essay
Mannen komen van Mars, de bestseller die relaties redde, lijkt op wetenschappelijk drijfzand gebaseerd
Toen het zelfhulpboek Mannen komen van Mars, Vrouwen komen van Venus dertig jaar geleden verscheen, leek het dé verklaring voor de verschillen in gedrag tussen mannen en vrouwen. Veel wetenschappers maken inmiddels gehakt van John Grays beweringen. De auteur staat er nog vierkant achter, en veel lezers hebben er wel baat bij gehad.
Toen de Iraans-Amerikaanse wasserette-eigenaar Abbas Rafsanjani van zijn vrouw Mina te horen kreeg dat ze wilde scheiden, was hij in shock. ‘Ik kon niet slapen, ik kon niet eten. Ik dacht: mijn leven is voorbij’, vertelt hij in de aflevering Reunited van de populaire podcast This American Life. Maar Mina was vastberaden: ze was haar conservatieve, lichtgeraakte echtgenoot helemaal zat.
Het eerste jaar na de scheiding was Rafsanjani radeloos en depressief. Toen herpakte hij zich: hij ging naar de sportschool, begon te daten. En hij raakte in de ban van een razend populair zelfhulpboek: Mannen komen van Mars, Vrouwen komen van Venus. De belangrijkste les die hij opstak uit deze bestseller: je moet luisteren naar een vrouw als ze wil praten over haar gevoelens. Dus toen zijn ex-vrouw hem op een avond vanuit het niets belde omdat ze zich eenzaam voelde, deed hij precies dat. Hij luisterde, en was ook niet beledigd toen ze vertelde hoe ze al die jaren had geleden onder zijn driftbuien. Ze hervonden elkaar, en trouwden opnieuw.
Dochter Nazanin Rafsanjani vertelt in de podcast: ‘Ik kan niet geloven dat ik dit zeg, maar Mannen komen van Mars heeft mijn vaders leven veranderd. Ergens in het boek (latere druk, red.) beschrijft de auteur hoeveel huwelijken er door dit boek zijn gered, en hoe iedereen in staat is tot verandering. Dat is precies wat mijn vader nodig had.’
Terugtrekken in de mancave
Het is dertig jaar geleden dat Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus van de Amerikaanse auteur John Gray uitkwam. Het zelfhulpboek stond drieënhalf jaar in de New York Times-bestsellerlijst, en werd wereldwijd meer dan 15 miljoen keer verkocht, in meer dan veertig talen.
De belangrijkste boodschap: mannen en vrouwen zijn zo verschillend, dat ze net zo goed van andere planeten zouden kunnen komen. Die verschillen zorgen voor misverstanden en onbegrip. Zo willen mannen regelmatig alleen zijn, en zich terugtrekken in hun mancave, een term die Gray groot maakte, vrouwen ervaren dat als afwijzing. Vrouwen willen weer over hun problemen praten, maar mannen kunnen niet goed luisteren, en denken dat ze de problemen van hun vrouwen moeten oplossen. Vrouwen geven hun partners ongevraagd advies, maar daar zitten mannen niet op te wachten. Mannen kunnen geen twee dingen tegelijk, en vrouwen zijn als golven: hun stemmingen veranderen voortdurend, aan mannen de taak om mee te surfen.
Die verschillen die Gray ontwaart tussen mannen en vrouwen zijn volgens hem hard wired; het is geen kwestie van socialisatie, maar van biologie. Gray laat zich voorstaan op zijn dokterstitel, al is zijn academische achtergrond wat vaag. Hij was eerst lange tijd assistent van de ‘Beatles-goeroe’ Maharishi Mahesh Yogi en deed een studie transcendente meditatie. Vervolgens begon hij zich te interesseren in psychologie en deed hij promotieonderzoek op afstand aan een niet-geaccrediteerde universiteit die sindsdien is opgeheven.
Mannen komen van Mars werd van meet af aan bejubeld, door tv-persoonlijkheden als Phil Donahue en Oprah Winfrey, die wegliepen met zijn praktische inzichten. De jaren negentig werd gekenmerkt door alarmistische discussies over een Amerikaanse ‘scheidingsepidemie’, Gray bood houvast aan stellen die getrouwd wilden blijven. Of zoals het Britse dagblad The Guardian de populariteit van het boek in 1993 verklaarde: ‘Het is een signaal dat Amerikanen intensief bezig zijn hun relaties met de andere sekse te ontleden. Ze verlangen naar commitment, maar zonder compromissen te hoeven sluiten.’ Lezers prezen vooral de simpele analyse: vrouwen en mannen zijn anders, als je dit accepteert heb je een gelukkiger huwelijk. In een artikel uit 1994 van The L.A Times zegt een mannelijke fan: ‘Ik zeg al 35 jaar dat mijn vrouw moet veranderen, en dat ik gelijk heb, maar door dit boek begrijp ik dat zij helemaal niet hoeft te veranderen!’
Wetenschappelijke kritiek
Wetenschappers daarentegen hadden van begin af aan kritiek. Sinds de publicatie toonden ze aan dat er geen typisch mannen- of vrouwenbrein bestaat (Daphna Joel), dat er geen man-vrouwverschillen zijn in ruimtelijk inzicht (Matthias Riepe), dat het hele evolutionair-psychologische idee dat er aangeboren verschillen zijn tussen jongens en meisjes nergens op berust (Barnett en Rivers). In haar boek The Myth of Mars and Venus legt Deborah Cameron uit dat de individuele verschillen en overeenkomsten tussen mensen veel groter zijn dan de groepsverschillen tussen mannen en vrouwen; over traditioneel ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ eigenschappen beschikken ze allebei.
Toch werd Mannen komen van Mars ook in Nederland een hit – zo’n half miljoen mensen haalden het in huis. Op het hoogtepunt, eind jaren negentig, werden er jaarlijks dertigduizend exemplaren verkocht. En nog steeds gaat het over de toonbank, met zo’n drieduizend stuks per jaar. Een everseller, zegt Ivonne Bloemsma, die het in 1992 aankocht voor (toen nog) uitgeverij Het Spectrum. ‘En nu, dertig jaar later, denk ik: goed gezien, meid, want het blíjft maar verkopen. We hadden destijds ook een enorm succes met De stam van de holenbeer, maar daar hoor je nooit meer iemand over.’ Wat ze erin zag, bij eerste lezing? ‘Het boek zet op een rijtje wat de meeste mensen onbewust wel weten. Dat een man maar een ding tegelijk kan doen, bijvoorbeeld. Dat je het duidelijk moet vragen als je wil dat hij een klusje doet. En niet gaan zeuren als het niet direct gebeurt.’
De spreekkamer van relatietherapeuten
Mars en Venus vonden ook hun weg naar menig Nederlandse spreekkamer. Zoals die van relatietherapeut Geke Boeringa, die het boek tien jaar geleden ontdekte. In haar praktijk Mindcare in Lekkerkerk begeleidt de christelijke coach echtparen met huwelijksproblemen en daarbij, zegt ze, wijst ze nogal eens op de verschillen tussen mannen en vrouwen zoals door Gray geformuleerd. ‘Marsbewoners zijn gericht op macht en prestatie’, schrijft ze op haar website. ‘Venusbewoners steunen en helpen elkaar en ontlenen hun eigenwaarde vooral aan hun relaties en gesprekken. Ze geven vlot en ongevraagd adviezen – en daar zijn Marsbewoners niet van gediend. Dat geeft de man het gevoel ‘overheerst’ te worden terwijl hij zich ‘geaccepteerd en gewaardeerd’ wil voelen. ‘Het is wel wat generaliserend, hè’, zegt Boeringa, ‘maar Gray heeft de man-vrouwverschillen mooi gefileerd.’
Mannen, zegt Boeringa, die van huis uit verpleegkundige is, hebben respect nodig, aanmoediging, acceptatie. Vrouwen gedijen bij verbinding, geruststelling en begrip. Dat zijn de ‘onderliggende gevoelens’, zegt ze, die vaak niet herkend worden doordat vrouwen en mannen zich anders uiten. ‘Als het niet meer lekker loopt thuis door sleur of drukte, krijgt de vrouw vaak de neiging om kritisch te worden, te gaan mopperen. De man voelt zich niet gewaardeerd en trekt zich vervolgens terug. Want, denkt hij, als ik nu in discussie ga krijg ik weer de kous op mijn kop. Dat patroon zie ik in veel relaties en dat is naar mijn idee grotendeels nature, zo zijn mannen en vrouwen geschapen.’
Diepe sporen nagelaten
Kritiek op het stereotiepe beeld van Mars- en Venusbewoners die elk op hun eigen planeet verkeren heeft ze nog nooit gehoord, zegt Boeringa. ‘Nee, ik herken veel in wat Gray zegt. Natuurlijk, niet elke man is een haantje en niet elke vrouw een Barbie. En ik kan me voorstellen dat je nekharen overeind gaan staan als de boodschap wordt gereduceerd tot: de vrouw hoort thuis en moet de man bewonderen. Bijna alle vrouwen die hier komen hebben een baan, meestal parttime, en ik zie ook steeds meer mannen met een papadag.’
Ook in het theater versloegen Mars en Venus alle records; de toneelbewerking van het boek die acteur Huub Stapel op de planken bracht, leverde hem de langstlopende onemanshow in Nederland op, met bijna vijhonderd voorstellingen en meer dan 300 duizend bezoekers. Allemaal bulderden ze van het lachen als Stapel een vrouw imiteerde die vertwijfeld voor haar kledingkast stond: ‘Ik heb niets om áán te trekken!’
Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus heeft kortom ook in de Nederlandse samenleving diepe sporen nagelaten: de mancave is een ingeburgerd begrip, evenals ideeën over mannen die niet kunnen multitasken, of vrouwen die een lekker potje willen klagen. Waarom sloegen deze ideeën zo ongelooflijk aan, en vonden zoveel mensen houvast aan een boek vol conservatieve ideeën over genderverschillen?
John Gray zelf weet wel waarom, hij staat dertig jaar na dato pal achter zijn werk. ‘Alles wat ik schreef klopt. Ik heb sinds het uitkomen van het boek mijn ideeën allemaal ook nog eens wetenschappelijk weten te staven’, vertelt de 71-jarige Gray via een Zoom-verbinding vanuit zijn ranch even buiten San Francisco. ‘Die kennis had ik toen nog niet, het was puur intuïtie, ik heb het boek in twaalf weken geschreven.’
Gray draagt een gewatteerde Patagonia-jas en een houthakkersblouse. In de boekenkasten achter zijn bureau heeft hij zijn oeuvre uitgestald, boeken met titels als: Mars en Venus op de werkvloer, Mars en Venus in de slaapkamer, Mars en Venus op een date. Het gaat goed met hem in dit jubileumjaar van zijn magnum opus, hij lacht luid en veel. ‘Mijn boek wordt nog steeds overal ter wereld verkocht en er zijn ontzettend veel stellen die er baat bij hebben. En ik ben na de dood van mijn vrouw Bonnie in 2018 weer heel gelukkig in de liefde. Ik heb liefdevolle dochters en kleinkinderen, en ik voel me energiek!’
Hersenverschillen en hormonen
Die wetenschappelijke onderbouwing van Mannen komen van Mars, zegt Gray, zit ’m in hersenverschillen en hormonen. In oestrogeen en testosteron. ‘Mannen willen betekenisvolle dingen doen, en daar van hun vrouw waardering voor krijgen, dan gaat hun testosterongehalte omhoog en voelen ze zich de koning te rijk. Vrouwen daarentegen willen zich veilig voelen, en gekoesterd, dan maken ze oestrogeen aan. Dat oestrogeen hebben ze hard nodig, anders kunnen ze geen orgasme krijgen en worden ze depressief.
‘Ik heb hier veel kritiek op gehad, vooral van feministen, maar mannen en vrouwen zijn zo anders, dat zie je al aan het brein, mannen hebben door hun hersenstructuur veel meer interesse voor onpersoonlijke zaken als machines en politiek. Het brein van vrouwen is veel meer toegespitst op persoonlijke relaties en dat is logisch. Jullie krijgen baby’s. Het is misschien politiek incorrect, maar het is wel de waarheid: mannen en vrouwen zijn compleet verschillend.’
‘John Gray is een man die alleen zichzelf hoort’, zegt schrijfster Yvonne Kroonenberg. Ze weet zich nog een avond in 2000 te herinneren, in het John Adams Institute in Amsterdam waarop zij met Gray in gesprek zou gaan. Van een discussie kwam het niet. ‘Geen woord mee te wisselen, met die man’, zegt ze, nog altijd verontwaardigd over de houding van Gray. ‘Hij bleef maar oreren, en wát hij zei was volkomen onzin. Hij stelde zich op als een soort spirituele goeroe en liet mensen hun armen omhoog doen om de sapstromen te reguleren. Daarna moesten ze hun armen weer laten hangen en ervaren hoe de energiestroom naar hun vingertoppen ging. Dat is gewoon de bloedsomloop.’
Kroonenberg, die van oorsprong psycholoog is, schreef jarenlang columns en boeken over mannen en vrouwen. Ze is het eens met Gray dat ‘mannen en vrouwen in verschillende werelden leven’, zegt ze. ‘Mannen zijn geboeid door dingen die zouden kunnen gebeuren, daarom houden ze van vissen, en van flirten, want je weet maar nooit. Daar hebben vrouwen bepaald minder belangstelling voor. Omgekeerd zie je mannen niet gauw in een stapel textiel zoeken naar dat ene mooie bloesje.’ Het zijn geen wetenschappelijke uitkomsten zegt Kroonenberg, maar observaties, bedoeld om over na te denken of de lezer te laten lachen. ‘Bij Gray valt er niets te lachen, de man neemt zichzelf bloedserieus. En dat terwijl hij op niet één originele gedachte valt te betrappen. Hij heeft alles wat hij beweert uit het boek You just don’t understand gejat van Deborah Tannen, dat twee jaar eerder was verschenen. Maar toen ik hem daarmee confronteerde, hoorde hij me niet.’ (Gray zegt hierover: ‘Er wordt altijd gezegd dat ik haar werk heb overgeschreven, maar ik had nog nooit van die hele vrouw gehoord.’)
Niemand kan multitasken
Wetenschapsjournalist Asha ten Broeke ziet een verregaande de invloed van Mannen komen van Mars, Vrouwen van Venus. Want al slaan de manvrouwclichés vaak nergens op, toch zijn ze tot gekmakends toe blijven hangen. ‘Níémand kan multitasken, ook vrouwen niet, dat is allang aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Net zoals ook allang bekend is dat er niet zoiets bestaat als een mannen- of vrouwenbrein. De hersenen van mannen zijn, conform de lichaamsbouw, gemiddeld genomen iets groter en zwaarder dan die van vrouwen, maar er zijn niet twee typen hersenen. Zowel het mannen- als het vrouwenbrein bestaat uit een mozaïek van allerlei herseneigenschappen, neurowetenschappers houden ze op individueel niveau niet eens uit elkaar.’
Ten Broeke verdiepte zich uitvoerig in de materie voor haar boek Het idee M/V, ontmaskering van een hardnekkig denkbeeld. Dat verscheen in 2010, bijna twintig jaar na Grays boek dus, onder meer om nu eindelijk eens de klinkklare feiten op een rij te zetten over de ‘fundamentele verschillen’ tussen man en vrouw. ‘Er is inmiddels behoorlijk veel consensus in de wetenschap dat mannen en vrouwen in aanleg weinig verschillen’, zegt Ten Broeke. ‘Verschillend gedrag is vooral terug te voeren op socialisatie – jongetjes krijgen te horen dat ze niet moeten huilen, als meisjes bazig zijn wordt dat ontmoedigd – en niet op zogenaamde jagers/verzamelaarsgenen; voor die hele theorie is geen enkel bewijs.’ Mannen en vrouwen zijn in aanleg precies even zachtaardig, eerzuchtig of agressief, zegt ze, dat is keer op keer aangetoond. ‘In de natuur is er geen agressiever dier dan een boze moeder, een leeuw bijvoorbeeld die haar jongen moet beschermen.
‘En als ik bij Gray lees dat een man de neiging heeft zich terug te trekken bij stress, denk ik: dat gaat niet over verschil in aanleg, dat gaat over privilege. Een vrouw wil ook wel in de mancave als de baby uren huilt.’
Niet biologisch, maar sociologisch
Waarom het boek dan toch zo populair was? ‘Het is verleidelijk, als je ongelukkig bent in je heterohuwelijk, om dat terug te voeren op zulke ideeën. Dan koop je zo’n boek om te kunnen denken: zie je wel, het ligt niet aan mij. Ik hoef niet te veranderen. Daarop kapitaliseert Grays nattevingerwerk.’
De misvattingen uit Mannen komen van Mars zijn hardnekkig en komen steeds terug, zowel in de populaire cultuur als in wetenschappelijke onderzoeksvoorstellen, stelt hoogleraar neurowetenschappen Lise Eliot. In een Zoom-verbinding vanuit haar kantoor in Chicago rolt ze met haar ogen als het boek ter sprake komt. Zij trekt in haar vakgebied voortdurend ten strijd tegen ongefundeerde stereotypes over mannen en vrouwen. ‘Dit boek is ongelooflijk invloedrijk, nog steeds. Ik denk dat het komt omdat de problemen die Gray schetst voor veel mensen heel herkenbaar zijn.’
Maar de conflicten die hij beschrijft, zijn volgens haar niet biologisch, maar sociologisch van aard. Praten en denken over sekseverschillen is daarbij sexy, volgens Eliot. ‘Comedians maken er graag grappen over, mannen en vrouwen praten onderling ook graag over de andere sekse. Dat maakt dit boek zo aantrekkelijk.’ Volgens Eliot worden in Mannen komen van Mars ideeën bekrachtigd die zo oud zijn als de Bijbel, over dominante mannen en zorgzame vrouwen. ‘Het is voor veel mensen nog steeds een aanlokkelijk sprookje, maar de wetenschap onderschrijft het niet.’
Zo hebben Grays theorieën over hormonen volgens Eliot geen wetenschappelijke basis. ‘Neem testosteron: het klopt dat die waarde stijgt bij een succeservaring, als je bijvoorbeeld meedoet in een wedstrijd en je wint, maar dat geldt voor zowel mannen als voor vrouwen. En van een verhoogde testosteronwaarde krijgen zowel mannen en vrouwen een hoger libido. De invloed van hormonen is vooral heel variabel. Geloof mij, je kunt eigenlijk geen enkele verandering in gedrag rechtstreeks toeschrijven aan hormonen.’ Volgens Eliot zijn er wel wat verschillen: meisjes gaan bijvoorbeeld wat vroeger praten dan jongens, en raken eerder in de puberteit. ‘Maar je kunt beter zeggen: mannen komen uit North-Dakota, vrouwen uit South-Dakota. De verschillen zijn veel kleiner dan veel mensen veronderstellen.’
Radicaler in opvattingen
Kan Mannen komen van Mars toch van nut zijn tijdens relatietherapie, al is het maar omdat mannen en vrouwen anders zijn gesocialiseerd? Jean-Pierre van de Ven heeft ze wel gehad in zijn spreekkamer, stellen die elkaar met het boek van John Gray om de oren slaan om hun gelijk te halen. ‘Maar zodra stellen verschillen gaan uitvergroten, zijn ze op oorlogspad’, zegt de relatietherapeut. ‘En John Gray heeft ze voeding gegeven. Het probleem speelt tussen individuen, niet tussen seksen. Toch zijn er nog steeds cursussen waarin mannen en vrouwen elkaar leren te begrijpen. Het is gewoon een verdienmodel.’
Volgens Van de Ven is Gray zo populair omdat mensen er voordeel uit kunnen halen. ‘Ik ben nu eenmaal zo, dus ik heb er recht op met rust te worden gelaten’ – dat is makkelijk, hè, dan hoef je niet naar jezelf te kijken. Maar man-vrouwverschillen zijn cultureel bepaald en daardoor veranderlijk. Ik heb in de 27 jaar dat ik relatietherapie geef de rollen zien veranderen doordat vrouwen hun gelijkwaardigheid hebben opgeëist. Ik krijg nu veel meer aanmeldingen van mannen. En die zeggen vaak precies hetzelfde als de vrouwen vroeger: mijn partner is er nooit, is altijd aan het werk, als ze thuiskomt zit ze nóg achter de laptop. Wat onderstreept dat mannen en vrouwen zich precies hetzelfde gedragen als ze eenmaal in dezelfde positie zijn.’ En: mannen willen ook praten, mannen willen ook worden gehoord. ‘Ze willen ook zorgen – zij die dat niet kunnen hebben vaak een hechtingsprobleem. Maar dat werd bij mannen lang niet herkend.’
John Gray intussen, moet niets hebben van het hedendaagse gelijkheidsdenken over mannen en vrouwen. ‘Het is gewoon een politieke agenda, om de biologische verschillen te ontkennen.’ Gray lijkt ook radicaler in zijn opvattingen dan dertig jaar geleden. ‘Twee homo’s die samen een kind opvoeden? Daar geloof ik niet in, kinderen hebben een vader en een moeder nodig, en het heteroseksuele huwelijk is heilig. Al die feministen die mij bekritiseren hebben gewoon niet genoeg seks, zij zouden juist mijn boek moeten lezen om gelukkig te worden.’ Wel ziet hij dat de tijden flink zijn veranderd sinds het uitkomen van zijn boek. ‘Vrouwen werken nu veel vaker, en mannen zorgen meer. Daarom heb ik een update geschreven van Mannen komen van Mars. Want door al dat werken worden vrouwen gestrest, ze maken te veel testosteron aan en raken hun vrouwelijke kant kwijt. Mannen zijn verzwakt, ze weten niet meer wat hun rol is, terwijl ze hun partner juist zouden moeten helpen om na het werk weer in hun vrouwelijke element te komen.’
Verwarring bij mannen
Meer mannen dan vrouwen kopen inmiddels zijn boek, voor Gray een teken dat de emancipatie van vrouwen voor veel mannen tot verwarring heeft geleid. ‘Ik denk dat mannen houvast nodig hebben, ze willen iemand die voor ze gaat staan, daarom is Jordan Peterson (psycholoog met conservatieve man-vrouwopvattingen, populair onder alt-right-aanhangers, red.) ook zo populair. Geweldige vent.’ Hoe meer Gray tijdens het Zoom-interview inhoudelijke kritiek krijgt voorgelegd, hoe harder en uitbundiger hij gaat praten. ‘Ik heb door mijn eigen inzichten en levensstijl veel testosteron, ik heb dagelijks seks en misschien wil ik nog een baby. Niets kan mij raken, en dat komt ook omdat ik zes uur per dag mediteer. Ik masturbeer nooit, dat maakt een man zwakker. Partners kunnen elkaar helpen om hormonaal in balans te zijn, hij moet haar veiligheid en respect geven, zij hem waardering voor zijn prestaties. Zo simpel is het.’
Zo simpel is de werkelijkheid niet, spreken veel wetenschappers Gray tegen. En toch hebben zijn theorieën een blijvende impact gehad op ons denken over man-vrouwverhoudingen, en op relaties over de hele wereld. Relaties zoals die van Mina Rafsanjani, uit de This American Life-uitzending. Zij wisten hun relatie mede dankzij het boek nieuw leven in te blazen. De uitzending stamt uit 2005, hoe gaat het nu? Dochter Nazanin is via Twitter snel gevonden en reageert direct. ‘God, dat boek van John Gray, ik heb er al jaren niet meer aan gedacht. Ik neem aan dat het vol zit met ideeën die regelrecht indruisen over hoe we nu over gender en relaties denken, en vol adviezen die anti-feministisch zijn? Het enige dat ik weet is dat het mijn vader heel erg heeft geholpen – aan jezelf werken en therapie was voor hem een volledig nieuw concept.’ En ja: haar ouders zijn nog steeds gelukkig getrouwd.