‘Worstenmaker’ Ancelotti wist oud syndroom uit
Kritiek laat AC Milan-coach (en oud-speler) Carlo Ancelotti ogenschijnlijk koud. Maar diep binnenin koken en borrelen grote geldingsdrang en woede....
Na negen competitiezeges achter elkaar struikelde Juventus afgelopen zaterdag in stadion San Siro over de granieten benen van Clarence Seedorf. Het doelpunt van de Nederlander – een even mooie als fortuinlijke en venijnige lob – effende het pad naar een indrukwekkende 3-1 overwinning van de volgende tegenstander van PSV in de Champions League. AC Milan overklaste Juventus in snelheid, kracht en fantasie. De Milanese topclub is terug in de race om de Italiaanse landstitel en na afloop van het duel was de grijns van trainer Carlo Ancelotti een paar millimeter breder dan gebruikelijk. ‘Juve’ verslaan geeft hem altijd een speciale bevrediging. Ancelotti was van februari 1999 tot juni 2001 coach van Juventus. Na tweemaal een tweede plaats in de Serie A werd hij door de Agnelli’s ontslagen. De grootaandeelhouders van de Oude Dame bestempelden hem als een ‘eeuwige tweede’. Ancelotti glimlachte vriendelijk, zei niets, maar maakte een aantekening in het hoofd: het Juventus-syndroom uitwissen, tegen elke prijs. De rekening met de Turijnse club werd vereffend op 28 mei 2003, in Manchester. Het Juventus-management zag op de tribune van Old Trafford hoe Ancelotti en zijn AC Milan er met de Champions League-beker vandoor gingen. Carlo Ancelotti is een zoon van het platteland, groot geworden met Parmezaanse kaas en salami van de Po-vlakte. In de wandelgangen van de Italiaanse stadions wordt hij de ‘worstenmaker van Reggiolo’ genoemd: eeuwig worstelend met de weegschaal, bolle wangen, een laconieke oogopslag en een nonchalante peper-en-zout-kleurige haardos. Achter het nuchtere en goedmoedige uiterlijk gaat warm, passioneel voetbalbloed schuil. In de jaren tachtig groeide Ancelotti bij AS Roma – naast vedettes als Roberto Falcao, Bruno Conti en Roberto Pruzzo – uit tot een van de meest complete middenvelders van de Serie A. Een landstitel en vier nationale bekers waren de rijke oogst. Op 29-jarige leeftijd werd hij de spil van het AC Milan van Arrigo Sacchi. Met Frank Rijkaard vormde hij het regiekoppel dat de spitsen Ruud Gullit en Marco van Basten van voorzetten moest voorzien. Groot spelinzicht, tactische kennis, incasseringsvermogen en nederigheid kenmerkten zowel Rijkaard als Ancelotti. ‘Mister, begrijp me goed, onze regisseur is Carlo en niet ik’, zei Rijkaard altijd tegen Sacchi tijdens de urenlange lessen tactiek. Met profeet Sacchi en het Nederlandse trio won Ancelotti als Milan-speler twee landstitels, twee Europacups voor landskampioenen, twee wereldbekers voor clubs, één Italiaanse en twee Europese Super Cups. De stap van speler naar trainer was logisch. Van 1992 tot 1994 liep Ancelotti stage bij Arrigo Sacchi die intussen bondscoach van Italië was geworden. In de dug-out, zittend naast de goeroe, zag hij het azuurblauwe elftal in de WK-finale van 1994 tegen Brazilië ten onder gaan. Ancelotti’s eerste ploeg als coach op eigen benen was Reggiana, een bescheiden Serie B-club die hij in een jaar tijd de Serie A binnenloodste. Er volgden twee succesvolle seizoenen op de trainersbank van Parma. Evenals Sacchi predikte hij het spektakel van het collectief: zone-spel, snelle manoeuvres, pressing op de helft van de tegenstander. Het einde van de kleine tweeënhalf jaar bij Juventus was zuur voor Ancelotti en de Agnelli’s mopperden. Maar kenners waren het erover eens dat hij met twee zilveren medailles het uiterste uit de ploeg had gehaald. Een paar maanden na het ontslag bij Juventus gooide Silvio Berlusconi de hofdeuren van zijn AC Milan wijd open. Alles wat Ancelotti niet had weten te winnen met Juventus, veroverde hij in de dug-out van AC Milan. Opmerkelijk genoeg volgt hij bij de Rossoneri niet het model van Sacchi maar dat van de Zweedse baron Nils Liedholm, zijn trainer in de tijd dat hij voor AS Roma uitkwam. Theoretische schema’s maken plaats voor realistische overwegingen. AC Milan heeft de afgelopen drieënhalf jaar onder Ancelotti’s hoede vijf trofeeën gewonnen: de Champions League, de landstitel, de Coppa Italia, de Italiaanse en de Europese Supercup. Ook vorig jaar beleefde Ancelotti een goed seizoen, met een tweede plaats in de nationale competitie en een plek in de finale van de Champions League. Maar inmiddels heeft de Milan-coach begrepen dat Berlusconi weinig verschilt van de Agnelli’s. Wie naast de hoofdprijs grijpt is een sukkel en de mediamonarch heeft de nederlaag in de Champions League-finale tegen Liverpool in Istanbul nog steeds niet verteerd. Onlangs zei Berlusconi: ‘Ook ik zou een succestrainer zijn met de ploeg die Ancelotti tot zijn beschikking heeft.’ De oude, ironische baron Liedholm sprong in de bres voor zijn pupil. ‘De opmerkingen van Berlusconi zijn waardevol. Hij was tenslotte in zijn jeugd coach van amateurclub Edilnord’, aldus Liedholm. Ancelotti glimlacht, reageert niet op de bemoeizucht van de clubbaas en wil dit seizoen zijn gram halen in Italië en Europa. Tot 2007 blijft hij voetbalcoach. Daarna kiest hij voor het boerenbestaan, met een filtersigaret tussen de lippen op een rustig puffende tractor op de Po-vlakte.