Interview

Hoe Pieter Janssen, de loner uit het dorp, zijn definitieve identiteit vond en Piet Parra werd

Pieter Janssen, alias Piet Parra, groeide op in een gekraakt Limburgs klooster. In 22 jaar groeide hij uit van dorpsjongen, via skater, tot de succesvolle grafisch ontwerper en autonoom kunstenaar die hij nu is. Zijn eindstation heeft hij daarmee bereikt, zegt hij.

John Schoorl
Piet Parra in zijn studio.
 Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller
Piet Parra in zijn studio.Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller

Als je Piet Parra bent, dan ben je een loner. Waar je ook uithangt, wat je ook doet, hoe groot je bent als kunstenaar, daar kom je uiteindelijk op uit. Toen hij nog Pieter Janssen was uit Smakt, Noord-Limburg, was het niet anders. Dat is niet iets waar je iets mee moet, dat is gewoon zo.

Hij is al een tijd bezig met die reis, die hij zijn leven noemt, sedert 1976. Hier aan tafel in zijn atelier in Amsterdam heeft hij het hele bliksemse parcours doorgenomen, enthousiast, op volle snelheid vooruit. Van vroeger in die dorpse sferen, tot volbloed skater, naar undergroundartiest, kledingontwerper, ondernemer, tot waar hij nu staat: internationaal vermaarde kunstenaar met een zeer herkenbare stijl. In het atelier hangt het laatste resultaat van de selfmade alleskunner, zes doeken, klaar voor Art Rotterdam, vanaf 9 februari in de oude Van Nelle Fabriek.

Horsed, 2023 Beeld Piet Parra
Horsed, 2023Beeld Piet Parra

Hij heeft genoeg mensen om zich heen, daar gaat het niet om. Veel vrienden, zijn geliefde Gwen. Mensen uit zijn bands. Er waren altijd toffe gasten die hem een fikse zet de goede kant op stuurden. Die het in hem zagen zitten, bij wie hij zich veilig waande, waardoor hij verder kon. En er is De Schim, zoals hij zijn onzichtbare meekijker, zijn kritische commentator, noemt. Die is er sowieso altijd. Die zonodig zijn mening moet geven, de alom aanwezige stem in het Piet Parra-universum.

Als De Schim zegt: het is een slappe dag, het is helemaal niks, hou er maar mee op, dan is het zo. De Schim weet hoe het zit, met Piet Parra.

Gered door zijn stiefmoeder

Wat opvalt in zijn atelier, is de orde. Je kunt van de grond eten. Er zijn strakke stapeltjes, de kwasten liggen netjes en schoon naast elkaar. Schetsboeken liggen broederlijk geordend. Rommeligheid heeft nooit in hem gezeten, er wordt niet met verf gesmeten. Toch gek, opgegroeid met een vader als kunstenaar, Willem Janssen (geboren in 1950), zijn grote held. Van jongs af aan zat hij diep in de mindset van een kunstenaar, zijnde zijn vader. Die maakte zelf zijn verf, om eens wat te noemen, en het lag overal. Hij wist: dat wil ik niet, al dat gedoe, die troep.

Een schilderij van Willem Janssen, 2022 Beeld  Willem Janssen
Een schilderij van Willem Janssen, 2022Beeld Willem Janssen

Er was dat kunstenaarsleven dat van dorp naar dorp in Zuid-Limburg trok. Van de ene naar de andere boerderij met een schuur die Willem huurde voor een habbekrats, een atelier aan huis, totdat ze weer verkasten. Je moet het zo zien, zij kwamen pardoes een dorp binnen in Limburg, zijn vader en hij, samen met zijn vaders vriendin Gerrie en haar dochter Jet, als een niet-doorsnee unit.

Door haar zijn we gered, zegt Piet Parra. Hij woonde met zijn vader in een gekraakt, oud klooster, toen Gerrie in hun leven verscheen. Hij was 4, zijn nieuwe zus was 10 jaar. Dat klooster was een vrijplaats voor kunstenaars, met alle chaos die erbij hoorde. Zijn stiefmoeder werkte in een natuurvoedingswinkel annex bakkerij, daar viel zijn vader voor haar.

Piet Parra in zijn studio. Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller
Piet Parra in zijn studio.Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller

Zijn echte moeder was sinds zijn 2de uit zijn leven verdwenen, zij zou haar leven lang worstelen met psychische problemen. Vorig jaar is ze overleden. Hij heeft haar amper gekend, hij weet niet beter. Een overbelichte half omgekrulde foto is het enige wat hij heeft van haar. Vroeger dacht hij aan de parallelle levens die zij hebben geleid, en of zij weleens aan hem dacht – en dat was het. Waar hij haar invloed vermoedt, is in zijn aanleg voor muziek. Ze was een folkzangeres die zichzelf op gitaar begeleidde. Dat gepiel op zijn gitaar, zijn rol in bandjes als Le Le en Mich, moet hij dus van haar hebben.

Hun gezin was anders, in die dorpen. Zij waren niet van voetbal en witbrood, maar van macrobiotische rijst. Hij leerde dat hij zich snel moest aanpassen. Zorg dat je niemand tot last bent. Op zich was het een romantische jeugd, ook wel een eenzaam bestaan, al klinkt dat veel te heftig. Goede vrienden had je even, en dan was er weer een nieuw dorp. Dan was je weer alleen, zonder dat het erg was. Als loner heb je alle tijd. Je wordt door niemand beïnvloed of afgeleid. Als je met stok en zakmes door de weilanden loopt, dan heb je genoeg. Je vindt één schedeltje, vervolgens ga je schedeltjes verzamelen. Samen met Willem naar het slachthuis om een varkenskop te halen. De schedel van je tweede hond bewaren. Die ervaringen heb je in die dorpen.

Het begin van een bijna religieuze obsessie

Piet Parra pakt een skateboard van de grond, het is niet het exemplaar waarmee het allemaal begon. Dit is een geval voor veertigers en vijftigers, weemoedige skaters die zo’n retroboard voor te veel geld op internet bestellen. Die eerste van hem, op zijn 8ste, was een smal plastic geval, gekregen van een neef. Hij was verkocht, skatete in zijn uppie van dorp naar dorp, heen en terug. Toen hij in Nijmegen, op Plein ’44, een paar jaar later al die skaters bij elkaar zag, schoot zijn verwondering in het rood. Die gasten bij elkaar, die kleurrijke kleding, de trucjes, de vriendschap, de high fives, de bewijsdrang.

Annoying competition, 2023 Beeld Piet Parra
Annoying competition, 2023Beeld Piet Parra

Hee, dacht de loner, bij zo’n kliekje wilde hij wel horen. Dit was iets wat je in je eentje doet, maar toch met elkaar.

Het was het begin van een bijna religieuze obsessie, zegt hij. Je moest het zelf uitvogelen, helemaal, op zoek naar de kern. Internet bestond nog niet, op televisie zag je niks hierover. Dus wordt onwetendheid je kracht. Je kon vragen: mag ik effe op je plank? Wat zijn dat voor wieltjes? Er waren gasten die op industrieterreinen op echte Amerikaanse boarden skateten, versierd met doodshoofden. Er bleken skatevideo’s te zijn uit de Verenigde Staten waar je ongelooflijke trucs voorbij zag komen. In skatetijdschriften als Thrasher of Transworld checkte hij een eigen cultuur van kleding en muziek van bands als Hüsker Dü en Dinosaur Jr. en later hiphop, het hele magische pakket. Hij zoog het allemaal op. Met zijn beste vriend Phineas reisde hij het hele land af om te skaten, op verlaten pleinen in Amsterdam of Rotterdam.

De loner uit het dorp had zijn definitieve identiteit gevonden en die skatevibe is nooit meer weggegaan, inmiddels is hij eigenaar van een skatemerk, Tired. Kijk maar hoe hij eruitziet, geen zak veranderd. Hij wijst op zijn vergane flanellen overhemd, T-shirt, gympies, baggy spijkerbroek. Als ultieme bewijs dat hij op zijn 46ste nog een skater is, laat hij de schoenveter zien die als riem fungeert, een reserve in het geval je al skatend je schoenveter verslijt.

Beetje aanklooien

Ze zaten samen in de auto, reden weg uit Arnhem. Zijn bestaan als semiprofessioneel skater zat erop. In de VS bemerkte hij dat hij geen ene reet voorstelde, als Nederlands kampioen (1994), het werd tijd voor wat anders. De kunstacademie dus, maar nu zaten vader en zoon vloekend en tierend in de auto. Berg je tekeningen op, kom volgend jaar maar terug, luidde de afwijzende tekst op de kunstacademie. Wat weten zij er nou van, mopperden vader en zoon.

Niet dat Pieter Janssen zo’n hoge pet van zichzelf op had, hij tekende maar wat. Hij dacht: mijn vader tekent, dan ga ik het ook doen. Zijn vader liet hem een beetje aankutten, ook op dat terrein, en vertrouwde erop dat het wat ging worden. Zo was het met alles, je denkt toch niet dat Willem naar skatewedstrijden kwam kijken. Het is jouw sport, het is jouw passie, en als je ouders het willen, wordt het een opdracht.

Angstig konijn (2018) in het Flevopark, Amsterdam Beeld imageselect
Angstig konijn (2018) in het Flevopark, AmsterdamBeeld imageselect

Gewoon zelf doen, in de geest van het punkmotto, Do It Yourself, daar draaide het uiteindelijk op uit. Je eigen pad volgen, en dat van hem voerde naar Amsterdam. Werkte bij een oude punker met een online reclamebureau, en stortte zich op websites, reclamecampagnes, typografie, illustratie. In de avonduren maakte hij flyers en posters voor feestjes, of hoesjes voor cassettes of cd’s.

In 2000 ging hij voor zichzelf werken, hij was niet iemand voor een baas. Zoveel was hem wel duidelijk: je moet iets eigens hebben, iets bijzonders, en vooral: een eigen vormtaal. Hij had nooit iets geleerd, hij was geen grafisch vormgever, van typografie wist hij amper wat. Als hij nou eens zelf letters maakte, en die in de computer zette. Beetje aanklooien in een cartoonachtige stijl, beetje sixties, oude jazzhoezen, straatkunst, speels, vrolijk, felle kleuren uit de skatecultuur, en dat mixen.

'The art of partying', flyer uit 2008. Beeld Piet Parra
'The art of partying', flyer uit 2008.Beeld Piet Parra

Eigenlijk liet hij alle grafische regels los, alles kan, je hoeft je nergens aan te houden, wat maakt het uit, hoezo moet je één logo hebben? Wat begon met zelfgemaakte T-shirts verkopen in hiphopcafé De Duivel, werd steeds groter. Met Alexander Rommens uit Den Bosch zette hij het kledingmerk Rockwell op, shirts met grillige letters. Wat het was weet hij niet, maar opeens ging het hard. Het leek wel alsof iedereen in Rockwell-shirts liep.

Niet zo paranoïde

Hij maakte platenhoezen voor hiphoppers Extince, Kubus en Opgezwolle, flyers voor grote clubs in Amsterdam als Paradiso en Jimmy Woo. Je vond hem overal, hij genoot als dorpsjongen van de vrijheid in de grote stad, hij wilde overal bij zijn.

Een t-shirt van byParra/Rockwell . Beeld byParra
Een t-shirt van byParra/Rockwell .Beeld byParra

Daar dankte hij zijn bijnaam aan, aan die gretigheid. Hij bleef telkens vragen of hij was uitgenodigd voor clubavonden: sta ik op de lijst, sta ik op de lijst. Parra, kreeg hij te horen, oftewel: niet zo gek, zo paranoïde. Rustig aan Pietje Parra, het komt goed.

Pieter Janssen werd Piet Parra, en Piet Parra werd de man van dat wat anders was. Hij was de nieuwe gast, en de klussen stroomden binnen. Hij werd de non-stop-aan-het-werk-Piet Parra. Waar het opeens vandaan kwam, weet hij niet, hij had het geluk om uniek te zijn, vermoedt hij. Het was makkelijk om op te vallen. Zelf had hij niet het idee dat het allemaal zo bijzonder was, het begon toch uit onkunde.

Piet Parra in zijn studio.
 Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller
Piet Parra in zijn studio.Beeld Jaap Scheeren | fotografie assistent: Xandrine Koller

Helemaal lijp werd het in 2006, toen begon het pas echt. Hij kreeg een telefoontje uit Londen, een galerie wilde zijn flyers exposeren. Stond hij opeens in een ruimte waar mensen naar zijn werk stonden te kijken. Was er een Engelse agent die per se met hem wilde meeten. Het gevolg: een krankzinnige lading opdrachten, van 2006 tot 2009, voor grote merken als Ben & Jerry’s, Volkswagen, Nike, Heineken, Foot Locker of Penguin Classics. Twee exposities in undergroundgalleries in Los Angeles. Kledingmerk Rockwell werd By Parra, met wereldwijde afzet, en florerende jaarcijfers. Het ging allemaal vanzelf, alles tegelijk, hij maakte ook muziek.

Dat de opdrachtenstroom opdroogde als gevolg van de recessie van 2009, dat boeide hem niet. Eigenlijk nog beter: hij kon nu eindelijk eigen werk gaan maken. Van T-shirts naar echt canvas, zegt Piet Parra schouderophalend, zo’n enorme stap is het nou ook weer niet.

Het ware eindstation

Zo gaat hij te werk, elke dag in het atelier, en pakt zijn schetsboeken en Hema-potlood. Hij tekent iets, en wat hij ermee gaat doen weet hij niet, en dat weet De Schim ook niet. Schetsen zet hij op zijn iPad om te bewerken, daarna op zijn laptop om verder te fatsoeneren. Het kan op een hoodie of jas komen en belanden in de meer dan zeventig winkels die hij wereldwijd bedient, of gewoon iets voor een vriend die 50 wordt. Of een Parra-lamp. Een muurschildering in San Francisco. Of een groot beeld, zoals in het Flevopark van Amsterdam staat.

'Made for Skate', flyer uit 2008. Beeld Piet Parra
'Made for Skate', flyer uit 2008.Beeld Piet Parra

Maar vooral: het begin van een serie doeken, die zomaar komt te hangen op plekken waar hij eerder hing, zoals in Hongkong, Parijs, Keulen, Londen, San Francisco of New York. Lang bleef hij voor de traditionele Nederlandse kunstwereld onzichtbaar; te underground, te autodidact, te veel straatcultuur. Nu krijgt hij voor de tweede keer in Rotterdam een officiële plek voor zijn veelal vogelachtige personages en voluptueuze vrouwen in zwarte lijnen, doorgaans in rood en blauw uitgevoerd.

Na 22 jaar aanklooien, zegt Parra, weet hij nu wat hij wil: schilderijen maken, als het ware eindstation. De vrijheid die hij nu heeft, hier in het atelier, als autonoom kunstenaar. Die kant is hij op gevallen. Een beetje rommelen in de ochtend, misschien wel vier films kijken, effe pielen op je gitaar, naar buiten staren, nadenken over de fietstocht die hij de dag ervoor maakte. Vroeger liep hij als kind het weiland in met een stok en een mes, en nu staat hij hier als het ware in zijn eigen weiland, maar met een kwast in zijn handen.

Ik ben precies mijn vader geworden, dacht hij laatst, ik leef net als hij in mijn eigen fantasiewereld. Zelfs hun werk lijkt op elkaar, ook Rubensachtige vrouwen en beesten. Zijn vaders kleine schetsboeken liggen op tafel, als permanente inspiratiebron.

Tumbled, 2023 Beeld Piet Parra
Tumbled, 2023Beeld Piet Parra

Willem, die hij meer een vriend noemt dan een vader, doet dat nog steeds: elke ochtend de weilanden in, met de hond, zakmes en stok. Hij is dezelfde gebleven, een solide figuur, een romanticus. Hij heeft zich nooit aangepast, kiest altijd zijn eigen pad van eenzaamheid en rust, aan carnaval in Zuid-Limburg doet hij niet mee. Willem snapt het, en zijn zoon nu ook, je moet zorgen dat je genoeg tijd hebt, alleen.

En dan doorzetten, het gaat niet vanzelf. Dat leerde hij als skater. Er lag een trap van tien treden, de hele middag oefenen totdat het lukte. Niet opgeven, de strijd aangaan, jij en dat board. Je weet dat je gaat vallen. Je moet rollen. Je moet je truc maken. Dat gevoel is het gevoel dat Piet Parra elke dag heeft, als loner, acht uur alleen, en tijd is belangrijker dan creëren. Je moet ervoor gaan zitten, tot je wat hebt. En als je klaar bent, ga je naar huis. Dan heb je wat gemaakt.

CV Piet Parra

1 maart 1976 Geboren als Pieter Janssen in Maastricht.
1994 Nederlands kampioen skate­boarden.
2005 Eerste ontwerp voor Nike.
2005 Kledingmerk Rockwell, later By Parra.
2006 Expositie Tits and Typo in Londen.
2007 Tentoonstelling LaLaLa, Los Angeles.
2008 Band Le Le met o.a. Pepijn Lanen.
2010 Winnaar Beste illustratie Dutch Design Award.
2015 Tentoonstelling Kunsthal, Rotterdam.
2016 Expositie No Work Today, New York.
2018 Beeld Angstig konijn in Amsterdam.
2019 Expo I seriously doubt it, Hong Kong.
2022 Album Nuts met band Mich.
2023 Art Rotterdam/Vriend van Bavink.

Pieter ‘Piet Parra’ Janssen woont in Amsterdam met zijn vriendin.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden