Week uit
Roué Verveer had try-outs van zijn tiende show: ‘‘Oeehhs’ uit de zaal zijn altijd goed’
Een routineus, kabbelend weekje heeft cabaretier Roué Verveer achter de rug. Maar wel eentje met een bijzondere uitwerking.
Met de week die Roué Verveer (50) achter de rug heeft, kan hij de toekomst voorspellen. Ja, nee, echt waar: de cabaretier is nu in het bezit van een glazen bol – figuurlijk, dan. Verveer had vorige week zijn try-outweek. Daar was-ie klaar voor, aan toe zelfs, want de afgelopen twee maanden had hij verlof, lanterfanterweken zeg maar, incluis drie vakanties: naar Bali (met het gezin), naar München (met de oudste zoon) en naar Finland (met zijn vrouw).
Maar terug naar die glazen bol: zo’n try-outweek is de basis. Het zegt hem hoe het de komende twee jaar gaat met zijn tiende (!) en nieuwste show, Gewoon Roué. Gaan de mensen lachen? Welke grappen doen het goed? Gaat hij een paar keer een ‘oeh’ uit de zaal terugkrijgen? (‘Oeehhs’ zijn altijd goed). Het antwoord is ja, ja, en ja. ‘Dus ik ben blij’, zegt Verveer. ‘Het gaat goed zijn, de komende twee seizoenen.’
Of hij ook nog ingewikkeldheden meemaakte in die dagen? Als in: extreme stress? Een lekke band? Een fout in zijn planning? Een huishoudelijke apparaat dat kapot ging op een zul-je-net-zienmoment? Niks van dat alles. Het was gewoon zoals het altijd gaat in Verveers optreedweken, prima kabbelend, routineus: hij staat op, heeft geen zin om te sporten, gaat toch sporten, daarna douchen, lunchen, en dan drinken Verveer en zijn vrouw cappuccino buiten de deur – vaste prik voor hij in de auto stapt op weg naar het theater.
Verder waren er fijne onderbrekingen van die routine: hij ging naar het concert van Chris Brown, zijn zoons hadden een kaartje over, en Ajax won en Verveer was erbij; hij is fervent bezitter van een seizoenkaart. ‘De wedstrijd was zo-zo,’ zegt hij, ‘maar ik ben een beetje een rare supporter. Ik gebruik Ajax voor een gezellig uitje. Of ze nou winnen of verliezen, ik dwing mezelf een leuke dag te hebben. Ik geef niet drie uur van mijn leven aan het kijken naar een wedstrijd – want dat is wat je doet hè, inclusief heen- en terugreis, bijna vier uur zelfs – om vervolgens na verlies of gelijkspel een zuur gevoel te hebben. Dan moet ik gewoon niet gaan. Want je kunt nu eenmaal niet voorspellen hoe zo’n wedstrijd loopt.’
Niet voor álles in het leven bestaat er een glazen bol.