Andesmysterie ontrafeld: enorme weggezonken aardplaat verklaart kilometershoge bergtoppen
Volgens de leerboeken van de geologie kan het Andesgebergte eigenlijk niet bestaan: het is te hoog en ligt op de verkeerde plek. Een Amsterdamse aardwetenschapper weet waarom het toch klopt.
Amsterdamse geologen hebben het raadsel doorgrond van de Andes, dat lang een bizar hooggebergte op de verkeerde plek leek te zijn. De enorme weggezonken aardplaat voor de kust blijkt de kilometershoge toppen te kunnen verklaren, melden de onderzoekers op basis van computerberekeningen.
De Andes is een wat merkwaardige bergketen. Volgens de leerboeken der geologie had aan de westkust van Zuid-Amerika nooit een gebergte van deze hoogte kunnen verrijzen. Hooggebergten ontstaan als continenten in slow motion op elkaar botsen, leren geologen - het zijn de kreukelzones van de continentale aardplaten.
De aardschol die op Zuid-Amerika afstevent, is echter een oceaanplaat, en oceaanplaten zijn zo zwaar dat ze bij botsingen omlaag duiken, de min of meer vloeibare aardmantel in. Toch staat de Andes er ontegenzeggelijk, met toppen die tot 7.000 meter de hemel in reiken. Hoe kan dat?
Het komt door de enorme afmetingen van het stuk aardschol dat voor de kust van Zuid-Amerika de diepte induikt, schrijft aardwetenschapper Wouter Schellart van de Vrije Universiteit Amsterdam deze week in een artikel in Nature Communications. De Nazca-plaat schuift hier langs de gehele 7.000 kilometer lange kustlijn de stroperige mantel in. 'En dat al 200 miljoen jaar lang, tot diepten van meer dan 2.000 kilometer', benadrukt Schellart.
Zo'n groot obstakel beïnvloedt de stroming van het mantelgesteente, realiseerde Schellart zich. Dit mantelmateriaal kolkt rond als kokende soep in een pan, zij het met een snelheid van hooguit enkele centimeters per jaar. In computersimulaties zag Schellart vervolgens dat de inderdaad verstoorde mantelstroming Zuid-Amerika naar het westen dreef, en de duikende Nazca-plaat op sommige plekken terug naar het oppervlak duwde. Door de weerstand die dit veroorzaakte aan de westrand van Zuid-Amerika rimpelde de Andes omhoog - zoals een sneeuwlaag die je vanaf het ijs op het zand probeert te schuiven daar een bult vormt.
'Een elegant onderzoek', vindt Douwe van Hinsbergen, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, die er zelf niet bij betrokken was. Als je maar lang genoeg aan de knoppen draait, kun je alles wel modelleren, legt hij uit - als je de aardschollen plaatselijk dikker maakt of de mantelstroming een beetje bijstuurt, is de Andes zo gemaakt - maar dat is in deze studie juist niet gebeurd.
'Schellart gaat uit van de meest voor de hand liggende aannamen en simuleert daarmee een complete geschiedenis van de Andes, die klopt met de gegevens', zegt Van Hinsbergen. 'Dat is echt bijzonder.'