Aanval op farmaceutische industrie: grootschalige inkoop van medicijnen
Zorgverzekeraar VGZ gaat in samenwerking met Maastricht UMC grootschalig medicijnen tegen longziekten inkopen. Deze aanval op de farmaceutische industrie moet uiteindelijk een besparing opleveren van 100 miljoen euro.
Zorgverzekeraar VGZ en de artsen in Maastricht zetten de aanval in op de farmaceutische industrie. Ze gaan samen een selectie van geneesmiddelen maken voor de behandeling van de longziekten astma en copd. Van de ruim honderd middelen zullen er hooguit dertig overblijven. De farmaceuten moeten biedingen doen in een veiling die wordt uitgeschreven door VGZ.
Het is voor het eerst in Nederland dat medicijnen op deze manier worden geselecteerd en ingekocht door een verzekeraar. Volgens VGZ en de artsen kan de prijs van medicijnen met tientallen procenten omlaag. Voor verzekerden van VGZ wordt het ook leuk: de kosten van de medicijnen die op deze manier worden ingekocht, gaan niet af van hun eigen risico. Dat kan veel patiënten honderden euro's per jaar schelen.
Voor de behandeling van de longziekten zijn slechts enkele werkzame stoffen in gebruik, die al lang van hun patent af zijn. Maar fabrikanten brengen hun medicijnen telkens in een andere samenstelling, een andere dosering, met een andere merknaam of met een nieuw puffertje op de markt.
In die chaos moet orde worden geschapen, vindt longarts Geertjan Wesseling van Maastricht UMC. Hij is een van de spillen in het project van VGZ en de zogenoemde Blauwe Zorg, een ruimte die door het ministerie is geschapen voor experimenten in de zorg.
Verwarring
Al die verschillende middelen zijn volgens hem goeddeels 'één pot nat' en werken alleen maar verwarrend. 'De huisarts schrijft een middel voor en legt de patiënt het bijbehorende puffertje uit. Maar als de apotheek dan een ander middel geeft omdat dat zo is geregeld in het contract met de verzekeraar, snapt de patiënt het niet meer.' En als je zo'n puffertje verkeerd gebruikt, werkt het middel niet goed.
De nieuwe inkoopstrategie zal alleen in Maastricht al gauw een ton schelen. VGZ staat te trappelen om het project ook landelijk toe te passen, en dan kan het wel 10 miljoen euro schelen. In heel Nederland lijden een miljoen mensen aan astma of copd en wordt een half miljard euro besteed aan medicijnen voor deze kwalen. Als alle verzekeraars dezelfde truc zouden toepassen, zou dat 100 miljoen euro kunnen uitsparen. En dat alles zonder dat de zorg er onder lijdt, stellen de initiatiefnemers, integendeel.
De woordvoerder van verzekeraar VGZ zegt het zo: 'De farmaceuten hebben nog heel veel macht. Met hun marketing kunnen ze de artsen sturen. Je ziet dat aan het voorschrijfgedrag. In het ene ziekenhuis kiezen ze massaal voor AstraZeneca, in het andere ziekenhuis voor Chiesi.' Farmaceuten, zegt hij, proberen bij ziekenhuizen 'in de pen' te komen. 'Als een ziekenhuis een bepaald middel voorschrijft, zullen de patiënten dat middel willen en dan schrijven de huisartsen het ook voor. Daarom krijgen ziekenhuizen het vaak voor heel lage prijzen.' Soms krijgen ze onderzoeksgeld toegestopt, zegt hij, als ze maar een bepaald middel willen voorschrijven.
Medicijnkosten omlaag, maar niet in ziekenhuizen
Bij de inkoop van medicijnen zijn de laatste jaren de grootste successen geboekt om de medische zorg betaalbaar te houden. De nationale medicijnenrekening liep elk jaar 10 procent op, tot 5 miljard euro in 2006. Sindsdien dalen de kosten enigszins, tot 4,7 miljard euro in 2014. Als alleen wordt gekeken naar de medicijnen die door de gewone apotheek worden geleverd, zijn de resultaten nog veel spectaculairder. Sinds 2006 daalden de kosten van 4 miljard tot 2,8 miljard euro. De inkopers van medicijnen van ziekenhuizen zijn daarentegen steeds duurder uit. In zeven jaar verdubbelde de medicijnenrekening van de ziekenhuizen bijna, tot rond 2 miljard vorig jaar. Soms lopen de prijzen per patiënt op tot tonnen per jaar.
Betalen
Directeur Hans Fiolet van het Maastricht UMC is zich daarvan bewust. De nieuwe aanpak kan het ziekenhuis geld kosten. 'Maar het mag niet zo zijn dat de farmaco-economie bepaalt wat voor middelen we hier gebruiken. Bovendien is dit hele project onderdeel van een afspraak met VGZ. Zij betalen.'
VGZ, dat in Maastricht een marktaandeel heeft van 50 procent, is de trekker van het project. VGZ wil het kostenvoordeel doorgeven aan de verzekerden. Bij patiënten die gebruikmaken van de goedkoop ingekochte middelen, gaan de kosten niet van het eigen risico af. Dat kan fors aantikken, want een copd- of astmapatiënt gebruikt bijna altijd zijn hele eigen risico alleen al voor zijn medicijnen. Daarmee hoopt de verzekeraar uiteraard klanten te trekken.
Patiënten (en artsen) worden niet gedwongen mee te doen in dit systeem. Wie een ander middel wil, kan dat blijven gebruiken, zij het dat de patiënt dan wel zijn eigen risico moet aanspreken.
Longarts Wesseling, de huisartsen en de apothekers hebben alle beschikbare middelen met elkaar vergeleken. Van sommige zijn ze duidelijk meer gecharmeerd dan van andere (acht middelen willen ze helemaal niet meer). Maar die voorkeuren geven ze niet prijs. Want de volgende stap is aan VGZ: die moet een tender uitschrijven bij de producenten van de middelen. Dat wordt een feest, denkt Wesseling, juist omdat die middelen zo inwisselbaar zijn. Hij verwacht dat aanbieders tientallen procenten zullen zakken in prijs om toch nog verkocht te kunnen worden in Maastricht. Opgetogen: 'Ik ben gaarne bereid ze het vel over de neus te halen.'
VGZ wil het project zo snel mogelijk uitbreiden over heel Nederland. Dat kan al binnen een jaar, zegt de woordvoerder. 'En als het bij longziekten kan, waarom dan niet bij andere chronische ziekten?'