ReportageBodycams
De bodycam maakt een opmars bij de politie, maar werken die extra ogen op het uniform wel?
De politie koopt tweeduizend bodycams, die geweld tegen agenten moeten voorkomen. Maar zijn ze echt zo effectief?
‘Doe nou niet, ze zijn aan het filmen.’ Onderzoeker Sander Flight ziet hoe een jongen zijn dronken vriend aanstoot. Flight loopt mee met de politie langs het uitgaanspubliek in Utrecht. De agenten dragen bodycams, kleine camera’s die op borsthoogte op de uniforms zitten. ‘Hou je even gedeisd’, hoort hij de jongen weer. ‘De camera staat aan.’
Dat is precies het idee: als ze gefilmd worden, krabben mensen wel twee keer achter de oren voordat ze de politie lastigvallen. De bodycam brengt rust in situaties waarin de gemoederen hoog kunnen oplopen. Dit voorjaar besloot de politie tweeduizend bodycams aan te schaffen, honderd tot tweehonderd per eenheid.
Het meeste wetenschappelijke onderzoek naar de bodycam komt uit de Verenigde Staten. Daar wordt de bodycam juist gebruikt om te voorkomen dat agenten geweld gebruiken. Het gebruik steeg explosief na de rellen in Ferguson in 2014, toen de ongewapende Michael Brown werd doodgeschoten door een politieagent. Als de agent een bodycam had gedragen, was dat nooit gebeurd, was de gedachte. In 2015 zei 95 procent van de Amerikaanse politiekorpsen dat ze bodycams gebruikten, of dat binnenkort wilden gaan doen. Bodycambedrijf Axon verkocht er sindsdien wereldwijd meer dan 300 duizend.
Patronen
De faam van de bodycam begon in 2014, met een wetenschappelijke studie in het zonnige stadje Rialto in Californië. Gedurende een jaar werden politieagenten willekeurig ingedeeld om soms met camera naar buiten te gaan, en soms zonder. De resultaten waren verbluffend: het gebruik van geweld door de politie nam af met 59 procent, en de meldingen tegen agenten namen af met 87 procent.
Maar een onderzoek in 2017 onder tweeduizend agenten in Washington liet een stuk minder positieve resultaten zien: er kwamen net zoveel klachten tegen agenten en er werd net zoveel geweld gebruikt als bij de agenten die geen bodycam droegen.
‘Als je vanaf een afstandje naar de wetenschappelijke studies kijkt, lijkt het alsof de ene keer de klachten wel dalen en de andere keer niet. Het gemiddelde van alle evaluaties is dan snel nul. De eerste reactie is dan: o, dus er is geen structureel effect’, zegt bodycam-onderzoeker Sander Flight.
‘Ik geloof meer in de resultaten achter het gemiddelde. Dan beginnen patronen op te vallen: hier was dat ene incident toen iedereen begon te vechten, logisch dat de politie veel klachten over geweld kreeg. En daar had de politie al een goede relatie met bewoners, dus daar viel weinig te verbeteren. Uit evaluaties blijkt dan dat het effect van bodycams niet altijd en overal groot is.’
Bovendien geldt bij de beoordeling van Amerikaanse studies: de politie in de Verenigde Staten is niet hetzelfde als de politie in Nederland. En het doel is dus anders: in de VS wordt de bodycam gebruikt om geweld van de politie tegen de burger tegen te gaan, in Nederland wil de politie er juist agressie tegen agenten mee voorkomen. ‘Sinds 2009 is het doel van de bodycam: blijf met je poten van onze handhavers af’, zegt Flight. De camera moet situaties met mogelijk geweld tegen politieagenten de-escaleren.
Het is een keuze om geweld tegen agenten zo hoog op de agenda te zetten, zegt politiesocioloog Jaap Timmer van de VU, die gespecialiseerd is in geweldgebruik tegen en door de politie. ‘De bodycam kan een nuttig hulpstuk zijn’, zegt hij. ‘Maar of het echt zal leiden tot een reductie van geweld tegen agenten? Dat kun je van geen enkel middel verwachten. Het gaat er immers om hoe zo’n middel vervolgens gebruikt wordt.’
Veiliger gevoel
In Amsterdam voelen agenten zich in elk geval veiliger als ze een bodycam dragen, blijkt uit het eerste Nederlandse wetenschappelijke onderzoek dat Sander Flight in opdracht van Politie & Wetenschap verrichtte in Amsterdam. Hij vergeleek de periode waarin de honderd bodycams gedragen werden met daarvoor, en met agenten in dezelfde eenheid die geen camera droegen. Van de agenten die een bodycam droegen, voelde 15 procent zich veel veiliger vergeleken met de periode dat ze die niet hadden.
Maar leidde het ook tot minder geweld? Via een enquête onder duizend agenten vroeg hij of ze het afgelopen jaar onder andere te maken hadden met serieuze bedreigingen en intimidatie. Vóór de pilot met de bodycams had 74 procent van de agenten hiermee te maken. In de teams met bodycams daalde het percentage naar 57. In de teams zonder camera daalde het aantal slachtoffers ook, maar minder: van 70 naar 66 procent.
Bij de aanschaf van de tweeduizend camera’s baseert de Nederlandse politie zich ook op de evaluatie van dertig regionale experimenten door het hele land, uitgevoerd door de Politieacademie en NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden. De camera’s werden een aantal maanden gedragen, onder andere tijdens uitgaansnachten en verkeerscontroles, en ze werden gebruikt om ouders te confronteren met de baldadige dronkenschap van hun kinderen de avond daarvoor.
Van de 551 agenten die meededen aan de evaluatie, zowel bodycamdragers als niet, zegt bijna tweederde dat de camera geregeld of vrijwel altijd de-escalerend werkt. 80 procent zegt dat het de veiligheid van politieagenten bevordert. Maar soms roept het juist een tegenreactie op: mensen worden extra agressief, protesteren of gaan de politie terugfilmen met hun telefoon.
Deskundigen plaatsen kanttekeningen bij de wetenschappelijke waarde van de evaluatie. Vaak werd alleen achteraf aan de agenten gevraagd wat ze van de bodycam vonden, zegt jurist Gerard Ritsema van Eck, surveillance-onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. En niet, zoals bij de proef in Amsterdam, met een meting voor en na invoering van de bodycam, plus een controlegroep die geen bodycam droeg.
Bodycams worden al bij enkele politie-eenheden gebruikt. Zo werden er bij de experimenten zo’n 370 ingezet. Volgens de regels moeten die camera’s openlijk en duidelijk zichtbaar gedragen worden: burgers moeten weten dat ze gefilmd worden. Vreemde ogen hebben een corrigerend effect, weten ze in de psychologie. Een bodycam heeft alleen een kalmerend effect als mensen hem zien, zich realiseren dat ze gefilmd worden en beseffen dat dat consequenties kan hebben. ‘Als mensen de bodycam niet zien, werkt die net zo min preventief als een bewakingscamera’s op straat: die houden ook geen inbraak tegen’, zegt Flight.
Die zichtbaarheid is niet vanzelfsprekend. Een van de agenten uit Flights onderzoek had daarom zelf een sticker onder de bodycam geplakt: ‘Camera neemt op!’
Mensen zien de camera vaak niet, of kunnen het zich in ieder geval niet goed herinneren, blijkt ook uit onderzoek in de VS. Maar 38 procent van de vierhonderd mensen konden, nadat ze met de politie gesproken hadden, navertellen dat de agent er een droeg. En 27 procent dacht ten onrechte dat ze er een gezien hadden. ‘De meeste mensen die met de politie in aanraking komen, hebben wel wat anders aan hun hoofd dan de vraag of de agent een bodycam draagt.’
Als agent moet je er altijd duidelijk op wijzen, zegt Flight: ‘Hallo, ik heb hier een bodycam. Kijk, het lampje knippert. Alles wat u doet en zegt wordt opgenomen, dus ik verwacht dat u zich netjes gaat gedragen.’
Vrijwillig gebruik
Op dit moment is het gebruik van bodycams bij de Nederlandse politie vrijwillig. Agenten bepalen zelf in welke situaties de camera aan- en uitgezet wordt. Een wijkagent kan bijvoorbeeld beslissen dat een bodycam niet gaat helpen in het contact met jongeren in zijn wijk. ‘Dat is onderdeel van de professionaliteit van de individuele agent’, zegt Ido Nap, verantwoordelijk voor het programma waaronder de bodycams vallen.
Wat Flight betreft komen er duidelijke regels en wordt het gebruik verplicht. ‘Stel dat een burger een klacht indient over het optreden van de politie en het is niet opgenomen. Dan sta je als politie 1-0 achter. De burger zegt dan: ‘Natúúrlijk is net dat ene filmpje kwijt.’’
‘Met duidelijke regels voorkom je dat’, zegt ook Gerard Ritsema van Eck. ‘Nu wordt de politie met een kluitje in het riet gestuurd: de agenten moeten zelf beslissen wat wel en niet de moeite waard is om te filmen. Die morele keuze moet bij de politiek liggen. In welke gevallen vinden we als maatschappij die privacyschending de moeite waard?’
Een Brabantse man had het geluk dat de politie net wel filmde. In 2016 sleurde hij met de auto drie agenten mee, nadat hij niet had willen meewerken aan zijn aanhouding. Negen maanden cel voor poging tot doodslag en zware mishandeling, eiste de officier van justitie. Maar op basis van de beelden van de agenten kon de rechtbank niet uitsluiten dat hij per ongeluk het gaspedaal had ingetrapt.
Toch biedt de bodycam altijd maar één perspectief, zegt Rejo Zenger, werkzaam bij burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom. Hij laat bodycambeelden zien waarin Amerikaanse agenten een tegenstribbelende verdachte naar de grond werken:
‘Het ziet er heftig uit. Maar op de bewakingscamera is te zien dat de verdachte meewerkt, hij ligt al op de grond voordat de politie bij hem is. De camera vertekent, hij laat de waarheid vanuit één kant zien.’
Dat geldt ook voor de politie zelf. ‘Waar jij en ik weglopen van een gevaarlijke situatie, moet de politie razendsnel een beslissing nemen: pak ik mijn wapen? Een leidinggevende kan de beelden van een schietincident dertig keer heen en weer spoelen en tot de conclusie komen: de agent had anders moeten handelen. Daar moeten agenten tegen worden beschermd’, zegt Zenger.
Volgens Flight is het cruciaal voor het vertrouwen van politiemensen en burgers dat alleen onafhankelijke beoordelaars toegang krijgen tot videobeelden van incidenten. Volgens de regels hebben politie, de Koninklijke Marechaussee en de bijzondere opsporingsdienst toegang tot de beelden.
In de praktijk verschilt per eenheid wie bij de beelden mag. In Amsterdam worden de video’s bijvoorbeeld geüpload naar een centrale server. Mensen die geautoriseerde toegang tot de server hebben, kunnen de beelden bekijken. Bij andere eenheden worden de beelden op een al dan niet afgeschermde laptop gezet. ‘De beelden moeten na afloop van een dienst niet even snel bekeken worden door een collega of leidinggevende. Je wilt niet dat degene die de beelden maakt, ze kan wissen.’ In de toekomst komt hier één lijn voor, laat de politie weten.
Oefening
Maar als de regels duidelijk zijn, moeten agenten ze ook nog kennen en toepassen. Bij het experiment in Amsterdam schortte het daaraan: een kwart van de bodycamgebruikers kreeg geen training over hoe de camera werkt. De helft van de gebruikers kreeg geen uitleg over wat gefilmd mag worden en wie toegang heeft tot de beelden.
De regels werden dan ook lang niet altijd gevolgd, bleek uit enquêtes onder duizend agenten: bijna driekwart van de bodycamdragers bekeek de videobeelden voordat ze een proces-verbaal schreven, terwijl dat niet is toegestaan. En bijna tweederde filmde in woningen, wat ook niet mag.
‘Het gebruik van de bodycam vereist oefening, net zoals een vuurwapen’, zegt ook Flight. ‘De politie is heel capabel in het gebruik van vuurwapens. Logisch, daar volgen agenten elk jaar trainingen voor, ze kennen de regels. Zo zou het ook moeten zijn voor de bodycam’, zegt politiesocioloog Jaap Timmer. ‘De laatste jaren is de trainingscapaciteit bij de politie achteruitgehold, net als de opkomst van agenten bij zulke trainingen. Extra hulpmiddelen gaan dat niet goedmaken.’
Ido Nap, verantwoordelijk voor het politieprogramma Sensing, waaronder de bodycams vallen, laat weten dat de huidige regels de komende tijd blijven gelden. ‘We evalueren natuurlijk, dus gaandeweg kunnen er nieuwe inzichten komen.’
Training is belangrijk, zegt ook hij. ‘Als je mensen niet uitlegt hoe ze de bodycam moeten gebruiken, heeft het minder effect. Dat zagen we bij de proef in Amsterdam. In principe wordt iedere agent die de bodycam gebruikt daarin getraind.’ Hoe de training er precies gaat uitzien, is nog niet bekend.
De berg aan videobeelden die verzameld gaat worden, roept ook nieuwe vragen op, zegt Gerard Ritsema van Eck, die als jurist aan de Rijksuniversiteit Groningen digitale surveillance onderzoekt. Volgens de regels kunnen de beelden maximaal tien jaar bewaard blijven. ‘Wat gaan we daar in de toekomst mee doen? Bouwen we gezichtsherkenningssoftware in, zodat we verdachten kunnen herkennen die gezocht worden? Nu zijn de algoritmes niet geweldig. Maar er komt een punt dat het een technische mogelijkheid is. Willen we dat als maatschappij?’
En dan blijkt zich nog een kwestie aan te dienen. Vrijwel tegelijkertijd met het besluit van de Nederlandse politie om de bodycams aan te schaffen, kozen kleine politie-eenheden in de VS er juist voor te stoppen met het gebruik van camera’s. De aanschaf ervan was het probleem niet. ‘Maar om alle data op te slaan die de camera’s verzamelen – die kosten zijn enorm’, zei Jim Pasco van de National Fraternal Order of Police tegen The Washington Post.
MEER OVER DE OPRUKKENDE CAMERA’S IN HET OPENBARE LEVEN:
Boven snelwegen, in supermarkten, in stations, luchthavens en straten: overal hangen camera’s. En het worden er steeds meer. Kunstmatige intelligentie (AI) moet helpen bij het interpreteren van al die beelden. Maar hoe betrouwbaar zijn die computerinterpretaties?
In de Stedenwijk in Almere werden veel inbraken gepleegd. Dus kregen de inwoners van het ministerie en de gemeente een digitale deurbel cadeau. Wordt dit allemaal niet veel te Big Brother?