Zeilcoaches Pels en De Nijs moeten weg bij verbond
De zeilcoaches Jeroen Pels en Rigo de Nijs mogen niet aanblijven in hun huidige functie bij het Koninklijk Nederlands Watersportverbond (KNWV)....
Van onze sportredactie
AMSTERDAM
Het KNWV heeft Pels aangeboden om tenminste voor één jaar als coördinator aan de slag te gaan bij het internationale zeilwedstrijdcentrum in Medemblik. De Raad van State beslist binnenkort over de bouwvergunning.
De Nijs kan een contract voor vier jaar tekenen als coördinator van het topsportkader. Beiden hebben echter weinig trek in een andere rol bij het KNWV. 'Eerst maar eens afwachten wat de kantonrechter zegt over de rechten en plichten van de bond', aldus Pels.
Het tweetal moet voor 18 februari een verweerschrift tegen het ontbindingsverzoek indienen. Het vierjarig contract van beiden liep 31 december 1996 af. Pels, een afgestudeerd jurist, had echter voldoende clausules ingebouwd om ook na de contractperiode nog aanspraak te maken op een aantal (financiële) voorwaarden.
Pels en De Nijs kregen vorig jaar bij de Spelen in Atlanta loon naar keihard werken. Margriet Matthijsse (Europe, zilver) en Roy Heiner (Finn, brons) zorgden voor de eerste zeilmedailles sinds 1948 (Londen). Het KNWV wil niettemin richting Sydney 2000 een andere weg inslaan. Het bestuur wil de komende jaren alle ruimte geven aan persoonlijke trainers en begeleiders van de Olympische kandidaten. In dat beleid is volgens bondsdirecteur Jan Kossen geen plaats meer voor twee fulltime trainers.
Pels spreekt van een weinig 'koninklijke' beslissing van het KNWV. 'Dit hebben we na acht jaar niet verdiend.' Volgens Pels is er van een conflictsituatie op het hoofdkantoor in Bunnik geen sprake. 'Zowel met de bestuursleden als met de zeilers hebben we geen enkel probleem. Het is me daarom nog niet duidelijk waarom we niet kunnen doorgaan.'
Kossen benadrukte dat het bestuur de stap naar de Utrechtse kantonrechter betreurt. 'Beiden hebben jarenlang een grote inzet getoond. We hebben ze niet voor niets een andere functie aangeboden. Ik wil ook niets ten nadele van hen zeggen. Maar de ontwikkelingen in de topsport dwingen ons tot een ander beleid.'