ColumnLotte Jensen
De meeste mensen deugen misschien, maar de zinnen in het boek van Rutger Bregman niet
De meeste mensen deugen. Zo luidt de prikkelende stelling van het veelgeprezen boek van de historicus Rutger Bregman. Als je met een bepaalde bril naar de geschiedenis kijkt, valt er zeker iets voor zijn these te zeggen.
Onder mijn leiding onderzoekt een team van historici en letterkundigen de verwerking van rampen in Nederland door de eeuwen heen. Liefdadigheid en solidariteit blijken als een rode draad door ons verleden te lopen, want na een ramp sprongen de meeste mensen voor elkaar in de bres. In de 19de eeuw mondde dat zelfs uit in een heuse liefdadigheidscultus. Absoluut hoogtepunt was de watersnood van 1825, toen maar liefst 2,2 miljoen gulden (omgerekend 24,5 miljoen euro) werd ingezameld.
Natuurlijk waren er ook profiteurs, maar wie deugdzaamheid zoekt, zal die vinden. Als historicus was ik dan ook direct gegrepen door Bregmans intrigerende werk, maar na zo’n veertig bladzijden begon de neerlandicus in mij steeds hardnekkiger tegen te sputteren. Want er was iets eigenaardigs aan de hand. Voortdurend had ik het idee een Amerikaans boek te lezen. Vreemd. Dit was toch geen vertaling?
Nee, dat was het niet. Om te kunnen verklaren waarom het zo Amerikaans aandoet, moest ik teruggrijpen op de stilistiek. Deze tak van wetenschap onderzoekt hoe vorm en inhoud samenhangen. Hoe geeft stijl vorm aan de wereld? Hoe kan de stijl de mens maken? Relevante vragen voor een werk met de titel De meeste mensen deugen.
Drie stijlfiguren past Bregman overvloedig toe. Ten eerste wemelt het van de uitroepen die de lezer moeten aanmoedigen door te lezen. Ze betekenen niets, maar fungeren als aandachtstrekkers (‘Nu moet je weten. Nu denk je misschien. Eén ding moet ik je nog vertellen’). Het klinkt allemaal heel Amerikaans (‘you know!’). Ten tweede gebruikt hij ultrakorte zinnen. Ze bestaan soms maar uit twee of drie woorden. Maximaal. Want een complexe zin. Stel je voor. Mensen schrikken ervan. Niet goed. Soundbites: veel beter. Dat is trouwens ook de schrijfstijl die politici hanteren, wanneer ze een open brief in de krant publiceren. Een voorbeeld uit Bregmans bestseller: ‘Hun namen? Peter Warner en Mano Totau. Waar ze elkaar van kenden? Van een onbewoond eiland’.
Ten derde legt hij veel nadruk op persoonlijke ervaringen. De verteller maakt de lezer deelgenoot van zijn zoektocht: ‘Het idee liet me niet meer los’. ‘Ik wilde alles van hen weten’. Bregmans verhaal culmineert in tien leefregels, die hij de afgelopen jaren in zijn notitieboekje krabbelde. Die kunnen ons tot betere mensen maken. Ineens zijn we te gast bij The Oprah Winfrey Show en Dr. Phil. Therapeutisch effectbejag.
Hoe dit afliep, zal je verbazen. Ik pakte het volgende boek van mijn leesstapel. De onbetrouwbare verteller. Van Maxim Februari. Ik slaakte een zucht van verlichting. Alle zinnen deugen.
Lotte Jensen is hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit.