WK Wielrennen
Vos moet genoegen nemen met zilver: Italiaanse Balsamo wint WK op de weg
Het WK op de weg voor vrouwen is gewonnen door een Italiaanse, 23-jarige renner die op geen enkel lijstje van favorieten stond: Elisa Balsamo. Tot groot chagrijn van de Nederlandse ploeg, die zichzelf als favoriet had bestempeld, won Balsamo de sprint van de Nederlandse troef, Marianne Vos. Ze deed dat na een 157 kilometer lange koers die weliswaar door de Nederlandse ploeg werd gedomineerd, maar volgens de renners zelf vooral voor eigen, individueel succes gingen.
Balsamo verraste iedereen, ook al omdat naar haar sprint werd geloodst door een Italiaanse die wel als favoriet voor de regenboogtrui werd beschouwd: Elisa Longo Borghini. ‘Na de laatste bocht schreeuwde Elisa naar me: ga ervoor, niet omkijken’, vertelde de volledig verraste Balsamo meteen na haar finish. ‘Ik snap er niets van. Natuurlijk komt een droom uit, na dit lange seizoen. Ik mag heel volgend jaar met die trui rijden. Ongelooflijk.’
Eigenlijk zat de zeer ervaren, 34-jarige Vos in de sprint prima gepositioneerd om haar vierde wereldtitel op de weg binnen te slepen. De Poolse Katarzyna Niewiadoma begon de sprint voor Vos en Balsamo, maar voor haar lag de streep te ver weg. Daarop ging Balsamo aan, ideaal voor Vos om er overheen te springen. Maar wat de Nederlandse ook probeerde in de laatste honderd meter, ze miste net de kracht om haar wiel voor dat van Balsamo te zetten. ‘Het was toch een zware koers geweest’, verklaarde Vos.
Steile klimmetjes
Met haar zilveren medaille gaf ze haar ploeg bepaald geen loon naar werken. Met nog 100 kilometer te gaan, op de eerste van twintig korte, maar steile klimmetjes, begon het WK pas goed. Het was zaak voor alle rensters om vanaf dat moment zoveel mogelijk vooraan te zitten, zeker zolang het peloton nog groot was. Met de soms smalle kasseiwegen die fel omhoog liepen, kon het niet anders dat er door de drukte oponthoud ontstond waardoor de renners die achteraan reden, stilvielen, van de fiets moesten en dienden te wachtten tot de weg vrij was.
Het was de 63ste keer dat het WK op de weg voor vrouwen werd verreden. Het parcours tussen Antwerpen en Leuven werd door al die venijnige hellingen vooraf als selectief beschouwd, maar tot vlak voor de finish bleek dat wel mee te vallen, want er waren in de finale nog ruim twintig vrouwen die de wereldtitel hadden kunnen pakken. Het weer zorgde evenmin voor een verzwaring van de omstandigheden: circa 22 graden in de zon, droog en weinig wind.
Nederland, dat met acht vrouwen in plaats van de gebruikelijke zeven aan mocht treden - titelverdediger Anna van der Breggen had een startplek op eigen naam - begon de race als favoriet. Dat betekende dat het gewicht van de koers volledig op Nederlandse schouders werd gelegd. Vanaf de negende helling namen de Nederlandse renners die verantwoordelijkheid op zich en begonnen met de ene na de andere aanval het peloton flink uit te dunnen.
Van der Breggen uit vorm
Van der Breggen was daarvan het eerste slachtoffer. Ze kwam in een tweede groep terecht met een snel oplopende achterstand. Haar rol was op 36 km voor het einde uitgespeeld, precies zoals ze had aangekondigd. Ze is uit vorm en wilde vooral genieten van de laatste wedstrijd van haar succesvolle carrière.
Eerder had er ook op geleken dat Demi Vollering een streep moest halen door haar titelambities. De 24-jarige renner won dit jaar Luik-Bastenaken-Luik wat het WK-parcours haar op het lijf geschreven maakte. Ze moest echter tot drie keer achter elkaar van de fiets door materiaalpech. Haar WK leek er met nog 66 kilometer te gaan op te zitten, maar in finishplaats Leuven kwam ze toch als zevende over de streep.
Met in de finale liefst zeven renners in de voorste groep leek het WK bijna een NK-met-gastrenners. Iedere Nederlandse probeerde een aanval, vooral Lucina Brand, Annemiek van Vleuten, Chantal van den Broek-Blaak en Ellen van Dijk. De laatste, maandag nog wereldkampioene tijdrijden geworden, probeerde het over de stoep en riskeerde daarmee diskwalificatie.
Grote kopgroep
Het waren niet alleen de Nederlandse vrouwen die het tempo opvoerden. Achtereenvolgens renners uit Nieuw-Zeeland, Frankrijk, de Verenigde Staten en Spanje waagden het erop, waarbij de Spaanse Mavi Garcia nog het verste kwam. Maar in de laatste kilometers werd duidelijk dat de grote kopgroep in zijn geheel op de finish af zou stormen.
Daar had Nederland vooraf rekening mee gehouden in de persoon van Marianne Vos. Haar vermogen om na een zware koers er iedereen in de sprint op te leggen, heeft haar in het tweede deel van haar carrière veel opgeleverd en ze kreeg de kans om dat met de absolute hoofdprijs te bekronen, acht jaar na haar laatste WK-titel op de weg. In plaats daarvan pakte ze haar zesde zilveren WK-medaille.
Dat leidde tot hete tranen bij Vollering, die zich er schuldig over voelde dat ze geen rol van betekenis kon spelen bij het aantrekken van de sprint voor Vos. ‘Maar ik kon, door alle inspanningen om terug te komen, op het eind gewoon niet harder.’ Ook Van den Broek-Blaak, vooraf getipt als kanshebber, was aangedaan door het mislopen van de WK-titel. Volgens haar reden de Nederlandse deelnemers niet voor elkaar, maar voor zichzelf. ‘We hebben niet als team gereden.’
Constant oranje
Daar was Vos het niet helemaal mee eens. ‘Volgens mij reden we niet als los zand’, zei ze met vochtige ogen. ‘We wilden niets laten gaan, dus zie je constant oranje van voren, maar dat hadden we vooraf zo afgesproken.’
Van Vleuten zei zich de ogen uit de kop te schamen voor Vos. ‘Ik had het haar heel erg gegund. Wij hadden die sprint beter moeten doen. Maar ik zag in de koers geen teamspirit bij ons.’ Van Dijk weet op haar beurt het verlies van de titel, na vier opeenvolgende Nederlandse wereldkampioenen, eraan dat haar equipe te lang heeft gewacht met het hard maken van de koers.