Vizier gericht op Turijn

Romme concentreert zich louter op de 5 en 10 kilometer, de afstanden waarop hij goud won bij de Spelen van Nagano en waarop hij sinds 1996 liefst zeven wereldtitels bij de WK afstanden heeft gewonnen. In Turijn hoopt hij op zijn derde olympische goud.

De vierkamp is bijzaak voor Romme, die in 2003 ongenaakbaar was op de allroundtoernooien. Het lukte hem dat seizoen een zeldzame drieslag te maken. Hij werd onder leiding van zijn destijds nieuwe trainer Jac Orie zowel Nederlands, Europees als wereldkampioen. De Brabander leek zijn nieuwe stiel te hebben gevonden.

Maar de ervaringen van afgelopen winter hebben Romme en zijn trainer op andere gedachten gebracht. Hij bleek niet op te kunnen tegen de nieuwkomers die vorig jaar de allroundtoernooien domineerden: de Amerikanen Chad Hedrick en Shani Davis, en zijn ploeggenoot Mark Tuitert.

Die constatering was extra wrang omdat Romme in de voorbereiding op vorig seizoen juist had geprobeerd zich te wapenen tegen allrounders die uitblinken op de korte afstanden. Bij de EK allround was hij met de vierde plaats de slechtste Nederlander. In de strijd om een startbewijs voor de WK allround was de toen 21-jarige Tom Prinsen hem te snel af.

Romme: `Vorig jaar heb ik me toegelegd op de kortere afstanden. Ik heb geprobeerd efficiënter te trainen, minder omvang te draaien, meer te sprinten. Wat bleek? Op de 1500 meter ben ik nul komma nul procent vooruitgegaan. Op de lange afstanden ben ik ook nul komma nul procent vooruit gegaan, terwijl de anderen allemaal harder gingen. Dat was dus niet de juiste weg.'

Een extra jaar van experimenteren zou niets opleveren, meent Romme. De realiteit is volgens hem dat Hedrick, Davis en Tuitert op de 500 en 1500 meter zo snel zijn dat ze meer voorsprong op hem kunnen pakken dan hij kan goed maken op de lange afstanden.

Een eenvoudige rekensom heeft hem geleerd dat hij geen allroundzege zal toevoegen aan zijn twee wereldtitels (ook in 2000 werd hij kampioen) en enkele Europese.

`Zij rijden op de 500 meter laag in de 36 seconden. Ik hoog in de 37. Dat haal ik niet terug. Ik pak geen 10 seconden of meer terug op de vijf kilometer. Ik moet eerst maar weer eens zien te winnen!'

Op lange afstanden denkt Romme nog wel te kunnen schitteren, ook al dateert zijn laatste wereldtitel van 2000. Hij put vertrouwen uit de oefenraces die hij de afgelopen weken heeft gereden. Versleten is hij allerminst, meent hij.

Afgelopen weekeinde verbeterde hij op de semi-overdekte baan van Den Haag het baanrecord 3 kilometer met twee seconden tot 3.52. In de hal van Erfurt bleef hij, terwijl de vermoeidheid van trainingen hem parten speelde, slechts twee seconden verwijderd van zijn wereldrecord op die afstand (3.42,75), in 2000 verreden in Calgary.

Op de semi-overdekte baan van Assen, waar hij twee jaar geleden zijn topseizoen als allrounder begon, hoopt Romme het verloren terrein op stayers Carl Verheijen en Bob de Jong goed te maken. Maar hij wil zich vooral plaatsen voor de World Cups 5 en 10 kilometer, zodat hij zich op het internationale podium kan meten met de tegenstanders die ook bij de Spelen zullen meedoen om de medailles.

Romme: `Mocht ik me straks in december nog plaatsen voor een EK of WK allround, dan rijd ik die voor de lange afstanden. De trein staat op de rails richting Turijn.'