moeten bedenken en uitvoeren om de gevolgen van klimaatverandering te beteugelen. Wie zegt dan dat een kind de eigen klimaatimpact niet dubbel en dwars kan goedmaken met zijn of haar prestaties?
En dan gaan we nog voorbij aan het feit dat kinderen krijgen simpelweg menselijk is. Zoals Arjen Lubach het vorig jaar in deze krant stelde, nadat hij in een eerder interview zichzelf op de klimaatborst had geklopt omdat hij kinderloos is: ‘Je kunt zeggen dat het idee dat kinderen krijgen zó inherent is aan het leven – het ís het leven – dat je het mensen amper kwalijk kan nemen dat ze kinderen willen en krijgen.’
Kan geboortebeperking het wereldwijde voedselprobleem oplossen?
Hoe voeden we tien miljard mensen in 2050?, was de vraag die we ons vorig jaar stelden. Een veelgehoord antwoord: kunnen we er niet beter voor zorgen dat er minder mensen bij komen? En dan vooral door geboortebeperking in Afrika. Natuurlijk klinkt die gedachtegang wel logisch: het is nou eenmaal makkelijker om voor iedereen te zorgen als er minder mensen zijn. Maar moeten we echt al die mensen in andere werelddelen beperkende maatregelen gaan opleggen om het geboorteoverschot terug te dringen? Of zijn er betere – bovenal ook humanere – manieren om de bevolkingsgroei af te remmen? En kunnen we op dit gebied misschien iets leren van de geschiedenis, inclusief de onze? Die vragen beantwoorden we in dit stuk.