Voor het geld moeten handbalsters naar het buitenland

Nederlandse handbalsters zijn geliefd in de sterke buitenlandse competities. Manager René Cloo adviseert ze bij het vertrek: 'Ze zijn relatief goedkoop.'

John Volkers
De Nederlandse handbalsters na het winnen van zilver tegen Noorwegen op het EK Beeld anp
De Nederlandse handbalsters na het winnen van zilver tegen Noorwegen op het EKBeeld anp

Wie als jonge handbalster geld wil verdienen, gaat naar het buitenland. René Cloo, de voormalige manager van landskampioen Sercodak Dalfsen, begeleidt gretige speelsters die, vanwege de hoofdrol van Nederland op het wereldtoneel, een gemakkelijker toegang tot een contracterende club hebben gekregen.

Cloo: 'Ik doe de zaken voor vijf A-internationals, Michelle Goos, Jessy Kramer, Lynn Knippenborg, Debbie Bont en Kelly Dulfer. De rest komt uit de B-ploeg, plus nog wat jongens. Ik heb er nu 25. Ik ben een eenmansbedrijf.'

Nederlandse handbalsters zijn veelgevraagd, niet alleen om hun kwaliteiten: groot, snel, technisch geschoold. 'Ze zijn hartstikke interessant, omdat ze relatief goedkoop zijn. Er is een opleidingsvergoeding, 3.500 Zwitserse frank per jaar, maar als je niet wilt betalen, dan blijft dat achterwege. Dat weten buitenlanders allemaal heel goed.

Manager René Cloo Beeld
Manager René ClooBeeld

Door geld gedreven

'Als je dus ambitie en talent hebt, kun je snel die stap maken. Maar daar moet je wel mee uitkijken. In Nederland denken we maar dat iedereen zomaar naar het buitenland kan. Meisjes van 18 gaan, zoals Marielle Beugels van VOC naar Bad Wildungen in Duitsland. Daar is zij de zesde Nederlandse bij een Nederlandse coach, Tessa Cocx. Je moet een langetermijnvisie hebben voor jezelf.'

Door geld gedreven zijn de Nederlandse speelsters, meestal afkomstig van de Handbal Academie, niet. 'Er zijn wel meiden die een klapper, volgens handbalnormen dan, hadden kunnen maken maar die zeiden: ik ben te jong. Of ze gaan zoals Lynn Knippenborg, terug uit het goedbetalende Noorwegen naar Duitsland, om studieredenen. Nee, onze meiden worden niet, nog niet, door geld gedreven in hun handbalplannen.'

Europees mannenhandbal kent budgetten tot tien miljoen euro. Paris Saint Germain is een uitzondering, met twintig miljoen. Vrouwenteams in de Champions League beschikken over begrotingen van een à twee miljoen, met een uitschieter als het Hongaarse Györ waar de Nederlandse internationals Nycke Groot en Yvette Broch spelen.

Duitsland en Denemarken

Groot wordt geschat op een inkomen boven de ton. In Duitsland is Bietigheim de best betalende club. Daar spelen vier Nederlandse internationals, Tess Wester, Maura Visser, Angela Malestein en Martine Smeets.

Zulke Bundesligaspeelsters van het hoogste niveau hebben rond de 2.500 euro schoon per maand, plus auto, plus appartement. Die laatste twee, voor vrij rijden en vrij wonen, zijn vaste emolumenten in handbalcontracten. De inspanning van de werkgevende club zal omtrent de 70-, 80 duizend euro bedragen. Het grootste deel van het kleine Nederlandse legioen in Duitsland (meer dan dertig) mag daar slechts van dromen.

'Ik praat nu voor jonge speelsters veel met Deense clubs. Dat zijn meiden die de ambitie hebben de Olympische Spelen van 2020 te halen. Wat die clubs aanspreekt, is dat wij informeren naar het topsportprogramma. Is het fulltime? Hoef je er niet naast te werken of te studeren? Wat is het krachtprogramma? Hoe werkt de fysiotherapie? Dat zijn mijn eerste vragen. Normaal gesproken gaat vraag één over de cheque die zij kunnen ontvangen. In het buitenland spreekt onze aanpak tot de verbeelding.'

Het Nederlands Dames Handbalteam bij het Sportgala Beeld Erwin Spek
Het Nederlands Dames Handbalteam bij het SportgalaBeeld Erwin Spek

Geen transferwindow

De buitenlandse belangstelling voor Nederlandse handbalsters bestond al voor de tweede plaats bij het EK. 'Ik word de laatste weken veel gebeld door Europese clubs. Iedereen zoekt linkshandige handbalsters. Die zijn momenteel schaars. En je hebt zo diep in het seizoen te maken met blessures. Of speelsters voldoen niet. Willen ze een ander voor. Of ze willen versterken voor de tweede helft van de competitie.

'Internationaal is er, in tegenstelling tot in Nederland, geen transferwindow. Je mag steeds wisselen van club. Alleen als je Champions League hebt gespeeld in de eerste helft van het seizoen, mag je niet in de EHF Cup, het tweede Europese niveau, uitkomen. Andersom wel.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden