Van Empel profiteert volop van foutje rivaal Pieterse en pakt de wereldtitel veldrijden

Fem van Empel en Puck Pieterse zijn vriendinnen, trainingsmaten en rivalen en zoals verwacht kwam het in hun eerste WK veldrijden bij de profs tot een duel om de wereldtitel tussen de twee 20-jarige renners. Tot halverwege Pieterse een kleine fout maakte, Van Empel haar kans greep en solo over de finish ging. ‘Als je zo aan elkaar gewaagd bent, komt het aan op details', concludeerde zilverenmedaillewinnares Pieterse.

Bij de start schoot ze over haar pedaal en halverwege ging ze in een gladde bocht onderuit. Na die fout nam Van Empel afstand, verslapte niet en volbracht de 55 minuten durende wedstrijd foutloos op een verraderlijk glad parcours. Terwijl Van Empel na de finish in de armen van haar moeder stond te huilen, ging Pieterse met ruim een halve minuut achterstand met een wheelie over de finish. ‘Ja, zij is iets technischer dan ik’, zei Van Empel minzaam.

‘Ik was een van de favorieten’, zei Van Empel na afloop, ‘maar dan moet je het nog maar waar zien te maken.’ Ze is anders nooit zo emotioneel, zei ze. Nu wel omdat halverwege het seizoen het WK uit zicht leek na een zware val in december met een hersenschudding als resultaat. ‘Het was mentaal echt moeilijk daarvan terug te komen. Dat kwam er even uit na de finish. Winnen in eigen land is heel speciaal voor me. En ik heb nog nooit voor zo’n groot publiek gereden.’

Pieterse vertelde dat ze zich niet zoveel zorgen maakte na haar mislukte start doordat haar afzetvoet weggleed. Ze dook als tiende het veld in, maar kwam vooraan en ging samen met Van Empel de eerste keer over start-finish. Haar wereldtitel raakte wel definitief uit zicht na haar tweede ‘foutje’, vertelde Pieterse. ‘Na die schuiver van mij kreeg Fem vleugels en ging ze ervoor. Toch ben ik max doorgereden, want ze kan ook nog fouten maken, al zag ik wel dat Fem vandaag sterk was.’

Nederlandse dominantie

De dominantie in het veldrijden van Nederlandse vrouwen was dit seizoen weer net zo groot als de laatste jaren, wat zich wederom uitte in een groot aantal Nederlandse vrouwen in de top van de uitslag: zeven bij de eerste acht. Verschil is dat eind vorig jaar en begin 2023 een nieuwe generatie is opgestaan, vertegenwoordigd door Van Empel, Pieterse en Shirin van Anrooij. De laatste besloot nog een jaar te wachten met haar overstap naar de eliterenners en werd zondag als topfavoriet op haar 21ste verjaardag met overmacht wereldkampioen bij de beloften.

Het drietal domineerde bij die beloften de laatste twee WK’s. Op dat niveau pakte Van Empel in 2021 de wereldtitel, Pieterse deed dat vorig jaar. Waar Van Anrooij nog een jaartje wacht, kozen Van Empel en Pieterse dit jaar voor deelname in de zogenoemde elite-categorie. Daar hadden ze alle reden toe, want het voorbije seizoen wonnen ze samen 22 veldritten bij de profs. Vijf keer verwees Van Empel Pieterse naar de tweede plaats, andersom was dat tweemaal.

Kleine sport

Van de generatie die de drie aflossen, was Lucinda Brand (33) zaterdag de sterkste. De wereldkampioen van 2021 maakte op pure wilskracht als derde het Nederlandse podium compleet. Van enig ploegenspel was geen sprake bij de Nederlandse equipe, zei een laconieke Pieterse. ‘Het was gewoon ieder voor zich.’

De wereldtitel voor Van Empel is de vierde opeenvolgende voor Nederland, gewonnen door vier verschillende vrouwen. Marianne Vos, de 35-jarige wereldkampioen van vorig jaar, was er niet bij in Hoogerheide wegens een vernauwing in haar bekkenslagader. De wereldkampioen van 2020, Ceylin del Carmen Alvarado, werd zaterdag vijfde.

Alvarado was een van de nog eens vier Nederlandse rensters die achter de top-3 bij de eerste acht eindigden. Alleen de Italiaanse Silvia Persico wurmde zich daartussen en werd vierde. De Nederlandse dominantie bij de vrouwen is een indicatie dat veldrijden mondiaal een kleine sport is. Zaterdag versloeg Van Empel slechts 27 rensters uit 14 landen. Er zijn 200 landen lid van de internationale wielerunie, Vaticaanstad voegde zich in 2021 als laatste en kleinste land bij de UCI.

Betere fietstechniek

Veldrijden is dan ook geen olympische sport. Mountainbiken is dat wel en heeft wereldwijd vele malen meer beoefenaars. Voor Lucinda Brand is de combinatie niet weggelegd, voor de dertien jaar jongere Van Empel en Pieterse wel.

Brand heeft daar een logische verklaring voor. ‘In alle wielerdisciplines zie je dat renners en rensters op veel jongere leeftijd op een veel hoger niveau fietsen.’ De nieuwe generatie veldrijdsters moet het niet zozeer van kracht hebben, maar heeft volgens de ‘oude’ generatie een betere fietstechniek, legde Brand zaterdag uit. ‘Omdat ze zo jong beginnen, zijn ze met de fiets vergroeid en daarom is hun techniek veel beter.’

Dat geldt zeker voor Van Empel en Pieterse. De twee willen hun technische surplus volgend jaar dan ook te gelde maken op de Olympische Spelen van Parijs. Niet op een crossfiets, maar op de mountainbike.