AnalyseSimon Yates
Zo gek vindt Yates het niet dat hij de Giro gaat winnen
Nogal ongebruikelijk is het wel in de Giro d’Italia: een rozetruidrager die zijn roze trui niet draagt als hij moet komen vertellen hoe zijn dag is verlopen – verslag doen is een verplicht nummer voor de klassementsleider van dienst.
Simon Yates (25) daagt steevast op in het zwart, de kleur van zijn ploeg Mitchelton-Scott. De reden is pragmatisch: hij wordt onderweg van het podium naar de perszaal minder staande gehouden voor een selfie of een handtekening. De maglia rosa propt hij buiten het zicht van de camera’s in de achterzak.
Geen misverstand: de Brit – de helft van een eeneiige tweeling uit Bury bij Manchester; broer Adam fietst ook, en ook in de prijzen – is hier gekomen om de trui straks mee te nemen naar Andorra, zijn woonplaats. Reken maar dat hij in die kleur zal stralen, volgende week zondag op het podium in Rome. Zijn eerste Giro, en meteen al de volle buit. Met Eddy Merckx, Gilberto Simoni en Marco Pantani, staat hij nu al in het rijtje van renners die in het roze drie etappes wonnen.
Hij zegt er trots op te zijn en de eindwinst is natuurlijk een droom, maar tegelijkertijd straalt hij uit dat het helemaal niet zo vreemd is dat het hem nu allemaal lukt. Natuurlijk is hij hier gekomen voor de zege, het was overeenkomstig het plan dat zijn ploegleider Matthew White al in oktober vorig jaar met hem en toen nog medekopman Esteban Chaves smeedde. Toen dachten ze nog wel dat Tom Dumoulin voor de Tour koos en niet de Giro ging rijden.
Hij lijdt, ja, onderweg, maar anderen lijden ook. Hij is moe, ja, maar dat is iedereen na twee weken. Hij laat geregeld korte stiltes in zijn antwoorden vallen. Dan zoekt hij naar een formulering of een aanvulling. Hij plukt wat aan zijn vingers. Er klinkt een zuchtje. ‘So. Yeah.’
Lippen van de rondemissen
Zie dat maar eens tegen te spreken. Hij heeft iets olijks na afloop van de wedstrijden. Het klepje van zijn pet staat steevast rechtop. Op de wangen staan vrijwel altijd nog de vuurrode afdrukken van de lippen van de rondemissen, die ietsje door de knieën moeten zakken om de kus aan de 1.72 meter lange en 58 kilo zware renner uit te delen. Waarom zou je die ook verwijderen? Hij is het mannetje, dit moment.
Naast ontwapenend vertoon, overtuigen vooral zijn prestaties op de Italiaanse hellingen. ‘Yates speelt met ons’, stelde Tom Dumoulin zondag vast, nadat zijn achterstand was opgelopen tot 2 minuten en 11 seconden. Hij had een uur eerder gezien hoe zijn grootste concurrent aanviel op de voorlaatste van de vijf klimmen van de dag. Eerst liet hij zich nog terugpakken, om niet lang erna opnieuw te versnellen.
De titelverdediger was onder de indruk. Het ging zo hard, dat hij geen moment heeft overwogen om aan te klampen. Chris Froome toonde maandag tijdens een persconferentie ook ontzag. ‘Hij heeft geen moment van zwakte getoond. Ik verwacht ook niet dat het zal gebeuren.’
Verraderlijk is dat diens gezichtsuitdrukking weinig prijsgeeft. Er vertrekt nauwelijks een spier. Hij gaat eens op de pedalen staan, kijkt achterom, weegt de toestand van de concurrentie en plaats dan zijn verzengende versnelling, bijna stoïcijns. Dat is ook wel makkelijker als je boven alles en iedereen uitsteekt. Hij noemt het zijn pokerface. De schijn bedriegt dan toch. Terugblikkend: ‘Dit waren de zwaarste 15 kilometer van mijn leven.’
Trapezewerkers
Eén keer trokken er grimassen over het gelaat. Hij was zaterdag op jacht gegaan naar Chris Froome. Als trapezewerkers klauterden beide Britten naar de nok van circus Zoncolan. Hij strandde tijdens die gruwelijk klim op zes seconden. Er zijn er die in het gevecht op de berg een voorbode zagen van een machtswissel. De routinier Froome, die zondag 33 werd, moet gaan plaatsmaken voor de aanstormende ‘flying black pudding’. Dat is Yates’ bijnaam in de ploeg, refererend aan de bloedworst uit zijn geboortestreek.
Zelf vraagt hij zich af of hij ooit zo dominant kan worden. Hij zal met zijn gewicht nooit een tijdrijder van formaat kunnen zijn. Hij heeft er vrede mee. ‘Als dit het maximum is, dan is dat oké’, zei hij maandag op een persconferentie.
Hij komt niet uit het niets. Als baanwielrenner werd hij in 2013 wereldkampioen puntenkoers. In hetzelfde jaar won hij twee etappes in de Tour de l’Avenir, een zware koers voor beloften. In 2016 was er een zesde plek in de Vuelta. Dat gaf hem de overtuiging dat hij kon meedoen voor de zege in grote ronden. In de afgelopen Tour de France eindigde hij achter Froome op 6.14, goed voor een zevende plek in de eindrangschikking en de witte trui, uitgereikt aan de winnaar van het jongerenklassement.
Dit jaar vormde vooral zijn optreden in Parijs-Nice – een ritzege en een tweede plek in het algemeen klassement – een opmaat voor het huidige succes. Hij heeft in de aanloop naar de Giro extra hardheid opgedaan in lange trainingen rondom Andorra, vaak in zijn eentje, soms met zijn broer, in barre weersomstandigheden. Deze dagen valt alles op zijn plek. Hij is wat ouder, wat sterker. ‘Kleine dingen die samenkomen.’
Leidersrol
Zoals het een kopman betaamt, geeft hij veel credits aan het team. Michtelton-Scott, toen nog Orica-Scott, gaf beide broers alle ruimte. Yates: ‘Vanaf het eerste jaar kreeg ik een leidersrol in prestigieuze wedstrijden. Zo kon ik groeien. Vanaf dag één voelde ik me er op mijn gemak.’
Het was ook de reden waarom ze niet voor Sky kozen. Daar zouden ze voorlopig op de tweede rij hebben moeten plaatsnemen. Het is de teambaas van Sky, David Brailsford, later herhaaldelijk gevraagd: hoe heb je deze jongens kunnen laten lopen?
Yates reageerde dan ook nogal vinnig, toen hem na de winst van Froome op de Zoncolan werd voorgehouden dat hij het misschien nu ook moest gaan opnemen tegen het sterkste team. ‘Sky het sterkste team? Wij zijn het sterkste team. Wij rijden hier bijna elke dag de hele race op kop.’
Op één terrein voelt hij zich op drassige grond. Als een konijn dat in koplampen staart, kijkt hij naar de tijdrit over 34,2 kilometer van dinsdag in Rovereto. Hij heeft hard gewerkt aan de discipline, in Jeruzalem gaf hij over 9,7 kilometer 20 seconden toe op Dumoulin. Maar daar kon hij geregeld uit het zadel op de korte klimmen en na de scherpe bochten. Het veel vlakkere parcours in Trentino past de regerende wereldkampioen beter veel.
Zelfs nadat hij het afgelopen weekeinde het gat met hem alleen maar verder uitdiepte, is Yates er niet gerust op. ‘Twee minuten is niet veel. Ik blijf het zeggen. Ik behoor tot de zwakkeren in het tijdrit.’ Om zijn gemoedsrust te onderstrepen, herhaalde hij zich. ‘So. Ik ben er niet zeker van. Ik ben er niet zeker van.’