Zwemmen
Zwemmer Caeleb Dressel is een fenomeen dankzij zijn sprongkracht
Caeleb Dressel is de beste zwemmer van dit moment. Het publiek bij de ISL-finalewedstrijden in Eindhoven kon zich afgelopen weekeinde even vergapen aan het Amerikaanse wonder.
Caeleb Dressel springt hoger dan de meeste basketbaltalenten in Amerika. Al voordat hij het startblok opstapt, laat hij zien waar zijn grote talent ligt. Vanuit stilstaande positie springt de 25-jarige Amerikaan met blote voeten op de natte zwembadvloer één keer krachtig omhoog. Hij komt hoger dan 1 meter 10, een adembenemende sprong voor een sporter die zeven keer olympisch goud won in het zwembad.
Dressel wint zijn wedstrijden gek genoeg niet ín het water, maar daarbuiten. De sprinter, die veel wordt vergeleken met zwemlegende Michael Phelps, heeft een unieke start. Zijn concurrenten zijn al kansloos voordat de eerste slag is gemaakt. Ook in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion in Eindhoven, waar Dressel dit weekeinde zijn verfijnde starttechniek laat zien bij de finales van de commerciële zwemwedstrijd International Swimming League, ligt hij telkens een halve lichaamslengte voor na de krachtsexplosie van het blok en de effectieve kicks onder water.
Dressel dankt zijn goede start aan zijn brede opleiding in zijn jeugd, vertelt hij nadat zijn team Cali Condors de finale heeft verloren van team Energy Standard. ‘Ik heb voor het zwemmen nooit heel specifiek op springen getraind, maar ik heb in mijn jeugd allerlei sporten gedaan waar ik nu van profiteer. Ik basketbalde veel, maar was vooral goed in volleybal. Daar heb ik die sprongkracht vandaan.’
Uniek
Voormalig zwemcoach Jacco Verhaeren kijkt met bewondering naar de verrichtingen van Dressel. ‘Als hij zo voor de start in de lucht springt, weet je eigenlijk al niet wat je ziet. Daarna doet hij hetzelfde op het blok. Niemand verslaat hem nog na de start.’ Verhaeren vergelijkt de kwaliteiten van de zwemmer met die van basketballers en topsprinters uit de atletiek. ‘Hij heeft een speciale vorm van kracht, ik noem dat power. Je moet niet veel gewicht kunnen verzetten, maar je moet een bepaald gewicht heel snel kunnen verzetten. Dat kan hij bij de start en dat is vrij uniek in het zwemmen.’
Dressel werd in Tokio olympisch kampioen op de 50 en 100 vrije slag, op en de 100 meter vlinderslag, plus op de estafettes op de 4x100 vrij en 4x100 wisselslag. Hij heeft een van de snelste reactietijden ter wereld. Als het startschot klinkt, verlaten zijn tenen ruim binnen een tijd van 0,65 seconden die nodig is om met de wereldtop mee te doen, het startblok. De Amerikaan laat regelmatig reactietijden van 0,59 en 0,61 zien. En waar sommige concurrenten nog wat achteroverleunen terwijl ze hun vingers om het blok krullen voordat ze de duik maken, houdt Dressel zijn lichaam zoveel mogelijk richting het water gekanteld. Logisch, zegt hij. ‘Als je meer naar achteren gaat staan, moet je toch extra afstand overbruggen? Dat kost alleen maar tijd, dus dat moet je niet willen.’
Bijna geen spetters
Tijdens de sprong neemt Dressel in de lucht zijn armen zijwaarts mee om extra snelheid te genereren. Als zijn vingertoppen het water raken, glijdt hij als een schoonspringer die bijna geen spetters maakt, schuin naar beneden.
Daarna komt zijn tweede kwaliteit van pas met de vlinderslagkicks. In zijn jeugd bestudeerde de jonge Dressel urenlang video’s van de effectieve vlinderbeenslag onder water van Michael Phelps. Onderwaterzwemmen gaat het snelst, dus de beste zwemmers kronkelen zo lang mogelijk als een vis tot het vijftienmeterpunt, waar ze volgens de regels verplicht boven moeten komen. ‘Phelps deed het net iets anders met de kicks’, zegt Dressel. ‘Hij kon zijn bovenlichaam helemaal stil houden. Ik maak iets meer beweging vanaf mijn borst tot mijn tenen, maar met mijn lichaamsverhoudingen werkt dit voor mij het best.’
Phelps was de freak of nature met zijn hypermobiele gewrichten en lange armen, met een spanwijdte van acht centimeter meer dan zijn lichaamslengte. Dressel is met zijn lengte van 1 meter 91 drie centimeter kleiner dan Phelps. ‘Dressel heeft ook relatief korte benen en een langer bovenlichaam, dat komt met name bij de vlinderslag goed van pas waar hij het ideale ritme met armen en benen aan kan houden’, zegt Verhaeren. ‘Qua zwemtechniek was Phelps de beste, maar Dressel is onder water de echte koning.’
Bij zijn wereldtitel op de 100 meter vrij in 2019 legde Dressel de eerste vijftien meter af in 5,1 seconden. De Australische topsprinter Kyle Chalmers, die tweede werd, had daar 5,5 seconden voor nodig. De twee werden ook op de Spelen in Tokio op het koningsnummer 1 en 2.
Echte nerd
Frappant genoeg noemt Dressel zelf Chalmers de beste zwemmer ter wereld. ‘Als je wilt weten hoe je de 100 vrij moet zwemmen, moet je naar Kyle kijken’, zegt Dressel in een van zijn video’s op zijn eigen YouTubekanaal. De sprinter uit Florida plaatst online uitgebreide analyses van zijn eigen wedstrijden. ‘Ik ben een echte nerd als het aankomt op de technische dingen in het zwemmen’, zegt Dressel in Eindhoven. ‘Dat maakt het voor mij na al die jaren nog zo leuk. Er is altijd wel iets wat beter kan.’
Achter de computer lijkt hij in geen enkel opzicht op de veelvraat uit het bad, die zijn linkerarm en een deel van zijn schouder vol heeft getatoeëerd met een adelaar, beer en alligator. Op zijn rechterbeen staan de contouren van een volgend project. Van zijn lies tot zijn enkel is er een wild-western thema uitgetekend met cactussen, het skelet van een cowboy en bloemen. Het moet alleen nog ingekleurd worden.
Met een ouderwetse ronde bril op zijn neus, vertelt Dressel op YouTube wat er allemaal aan zijn wedstrijden mankeert. Over zijn race waarin hij in Tokio de olympische titel op het koningsnummer pakt: ‘Kijk, ik adem nog een keer voor het keerpunt. Mijn hoofd hangt veel te lang aan de zijkant.’ Over zijn wereldtitel op de WK in 2019 waarin hij het wereldrecord op de 100 vlinder van Phelps overneemt: ‘Zo stom, ik til mijn kin na de start te ver op. Waarom doe ik dat, het water gaat toch nergens heen?’
Nu Dressel klaar is in Eindhoven gaat hij naar huis om uit te rusten. Hij is moe. Daarna duikt hij het water in bij een nieuwe trainer, Surinames eerste olympisch kampioen Anthony Nesty. Wat hij bij hem hoopt te leren? Dressel: ‘Veel. Dat is het mooie aan zwemmen. Het is nooit perfect. Dingen kunnen altijd beter.’
Femke Heemskerk zwaait af met zege
Femke Heemskerk zette zaterdag een punt achter haar imposante zwemcarrière op de commerciële zwemwedstrijd International Swimming League, waar ze met haar team Energy Standard de eindoverwinning pakte. In Eindhoven dook ze nog één keer het water in. Ook nu weer op de estafette, het zwemnummer waar ze zo vaak in teamverband boven zichzelf uitsteeg. En nu? ‘Uitrusten’, zegt Heemskerk, die zich de komende maanden wil bezinnen op haar toekomst. Ze ziet mogelijkheden voor een rol als coach. Heemskerk had vooral succes op de estafette waar ze samen met de Nederlandse zwemploeg vele titels zwom. Het sprintkwartet, dat in 2008 in Peking de olympische titel haalde op de 4x100 vrij, was jarenlang onverslaanbaar. Heemskerk had een carrière met ups en downs waarin ze lang zocht naar individueel succes. Het lukte haar op de WK kortebaan in 2014, waar ze de wereldtitel op de 100 vrij won, en dit jaar toen ze Europees kampioen werd op dezelfde afstand.