Vrolijk volksvermaak zonder gesodemieter
‘Hij gaat daar’, wijst een vader met een pet vol honkbalspeldjes, om zijn zoontje duidelijk te maken hoe zo’n wave op de tribunes nu precies in zijn werk gaat....
Wordt er niet ‘gewaved’, dan brullen de afgeladen tribunes vol kinderen, mannen met bierbuiken en moeders met inderhaast gefabriceerde muziekinstrumenten, mee met wijlen André Hazes. En in Haarlem scandeert een in fel oranje gestoken vak met mannelijke toeschouwers geregeld: ‘Ivanon Coffie, en van je hela-hola’. Een opgeschoten figuur onderaan de tribune geeft gedreven het ritme aan. Waar de Nederlandse honkballers deze weken ook aantreden, de stadions zitten afgeladen vol. De tribunes van het Pim Mulier Stadion in Haarlem en van de thuishaven van het Rotterdamse Neptunus, die tijdens menige competitiewedstrijd bijna verlaten ogen, veranderen in een hossende oranje massa, die je doorgaans slechts aantreft in stadions als het Nederlands voetbalelftal zijn kunsten vertoont. Wat begon als een toernooi dat werd beschouwd als een aantrekkelijk initiatief om de in Nederland niet erg bekende teamsport een groei-impuls te geven, is geleidelijk aan uitgemond in een evenement dat steeds meer aandacht opeist van de media en, bovenal, van de NOS. Drie middagwedstrijden van het Nederlandse team en de halve finale van vrijdagavond zond de sportzender tot nu toe rechtstreeks uit op Nederland 2. De overige wedstrijden presenteerde de NOS in samenvatting, met commentaar van analisten als oud-crack Charles Urbanus en Eelco Jansen. In het Sportjournaal van donderdag haalde presentatrice Dione de Graaff zelfs weerman Gerrit Hiemstra erbij. Of regen tot problemen zou kunnen leiden in de halve finale, vroeg ze hem. Hiemstra antwoordde iets in de trant van: veel regen valt er niet, maar het wordt wel koud. Hij voegde daaraan toe dat de honkballers lange broeken en handschoenen dragen en dus van de najaarskoude geen last zullen hebben. Kennelijk weet Hiemstra niet dat honkballers met slechts één handschoen in het veld staan. De NOS constateerde verlekkerd dat het WK honkbal Nederland in zijn greep heeft genomen. Die conclusie is te optimistisch, getuige de kijkcijfers. Vorige week zondag zagen tussen de 410 duizend en 449 duizend kijkers de hoogwaardige confrontatie tussen Nederland en Cuba. Maar het boksgala in Rotterdam dat vervolgens werd uitgezonden, trok meer kijklustigen (497 duizend). Ook de Ronde van Spanje (wielrennen) en de WK judo deden het beter dan het honkbal. Een hype als het jeugd-WK voetbal, dat eerder deze zomer alomtegenwoordig leek, is het WK honkbal niet. Dat is niet onlogisch, zegt Bert Paalman, de organisator van het tweede WK (na 1986) dat in Nederland is gehouden. ‘Je moet realistisch zijn: Nederland heeft geen honkbalcultuur. Je kunt hooguit een klein stapje zetten om deze sport populairder te maken.’ Het organisatiecomité dat het WK naar Nederland heeft gehaald en vervolgens verdeelde over speelsteden met toernooi-ervaring als Haarlem (Honkbalweek) en Rotterdam (World Port Tournament) en de minder ervaren plaatsen Almere, Amsterdam en Eindhoven, zal de balans opmaken van een geslaagd toernooi. Het totaal aantal bezoekers eindigt vermoedelijk boven de 120 duizend, terwijl Paalman had gerekend op ‘iets in de orde van 70 duizend’. Daarbij moet gezegd dat niet alle bezoekers hoefden te betalen voor de toegang tot het stadion. Zo nodigde de organisatie duizenden schoolkinderen en jeugdleden van honkbalclubs uit om de tribunes te bevolken tijdens de wedstrijden die volgens verwachting minder in trek zouden zijn. Paalman en de zijnen kunnen door de meevallende kaartverkoop extra investeren in het naast het Rotterdamse Neptunus-stadion gelegen kinderdorp en de toch al indrukwekkende beveiligingsmacht die Paalman van overheidswege heeft moeten inhuren. Al wist hij van tevoren dat de mannen en vrouwen in het zwart er meer voor de vorm stonden. ‘Bij honkbal gebeurt gewoon niks. Het is vriendelijk, vrolijk en geen gesodemieter.’