NieuwsWaterpolo
Waterpolosters weten zich nog niet te plaatsen voor Spelen
Het sterkste vrouwenteam van waterpoloënd Europa, Europees kampioen Nederland, heeft zich in Boedapest bij de World League Super Final nog niet weten te plaatsen voor de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio. Na de beslissende nederlaag (6-8) in de halve finale tegen olympisch kampioen Verenigde Staten was de tank leeg.
Het team van coach Arno Havenga eindigde als vierde. De wedstrijd om brons werd verloren van Rusland: 7-10. Het Amerikaanse team plaatste zich als eerste voor het olympisch toernooi van 2020. De Amerikanen, in 2008 in de olympische finale van Peking verslagen door de Nederlandse vrouwen, zijn al een decennium lang de heersende partij. Nederland bedreigde hen in 2015 bij het WK in Rusland, maar ook toen was keeper Ashleigh Johnson de onneembare horde.
Johnson werd zaterdag, na de halve finale, gekozen tot speelster van de dag. Haar reikwijdte in het doel is enorm en vormt de basis van een ongekend aantal successen. Opvallend genoeg werd de Nederlandse Laura Aarts zondag uitverkoren tot beste keepster van de World League Super Final, zoals het toernooi werd genoemd. De in Amerika spelende Maud Megens werd met zeventien treffers de gedeeld topscorer van het finaletoernooi, dat zes wedstrijden in zes dagen inhield. Nederland won van China, Australië en gastland Hongarije en verloor van Italië, VS en Rusland.
Nog maar tien weken geleden was Nederland de winnaar van de Europese voorronde van de World League. De topvorm van dat toernooi was er niet in Hongarije. Sabrina van der Sloot, in 2018 gekozen tot beste waterpoloster ter wereld, schoot slechts vijfmaal raak. Ver beneden haar normale kunnen.
Voor Nederland is het WK van volgende maand in Zuid-Korea de volgende mogelijkheid zich te kwalificeren. Als de wereldkampioen, volgens verwachting, de VS heet, dan is de verliezende finalist zeker van een ticket voor Tokio.