Brieven

1 jaar corona in Nederland: hoofdrolspelers gaan in een brief aan zichzelf terug in de tijd met de kennis van nu

Dit weekeinde is het een jaar geleden dat het virus voor het eerst in ons land werd vastgesteld. De Volkskrant vroeg hoofdrolspelers: stel dat je jezelf met de kennis van nu een brief had kunnen schrijven – wat zou je jezelf meegeven?

Ellen de Visser en Maarten Keulemans
null Beeld Bewerking Peter Lipton - foto Studio V
Beeld Bewerking Peter Lipton - foto Studio V

De huisarts: Joost Zaat

Ha Joost,

Een jaar geleden deed je nog een beetje lacherig over het gebrek aan mondkapjes. Een beetje ongerust was je wel, maar nogal overmoedig schreef je half februari in je column dat je je – na een mogelijk eerste coronapatiënt – wel ging opofferen omdat er nog maar weinig mondkapjes in de praktijk over waren. Jonge mensen gingen voor, vond je toen.

De patiënt die kwam vragen of haar reukverlies iets met covid te maken kon hebben, wimpelde je vrolijk af, net als de backpacker uit Australië die wel via China maar niet via Wuhan was gereisd. Het leek je ontzettend onwaarschijnlijk dat je alleen bij even overstappen besmet zou kunnen raken. En reukverlies, hoezo was dat covid?

Wat had je toen al graag willen weten wat je allemaal niet krijgen kunt, namelijk ongeveer alles. Als dokter werd je daar vast knap zenuwachtig van. De eerste beschrijving van het RIVM (koorts, hoesten, luchtwegklachten) past allang niet meer en heeft ook nooit gepast. Kinderen kregen rare rooie tenen, ouderen vielen plotsklaps om, dikke mannen zaten zo nog voor je en lagen een paar dagen later met een buis in hun keel. En als een fitte sporter een beetje covid-19 had gehad, was die maanden later nog hartstikke moe, kortademig en niet vooruit te branden. Zo had je er weer een nieuwe ziekte bij. En voor deze keer was die nu eens niet verzonnen door dokters op zoek naar ziekten.

Dat zo’n lullig stukje rna zoveel medische en maatschappelijke impact zou hebben had je eind februari vorig jaar niet bedacht. Je stond dan wel snel op de lokale tv uitleg te geven, maar eigenlijk wist je er net zo weinig van als alle nationale ‘talking heads’. Dat er daar zo veel van zouden zijn, wist je toen trouwens gelukkig niet en dat is maar goed ook. Want wat je vast opnieuw geleerd hebt, is dat er oneindig veel meningen en nog steeds te weinig feiten zijn.

Nu zitten die mondkapjes in al je zakken, hangen er een paar aan je stuur in je ligfiets, zit je bij een spreekuur zelfs achter een FFP2-masker en kon je niet wachten om je te laten vaccineren, net voor een sneeuwstorm, nog voor alle jonge mensen. Held op sokken.

Groeten van Joost

Joost Zaat Beeld rv
Joost ZaatBeeld rv

De viroloog: Eric Snijder

Hey Eric,

Ik zou maar vast wat extra wc-papier inslaan, want het wordt een wild jaar. Geen EK voetbal. Maar in plaats van 17 miljoen bondscoaches wel opeens 17 miljoen zij-instromers in de virologie, met onze planeet als hun openbare laboratorium. Allemaal vanwege, jawel, covid-19, die ziekte waarover je in 2020 nog heel wat gaat horen.

Dat zal je vast niet verbazen. Elf jaar geleden begon je aan deze fascinerende baan met een oratie getiteld ‘Virusevolutie klaar terwijl u wacht’. Het was een zonnige dag, ondanks de dreiging van de Mexicaanse griep, die (letterlijk) in de lucht hing. Je vertelde over evolutie en over mensen die nog altijd aan het bestaan daarvan twijfelen. En hoe laboratoriumproeven – door vooral virologen – die twijfel kunnen wegnemen. ‘De basisprincipes van Darwin gedemonstreerd in real time, klaar terwijl u wacht’, zei je destijds.

Je verwees ook naar de Nationale Risicobeoordeling 2008, van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die een wereldwijde virusuitbraak op de eerste plaats zette. De voorspellingen voor Nederland: vijf miljoen zieken, ongeveer 100 duizend doden en een ontwrichting van onze samenleving die zijn weerga niet kent. Geen openbaar vervoer, lege schappen in de winkels, overvolle maar onderbezette ziekenhuizen…

Niet nerveus worden, Eric, zover komt het dit jaar niet. Maar ik raad wel aan je 06-nummer goed geheim te houden, want voor je het weet concurreren journalisten met je familieleden en collega’s voor een plekje in de topvijf van je meestgebruikte WhatsApp-chats. Er zullen grote stappen worden gezet in het coronavirusonderzoek en de virusbestrijding. Maar onderzoekers en journalisten zullen ook over elkaar heen buitelen om als eerste… tja, als eerste van alles. Het zal moeilijk worden het kaf van het koren te scheiden.

Zo zullen sommigen het over de ‘langzame evolutie’ van coronavirussen hebben, terwijl het allereerste SARS-CoV-2 isolaat waarmee je werkt letterlijk onder je handen zal wegmuteren als je het op de verkeerde cellen probeert te kweken. Darwins theorie gaat tenslotte niet alleen over mutatie, maar vooral ook over de selectie die daarop volgt. Daarbij pas komen de best aangepaste virussen bovendrijven.

Vandaar dat het aanvankelijk zal lijken alsof dit coronavirus nauwelijks verandert. Waarom zou je als virus aan jezelf gaan sleutelen, zolang je nog uit een paar miljard aardbewoners kunt kiezen? Maar wacht maar af, over een jaartje of zo komt de evolutie van het virus pas goed op gang, als er wat immuniteit is opgebouwd. Dat hebben vele virussen hiervoor al laten zien. Het virus heeft tenslotte geen haast. Tot teleurstelling van de dagelijkse coronatalkshows, die wellicht beter wekelijks of maandelijks kunnen gaan uitzenden.

Uiteindelijk zal het verrassendste aspect aan 2020 zijn dat iedereen steeds weer zo verrast is. Want eigenlijk wisten we allang dat er een keer een einde moest komen aan onze virusmazzel. Geen EK voetbal, geen rondvaart door de grachten, maar de langverwachte pandemie.

Zijn we er tóch ingetuind.

Eric Snijder Beeld rv
Eric SnijderBeeld rv

De OMT-bestuurder: Aura Timen

Lieve Aura,

Als je dit leest, heb je nog het grootste vertrouwen dat we dit aan kunnen. We hebben een prachtig systeem opgebouwd, met een fijnmazig netwerk van zorginstellingen, huisartsen en GGD’s van hoge kwaliteit. Het gaat goed. We zijn op elkaar ingespeeld, we hebben samen geoefend. Denk je.

Maar de aantallen die op je af komen, die kun je niet behappen. Ook niet met dat goed geoliede systeem. Ziekenhuizen zullen de noodklok luiden, defensie zal moeten bijspringen. En dat gebeurt in vele Europese landen tegelijk: een razendsnelle toename van patiënten, van opnames, van overlijdens.

Mijn advies: vergeet alles wat je in twintig jaar crisisbeheersing hebt geleerd en kijk opnieuw, op een nieuwe manier. De maatregelen die je kent, zijn niet meer toereikend. Je zult het moeten hebben over lockdowns, schoolsluitingen, afstand houden, reisverboden. Maatregelen waarvan je dacht dat ze tot de ervaring uit een heel ver verleden behoorden.

Je zult allerlei nieuwe gereedschappen gebruiken, in de cockpit van de bestrijding. Nieuwe, analytische tools om de R-waarde te berekenen. Complexe modellen, om de effecten van maatregelen te voorspellen. En grootschalig testen! Dat zal in het begin heel onwennig voor je zijn. Normaal gesproken test je patiënten met een medische indicatie, straks is testen opeens nodig op een heel andere manier, om in de samenleving dingen mogelijk te maken.

Er komt heel wat op je af, als je in de frontlinie zit. Als persoon, als expert, als organisatie. Een crisis kent alleen maar verliezers, maar de boodschapper, die krijgt de schuld. Ons vak wordt straks ontleed, het wordt echt een soort openbare anatomische les van de crisisbestrijding. Ventilatie, maskers, de scholen, het nut van anderhalve meter: alles staat straks ter discussie, op een schaal die het hele spectrum beslaat van totale ontkenning tot volledige omarming ervan. Je hebt believers en ontkenners, moraalridders en betweters. En iedereen onderbouwt zijn eigen standpunt met zijn eigen bewijs.

Blijf koersvast! Dat is echt heel belangrijk. Houd vast aan betrouwbare wetenschappelijke bronnen. Laat je niet meesleuren door al die mensen die vanaf de zijlijn roepen dat je te weinig doet, of juist te veel. De bredere afweging, die is politiek. Jullie hebben de plicht om op basis van de feiten een gedegen onderbouwd advies uit te brengen aan de bestuurders.

En onthoud: de enige schuldige is het virus. Het is ongelooflijk hoe zo’n heel klein virusje de hele wereld op zijn knieën heeft gekregen. Af en toe zul je opeens beseffen hoe bijzonder je dat vindt. Hoe kunnen we ons verhouden tot zo’n virus, dat niet eens zo heel pathogeen is, maar wel in staat is enorme ravage aan te richten?

Pak af en toe rust. Dat is heel moeilijk voor je, dat blijkt maar weer nu ik op een vrije dag deze brief aan je schrijf. Maar die rust heb je nodig in een crisis. Je kunt niet altijd aanstaan.

Heel veel succes,

Aura

Aura Timen Beeld rv
Aura TimenBeeld rv

De zorgbestuurder: Ernst Kuipers

Ha Ernst,

Je zult het komende jaar vaak terugdenken aan je opleidingstijd in Deventer. Daar had je geregeld weekenddienst, met twee arts-assistenten, van zaterdagochtend tot maandagochtend. Er waren collega’s die daar tegenop zagen, 48 uur lang achter elkaar de verantwoordelijkheid over een heel ziekenhuis, maar jij vond het heerlijk. Samen met de verpleegkundigen waren jullie dat hele weekend een team dat de schouders eronder zette. De coronacrisis is eigenlijk een heel lange Deventer-weekenddienst.

Natuurlijk wil je net als iedereen dat de crisis snel voorbijgaat. Maar aan het regelwerk dat ermee gepaard gaat, heb je geen hekel. Als het druk wordt en er gebeuren onverwachte dingen en je moet beslissen wat eerst moet en wat even kan wachten, dan ben je in je element, net als toen in Deventer.

Je zult ontdekken hoe hard er in de ziekenhuizen wordt gewerkt om de pandemie het hoofd te bieden. De zorg in Nederland is versnipperd, maar in een mum van tijd komt een ongekende samenwerking tot stand om zo veel mogelijk patiënten op te vangen. Iedereen moet zijn eigen broek ophouden met heel smalle marges, marktwerking heet dat, maar nog voordat er financiële garanties zijn, gaan ziekenhuizen aan de slag. In jouw eigen ziekenhuis verdriedubbelt het aantal ic-bedden in een paar weken tijd, de inventiviteit waarmee dat gepaard gaat! Het lijkt alsof jij het ziekenhuis bestuurt, maar in feite doen anderen dat voor je. En als jij binnenkort met het plan komt voor een landelijk centrum om patiënten te gaan spreiden, is er niemand die nee zegt. Allemaal accepteren ze dat er over hun schouder wordt meegekeken naar het aantal beschikbare bedden.

Schaf oortjes aan, dat is de praktische tip die ik je zou willen meegeven, want je zult een jaar lang de hele dag door aan de telefoon hangen. En vraag of er een borreltafel uit het restaurant op je werkkamer kan worden gezet. Die hebben ze daar voorlopig toch niet nodig en dan kun jij al die videovergaderingen tenminste staand doen.

Zorg vooral dat je blijft sporten. Want je wordt chagrijnig als je niet kunt hardlopen. Er komen weekeinden aan dat het zo druk is (de mondkapjes zijn op, het aantal besmettingen stijgt), dat je alleen maar aan het bellen bent en geen tijd hebt voor ontspanning. Dan ga je hardlopen met de telefoon in de achterzak, maar dat werkt dus niet. Hoor je constant die appjes binnenkomen en sta je uiteindelijk ergens in het bos te bellen. Sein mensen in dat je even offline bent. Af en toe wat anders doen is nodig om het vol te houden.

En geniet nog maar even van echt contact, want straks kan het niet meer. Met je vier broers zul je zelfs een video-meeting organiseren om elkaar weer eens te kunnen spreken. Die afstand zal het ouderwetse onderlinge geouwehoer tussen jullie overigens niet in de weg staan. Er komt een moment dat de kappers weer opengaan en dan zul jij tegen de NOS zeggen dat je begrijpt hoe blij mensen daarvan worden. Nu hebben je broers allemaal jouw kapsel, dus op zo’n moment kun je appjes van ze verwachten met lollige foto’s en dito commentaar: ‘Serieus Ernst, de kapper, kun jij dat begrijpen?’

Elk jaar kom je met je oude collega’s uit het Deventer ziekenhuis bij elkaar, altijd begin februari. Voor het eerst sinds 35 jaar zal dat niet doorgaan. De besmettingscijfers zullen bepalen wanneer jullie elkaar weer zien. Hopelijk kan het in de zomer.

null Beeld Erik Smits
Beeld Erik Smits

De GGD-directeur: Sjaak de Gouw

Beste Sjaak,

Het eerste bericht in je mailbox over het coronavirus dateert van 23 januari 2020. Vier weken later waren dat er al 180. In februari 2020 heb je de regionale pandemiedraaiboeken naar het Regionaal Beleidsteam gestuurd, nadat ze waren geactualiseerd. Op 12 februari bracht je een oriënterend bezoek aan het Calamiteitenhospitaal. In de week van 23 februari had je al drie tv-optredens achter de rug. Het wachten was op de eerste patiënten. Dat die zouden komen, was zeker.

Je was, kortom, klaar voor je rol. Je had zeventien jaar ervaring met epidemieën en uitbraken, van sars en mers tot Q-koorts en ebola. Weet je nog welke casus je gebruikte toen je in de zomer van 2019 een landelijke workshop gaf over de pandemiedraaiboeken? Een virus dat in 2022 vanuit China de wereld zou overspoelen.

Je hebt het pandemiedraaiboek deze week nog eens doorgenomen. Eigenlijk staat alles erin. Scenario zwart, vaccineren, testen en ook het sluiten van voorzieningen en social distancing. We hebben dat allemaal al een keer meegemaakt. Tijdens een mazelenepidemie zijn ooit ook scholen gesloten. We leerden van elke infectieziekte en pasten steeds ons draaiboek aan.

Nu weet je dat die gedegen voorbereiding nooit had kunnen volstaan. Want voor de coronadraaiboeken had je voorbereid moeten zijn op het onvoorstelbare en kennis over het onvoorstelbare had je niet. Daarom is het onderwerp van mijn brief ‘de eerste keer’.

Omdat de GGD’s tienduizenden nieuwe collega’s aan moesten trekken, met alle complicaties van dien. Omdat het de eerste keer was dat pers en politiek zich zo met ons bemoeiden. Omdat nooit eerder een virus zo snel om zich heen greep. Omdat we voor het eerst zes verschillende vaccins hebben die in een jaar tijd worden geleverd. Omdat we, vanwege de wereldwijde vraag, nooit eerder zo’n schreeuwend tekort aan beschermingsmiddelen hebben gehad. Omdat er in rap tempo nieuwe testmethoden zijn ontwikkeld. Omdat er niet alleen getest wordt voor de bestrijding van het virus, maar ook voor toelating en openstelling van de samenleving.

Maar de belangrijkste eerste keer is toch wel de enorme maatschappelijke impact, de totale ontwrichting van de samenleving. Dat heeft je het hele jaar dagelijks beziggehouden. Als mens, omdat iedereen erdoor is geraakt. Maar ook als professional, je hebt net als je collega’s dag en nacht gewerkt om corona eronder te krijgen.

Zouden we een jaar geleden hebben kunnen bedenken dat we dit jaar geen carnaval zouden vieren? Wat er het afgelopen jaar is gebeurd, is zo uniek dat daar nooit een draaiboek voor had kunnen klaarliggen.

Groet,

Sjaak, een jaar later.

Sjaak de Gouw Beeld rv
Sjaak de GouwBeeld rv

De ic-verpleegkundige: José Schroe

Hee José,

Je bent gewend geraakt aan afscheid en verdriet, op de ic waar je werkt overlijden geregeld patiënten, maar wat je het afgelopen jaar hebt meegemaakt, krijg je niet meer uit je hoofd. Je had nooit kunnen bedenken dat jouw afdeling zou worden overspoeld met ernstig zieke mensen. Er waren vragen over het onbekende virus dat in het lichaam zoveel schade aanricht, zorgen of er wel voldoende beschermingsmateriaal zou zijn en door die maskers en mutsen en extra kleding stond je urenlang zwetend je werk te doen.

Maar wat je het meest is bijgebleven, is het besluit om vanwege besmettingsgevaar geen familie op bezoek te laten komen. Alleen bij een overlijden mocht er iemand aanwezig zijn. Toen wisten we te weinig van covid, we dachten dat we er goed aan deden de familie zo veel mogelijk te weren. Je zag wat de gevolgen waren. Patiënten die bij kennis waren, voelden dat het weleens helemaal mis kon gaan, maar ze waren alleen met hun angst. Familieleden werden de laatste dagen met hun geliefden ontnomen.

Je zult je een patiënt herinneren die moest worden geïntubeerd en die afscheid van zijn vrouw moest nemen via Facetime. Hij zei haar dat ze zich geen zorgen hoefde te maken, maar jij besefte dat zijn vrouw hem mogelijk voor de laatste keer sprak, dat hij grote kans maakte om te overlijden. Je stond buiten zijn kamer en keek door het raam, je hart brak toen je zag hoe hij een onbeholpen kus op het beeldscherm drukte.

Van begin af aan ben je met je collega’s alleen maar aan het rennen geweest. Hoe kon je zo efficiënt mogelijk werken, hoe kon je nóg meer doen in nog minder tijd? Daar ging alle energie in zitten. Normaal heb je de zorg over twee patiënten, nu waren het er drie, soms vier. Daardoor bleef er te weinig tijd over om de afstand tussen patiënten en hun familie te overbruggen. Later hoorde je van familieleden dat ze van telefoongesprek naar telefoongesprek hadden geleefd. Soms stuurden ze muziek op en vroegen je om dat te draaien, soms hadden ze het zelf gezongen, soms was het een liedje dat was gespeeld tijdens een huwelijk. Dan overstemde Perfect van Ed Sheeran heel even het geluid van de beademingsmachine. Het ontroerde je tot tranen toe. Als je toen had geweten welke diepe sporen het bezoekbeleid zou achterlaten, dan zou je er met je collega’s alles aan hebben gedaan om het te veranderen. Het was onmenselijk en onacceptabel.

Gelukkig is tijdens de tweede golf het besluit teruggedraaid. De ziekte blijft hetzelfde, het verdriet ook, maar nu kunnen patiënten en familie tenminste bij elkaar zijn.

Meestal lukt het je wel om afstand te bewaren, maar in dit coronajaar wordt het je af en toe te veel. Veel vaker dan anders heb je naar evenwicht moeten zoeken. Dat kan alleen met een goed team om je heen, met collega’s die geen uitleg nodig hebben, die weten wat je doormaakt. Jullie delen dezelfde emoties, dan zijn er geen woorden nodig.

null Beeld Erik Smits
Beeld Erik Smits

De communicatiewetenschapper: Bas van den Putte

Ha Bas,

Je had begin 2020 nog geen flauw idee wat voor jaar het zou worden, zelfs niet toen de miljoenenstad Wuhan werd afgegrendeld van de buitenwereld. Hoe kwam je erbij dat covid-19 aan Nederland voorbij zou gaan, alleen maar omdat ebola, mers en de Mexicaanse griep ook meevielen? Beetje naïef was je wel.

Toch zal het niet lang duren voordat je je zorgen gaat maken, al is dat meer over de kwaliteit van de overheidscommunicatie dan over het virus. De oproep van Rutte op televisie om te stoppen met hamsteren gaf niet de indruk dat er iemand met verstand van gedragsbeïnvloeding of communicatie had meegedacht. Geheel voorspelbaar werden de winkelschappen nog massaler bestormd. Als ik je een tip mag geven: kun je niet één keer in je leven gewoon hetzelfde doen als alle anderen? Nu zat je een week later als enige Nederlander zonder wc-papier.

Gelukkig ging het uitroepen van de ‘intelligente’ lockdown ook gepaard met steeds slimmere persconferenties. Op een gegeven moment leken ze rechtstreeks uit het handboek communicatie te komen. Bijvoorbeeld toen Rutte 45 keer het woord ‘wij’ gebruikte.

Gold dat ook maar voor de spotjes. Je eindeloos herhaalde adviezen voor veel meer communicatie en dan vooral gericht op mensen die moeite met de regels hebben, lijken in Den Haag niet aan te komen. Moet je dat niet handiger aanpakken? Leuk dat je straks overal meepraat en dat journalisten je steeds vaker opbellen om je mening te vragen, beetje verslavend ook, maar misschien kun je je tijd beter gaan besteden aan een speurtocht naar onderzoeksgeld, om je gelijk te bewijzen met harde data? Je bent toch een wetenschapper?

Oké, je vijf minuten beroemdheid aan de talkshowtafel van Op1, waar je uitlegt hoe spotjes er wat jou betreft wel uit moeten zien, die zul je niet willen missen. Meteen de volgende dag word je gebeld door het coronacampagneteam, dat ze je voorstel gaan uitwerken tot een tv-spotje. Ik verklap het maar vast, dan heb je nu al voorpret.

Maar dat is pas eind dit jaar, in november. En eigenlijk best gek dat het zo gaat. Mooi voorbeeld van de macht van de media. Ga komend jaar maar eens goed letten op alle belanghebbenden die in de media over elkaar heen tuimelen om voor hun eigen doelgroep te pleiten. Bas, je weet het nu nog niet, maar tegen de tijd dat het vaccin er is, gaan heel wat mensen voordringen. Jij bent voorlopig nog niet aan de beurt.

Een laatste verzoek. Zorg dat je vanaf het begin erop hamert dat de communicatie vooral over basisregels moet gaan: afstand houden, handen wassen, testen bij klachten en indien nodig in quarantaine. Knoop in je oren: als iedereen zich daaraan houdt, zijn verdere maatregelen niet nodig; ook goed voor de economie en het mentaal welzijn.

Hoewel, echt blij zit ik niet te worden van het laatste campagnespotje over de basisregels. Mooi gemaakt hoor, maar dat we corona ‘buiten houden door binnen blijven’, dat weet iedereen nu wel. Daarmee win je geen nieuwe zieltjes. Bas, kun je daar tegen die tijd in de Volkskrant niet iets over zeggen? Misschien dat ze het in Den Haag lezen.

Kusje aan Jan,

Bas

Bas van de Putte Beeld rv
Bas van de PutteBeeld rv

De verpleeghuisdirecteur: Marcel van der Priem

Beste Marcel,

Als je me een jaar geleden had gezegd dat je het verpleeghuis op slot zou doen, zou ik je niet hebben geloofd. Het is een van de bizarste beslissingen die je ooit hebt moeten nemen. Je kunt je nog kwaad maken over de relativering waarmee dat landelijke besluit gepaard ging, de arrogantie bijna. Het idee dat de bewoners van een verpleeghuis daar heus niet slechter van zouden worden. Het ogenschijnlijk achteloos beslissen over de vrijheid en autonomie van een ander. Je ziet het nu weer gebeuren, zodra ergens in een verpleeghuis het aantal besmettingen oploopt: het gemak waarmee onder de noemer van veiligheid wordt gesuggereerd om de deuren dicht te doen. Je kunt je daar enorm kwaad over maken. Zolang het virus niet ongecontroleerd rondgaat, zul jij jouw verpleeghuizen niet meer sluiten.

Want je weet nu wat voor enorme impact die dichte deuren hebben gehad. De bewoners hebben daar een trauma door opgelopen. Ze klampen je soms aan in de gang. We gaan toch nooit meer dicht, hè?, vragen ze dan. Als je 92 bent, dan is er één ding dat je nog op de been houdt en dat is het contact met je kinderen en kleinkinderen.

Je was goed voorbereid op de crisis, in januari waren er zelfs al extra mondkapjes besteld. Dankzij het ziekenhuis in je zorggroep kon je beschikken over een eigen arts-microbioloog en een afdeling infectiepreventie, er was voldoende testcapaciteit. Maar pas na een paar weken werd duidelijk welke emoties er speelden bij bewoners, hun familie en bij het personeel. Je herinnert je nog het moment waarop de psycholoog vertelde hoe beangstigend iedereen de zwarte lijkzakken vond waarin bewoners werden vervoerd. Er bleken begrafenisondernemers te zijn die dat soort zakken gebruikten in verband met besmettingsgevaar. Je wist dat helemaal niet, je kwam er veel te laat achter. Je zat toen zo in een crisisstructuur, er waren zoveel nieuwe protocollen, het personeel moet al die tijd gedacht hebben dat het beleid was. Wat een onwaardige manier om een overledene van zijn laatste woning naar de laatste rustplaats te brengen!

Het symboliseert de angst die rondwaarde. Bewoners werden bang voor de dood, zelfs de mensen met dementie raakten onrustig en voelden aan dat er gevaar dreigde. De medewerkers in jouw verpleeghuizen zijn dit werk gaan doen om mensen een mooie laatste levensfase te geven en om ze waardig te laten sterven. Je zag hoe verdrietig en ontheemd ze raakten, omdat ze zover waren afgedreven van de kern van hun roeping.

Als je even stilstaat, besef je dat dit coronajaar ook veel heeft gebracht. In Gorinchem gaf het personeel in galakostuum de bewoners misschien wel de mooiste Kerst ooit. In Sliedrecht hielden ze een barbecue op het balkon. En elke keer dat een bewoner uit quarantaine mocht, werd dat gevierd. Het is een vak om ondanks alle beperkingen lichtpuntjes te blijven zien. Besef je wel dat jouw mensen daar meester in zijn? Vertel ze dat vaker en maak het veel groter.

Marcel van der Priem Beeld rv
Marcel van der PriemBeeld rv

De criticus: Wim Schellekens

Ha Wim,

Je herinnert je vast nog dat alarmerende bericht van je dochter, ze vertelde dat er een nieuw soort griep was ontdekt. Die ziekte zou ook naar Nederland komen, ze zou als huisarts binnenkort de eerste patiënten op het spreekuur krijgen, maar ze kon niet aan genoeg mondkapjes komen. Daar ben je over gaan twitteren en dat was het begin. Je zag al snel een patroon, we hadden niet alleen een gebrek aan beschermingsmiddelen, er was ook nauwelijks testmateriaal, er waren onvoldoende labs, we liepen overal achteraan.

Zo leerde je digitaal anderen kennen die zich net zoveel zorgen maakten, die zich afvroegen of het in Nederland niet anders moest. Uiteindelijk waren jullie met twaalf, allemaal deskundigen met een uiteenlopende achtergrond die elkaar daarvoor nauwelijks kenden. Jullie noemden jezelf het Red Team en je hebt vanaf de zomer geprobeerd om op constructief kritische wijze het kabinet te overtuigen van jullie visie.

Snel, krachtig en kort, dat was de boodschap: dat is namelijk de enige manier om van het virus af te komen. Je zag hoe succesvol dat was in andere landen, maar hier werd veel te lang gedraald. Jullie voorzagen dat het dit najaar uit de hand zou lopen en dat is ook gebeurd. Pas toen de teller op 10 duizend besmettingen per dag stond, werden serieuze maatregelen genomen.

De nieuwe lockdown kwam veel te laat, was niet krachtig genoeg en duurt daardoor onafzienbaar lang. Dat ondermijnt het draagvlak van de burger, heeft de niet-acute reguliere zorg bijna geheel verdrongen, heeft de zorgverleners uitgeput, bedreigt horeca en cultuur, heeft giga-economische gevolgen en biedt geen perspectief. En dat was niet nodig geweest. Je hebt het heel vaak in de media mogen uitleggen maar tevergeefs.

Achteraf had je met je teamleden misschien contact moeten zoeken met kritische artsen, met organisaties als VNO-NCW en FNV, met de inspectie. Dan was er een beweging ontstaan, dan was jullie gedachtengoed veel breder uitgedragen dan alleen via twaalf individuen, dan was er mogelijk wel geluisterd.

Vorige maand heb je met het team een stap terug gedaan. De regering speelt een ander spel, jullie verstaan elkaar niet meer. En als je dan doorgaat, word je een drammer. Toch kijk je met een goed gevoel terug op jullie inzet, het Red Team is een begrip geworden. Als oud-huisarts, hoofdinspecteur en vooral als sociaal geneeskundige heb je altijd een gevoel van publieke verantwoordelijkheid gehouden en dat was wat jou en je teamleden dreef, het voorkómen van vermijdbaar lijden, op alle terreinen.

Je hebt helaas gelijk gekregen, maar daar wil je niet triomfantelijk over zijn. Ze hebben niet naar jullie geluisterd, maar je hebt wel een belangrijke kritische stem laten horen. Als het beleid ooit wordt geëvalueerd, kan de regering niet zeggen dat er niet was gewaarschuwd.

Groeten van Wim

Wim Schellekens Beeld rv
Wim SchellekensBeeld rv

De coronaverslaggever: Maarten Keulemans

Hee Keul!

Ja, daar sta je van te kijken hè? Bekijk die datering van dit mailtje nog maar eens goed. Een bericht uit de toekomst. Van jezelf. Of eigenlijk: van jezelf over een jaar.

Want ik moet je dringend iets meedelen. Je staat op het punt het meest krankzinnige jaar in te gaan uit je journalistieke loopbaan. Weet je nog, in 2002, toen je als jonge wetenschapsredacteur bij de NOS werkte toen de longziekte sars uitbrak? Het is nog niets vergeleken bij wat je het komend jaar te wachten staat. Het land en de wereld staan op het punt overspoeld te raken met sars de tweede. Een nieuw coronavirus. En ditmaal is er geen houden aan.

Pas op! Je onderschat het virus. Een paar weken geleden, op 31 januari 2020, schreef je nog in de krant dat het vast wel zou meevallen, zag ik in het archief. Als wetenschapsredacteur weet je immers van eerdere uitbraken: als de eerste rook optrekt, en dokters leren zo’n ziekte te herkennen en ermee om te gaan, vallen de sterftecijfers die je hoorde in het begin (5 procent, in dit geval!) doorgaans lager uit.

Dat klopt, maar je vergeet iets. Het gaat natuurlijk niet alleen om hoeveel mensen aan een ziekte overlijden. Veel belangrijker is hoeveel mensen er in het ziekenhuis belanden. Dat wordt de molensteen, het anker dat de maatschappij schrapend tot stilstand zal dwingen, let maar op.

Je hebt het nu nog redelijk rustig: lees het boek The Great Influenza van John Barry, over de Spaanse griep van 1918, erop na. Veel van wat er destijds gebeurde, staat ons nu opnieuw te wachten. Er zullen plaatsen zijn waar de ziekenhuizen zo vol raken dat men de patiënten niet kwijt kan. Economieën zullen knarsend tot stilstand komen, door de ziekte zelf, maar ook door de maatregelen ertegen. En het virus zal muteren, zoals het dat ook deed in 1918.

Wanhopig op zoek naar controle over de situatie zullen mensen allerlei exotische theorieën over, en onbewezen middeltjes tegen, het virus gaan omarmen. Valse profeten, zonder wetenschappelijke achtergrond maar met een talent de massa’s te bespelen, zullen opstaan en de wetenschap ter discussie stellen. En zoals er in 1918 een luidruchtige protestbeweging ontstond die niet geloofde in de griep, demonstratief de mondkapjes afdeed en de artsen en de media de schuld gaven van het in scène zetten van de crisis – precies zo zal het ook nu gaan.

Ogen op de bal Maarten. Blijf onbevooroordeeld! Of het nu gaat om ‘asymptomatische’ patiënten (minder besmettelijk dan je denkt), het nut van mondkapjes (zinniger dan verwacht) of de werking van vaccins (beter dan je vermoedt): het komende jaar zul je je inzichten erover voortdurend moeten bijstellen. Zet hem op, ‘mister corona’!

O, en dat stabureau waarover je aarzelt: koop het maar gewoon. Dat hele gedoe met dat thuiswerken kon namelijk best eens langer duren dan je denkt.

Houd je (en mij) taai!

Je eigenste

Maarten van Morgen

Maarten Keulemans Beeld rv
Maarten KeulemansBeeld rv

De immunoloog: Marjolein van Egmond

Hee Marjolein,

Je hebt het gezien op televisie, hangend op de bank met een glas wijn: dat nieuwe coronavirus is nu ook in Nederland. Je zei nog tegen Jos, je man: ergens jammer, dat ik geen onderzoek doe naar dit soort virussen. Je bent immers immunoloog. Bezig met onderzoek naar hoe je de afweer kunt versterken als iemand kanker heeft en hoe je die juist afremt bij auto-immuunziekten.

Maar geloof me, er staat een hoop te veranderen. Over niet zo lang zal iedereen het opeens hebben over antistoffen, T-cellen en immuniteitsopbouw, onderwerpen waar je het nu alleen met je vakgenoten over hebt. Je vak wordt opeens het gesprek van de dag, ongelooflijk hè?

Terwijl het virus, immunologisch gezien, niet eens zo bijzonder is. Aanvankelijk zal het lijken alsof dit een soort supervirus is. Maar al snel zul je beseffen dat alle studies erop wijzen dat het afweersysteem normaal reageert op dit coronavirus, precies zoals verwacht. In de meeste gevallen lijkt het goed te gaan en bouwen we na infectie behoorlijke bescherming tegen het virus op.

Pas wel op, ik denk dat je de mutaties van het virus onderschat. Je denkt: zo’n coronavirus, dat muteert normaal gesproken niet zo veel. Maar je vergeet dat we straks in een pandemie zitten, een situatie waarin heel veel mensen geïnfecteerd zijn. En mutatie is een kansproces. Als de hele wereld het virus heeft, wordt de kans op een mutatie waardoor vaccins bijvoorbeeld minder goed werken, gewoon groter.

Over vaccins gesproken: daar ga je nog raar van opkijken. Want weet je nog, die mRNA-vaccins, waarnaar onderzoek wordt gedaan als mogelijk middel tegen kanker? Tegen kanker zijn ze, zoals je weet, helaas nog niet bijster effectief. Maar – spoiler alert! – dat komt omdat kanker nu eenmaal moeilijk te bestrijden is. Dit jaar zul je pas ontdekken wat mRNA-vaccins eigenlijk in huis hebben, als de fabrikanten Pfizer en Moderna ze inzetten tegen het coronavirus. Dat wordt een enorme eyeopener voor je. Aan deze vaccins gaat de wereld echt heel veel hebben: bij dit virus, maar ook bij toekomstige.

Ook voor jezelf gaat er veel veranderen. Zo zul je ontdekken hoe leuk en dankbaar je het vindt om wetenschap uit te leggen aan een lekenpubliek. Dat je ineens met een pluche coronavirus staat uit te leggen hoe vaccins werken! Wat een bijzondere ervaring, en wat een onverwachte kansen zul je op dat gebied krijgen.

Zei je laatst niet dat je graag eens iets met infectieziekten wilde doen? Geloof me, dit jaar ga je er meer van voor je kiezen krijgen dan je nu voor mogelijk houdt!

Succes,

Marjolein

null Beeld Erik Smits
Beeld Erik Smits

De longcovidpatiënt: Nadine Böke

Lieve Nadine,

Het lijkt nu nog zo ver weg, dat virus. Maar het zal je gaan raken. Sneller, maar ook heel anders dan je denkt. Je zult niet in het ziekenhuis belanden. Maar die ‘vreemde griep’ die je vriend en jij half maart oppikken, dat is dus covid-19.

Je zult al snel weer op de been zijn en doen wat je altijd doet na ziekte: gewoon doorbijten. Toch je rondje proberen te hardlopen, gewoon de fiets pakken, je schouders eronder zetten op het werk. De beste raad die ik je nu kan geven, is: doe dit niet. Over ruim een maand zul je je afvragen wat er toch mis is. Waarom je maar niet weer fit wordt. Sterker, waarom die griep steeds terug lijkt te komen, met koorts en al.

Wat jij en anderen begin 2020 nog niet weten, is dat het geen wet is dat je door dit coronavirus in het ziekenhuis belandt (en mogelijk sterft), of binnen twee weken opknapt. Sommige mensen ontwikkelen vreemde, langdurige klachten. Een op de tien maar liefst, volgens de grootste Britse studie naar dit fenomeen. Het zal, op z’n Engels, bekend komen te staan als long covid. En lang duurt het zeker.

Die eerste maanden, waarin je blijft proberen er doorheen te drukken, zul je zieker en zieker worden. Er komen lange weken aan waarin zelfs domweg rechtop zitten je zo duizelig en misselijk maakt dat je moet gaan liggen. Maar houd vol. Die zware pijn op je borst, de maandenlange koorts in de avond en bizarre ondertemperatuur overdag, je maagproblemen, het uitvallen van je haar; uiteindelijk wordt het beter. Maar ook over een jaar zal je hart nog op hol slaan van de lichtste inspanning. Het zal je maanden aan fysio kosten om uiteindelijk een kwartiertje op de hometrainer te kunnen.

Je gaat alles lezen over dit fenomeen wat los en vast zit. Maar verwacht niet dat je antwoorden zult vinden. Die zijn er domweg nog niet. Een aanhoudende, overdreven reactie van je immuunsysteem, met auto-antistoffen die je eigen weefsels aanvallen, dat lijkt je de meest waarschijnlijke hypothese. In patiëntenfora zul je talloze tips voorbij zien komen. Vitamine C, D, zink; of toch niacine, kurkuma, quercetine? Was het maar zo simpel. Houd het bij je astma-inhaler, antihistamine en je maagmedicatie, die helpen je het meest.

Je zult je kapot gaan ergeren aan mensen die blijven roepen dat dit ‘maar een griepje’ is, terwijl jij over een jaar nog altijd dagen hebt dat je te ziek bent om boodschappen te doen of te koken. En aan het gebrek aan aandacht van politici voor deze variant van covid. Ook zo ergerlijk: dat als je wel iets hoort hierover, het vaak wordt samengevat als ‘sommige mensen blijven lang moe’. Moe? Was je maar alleen moe. Gelukkig nemen je artsen het serieus. En internationaal komt het onderzoek naar hoe de inmiddels grote groepen mensen met deze postvirale klachten te helpen op gang. Dus, houd moed. Houd hoop. Houd vol.

Sterkte,

Je toekomstige ik

Nadine Böke  Beeld Erik Smits
Nadine BökeBeeld Erik Smits

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden