Uit het verzorgersboekje: het structurele dopinggebruik binnen de PDM-ploeg
Ver voor Rabobank is er bij een Nederlandse wielerploeg al sprake van structureel gebruik van doping. In de Tour van 1988 nemen zeven van de acht renners van PDM verboden middelen, blijkt uit de notities van verzorger Bertus Fok.
Het is 14 juli 1988. De avond is al gevallen over de Alpe d'Huez. De Fransen vieren hun nationale feestdag, maar ook Bertus Fok is een gelukkig mens. De verzorger van de PDM-wielerploeg kneedt vandaag de benen van de winnaar van de koninginnenetappe. En daarmee misschien die van de aanstaande Tourwinnaar.
Steven Rooks laat duizenden Nederlanders op de bergtop baden in plezier. Hij komt tijdens de twaalfde etappe als eerste boven en maakt daarmee een reuzensprong naar de top van het klassement. Zijn PDM-kompaan Gert-Jan Theunisse eindigt als tweede.
Bij hun ploeg spint iedereen van tevredenheid. Fok voorop, blijkt uit zijn opschrijfboekje waarvan de Volkskrant in het bezit is gekomen. 'Formidabel', noteert hij achter de naam van Rooks. Ook het resultaat van Theunisse kan hem bekoren. Dit is in één woord: 'Schitterend'.
Het is lang niet het enige dat de soigneur die Tour op schrift stelt. Fok houdt van elke renner per dag bij hoe die er op medisch vlak voor staat. En wat diegene krijgt toegediend. Of het nu testosteron is, corticosteroïden of een bloedtransfusie.
Aan de keukentafel bij hem thuis bevestigt hij 25 jaar later de authenticiteit van het boekje. 'Dat is hem. Een klein zwart schriftje. Ik ben er even stil van om het weer terug te zien.'
(tekst gaat verder onder afbeelding)
Fok is een nauwgezet man die zijn vak verstaat. Hij betast al jaren de beste wielerbenen die Nederland te bieden heeft. Eerst bij de ploeg van Peter Post, waar verzorger Ruud Bakker hem op weg helpt in de wereld van de soigneurs. Bij PDM komt hij in 1986 op eigen benen te staan. Hij wordt direct verantwoordelijk voor het medische beleid.
De artsen maken pas jaren later hun opwachting in het wielrennen. En als het hormoon epo al een nieuwe snelheid in het peloton heeft geïntroduceerd, dan is niemand dat in 1988 opgevallen. Fok: 'Met epo heb ik me nooit beziggehouden. Dat werd me te gortig.'
Dat jaar zweren veel renners nog bij het gebruik van corticosteroïden zoals cortisonen en anabole stereoïden als testosteron, een lichaamseigen geslachtshormoon dat ook in de apotheek is te verkrijgen. Ook het toedienen van een zak eigen bloed is als doping uit Italië komen overwaaien.
Al deze middelen zijn dat jaar verboden volgens de dopinglijst van de internationale wielrenunie. Fok: 'Het mocht niet. Maar ze hebben het ook niet gevonden, hè.' Renner Gert-Jan Theunisse beschikte over een medische verklaring die hem toestaat cortison te nemen: 'Maar van dat attest heb ik misbruik gemaakt, dat geef ik eerlijk toe. Lang niet alles kon toen worden opgespoord.'
Het gebruik van verboden middelen is voor oud-renner Fok niet nieuw bij zijn intrede in het profpeloton. De kennis over andere producten vergaart de masseur via boeken, collega-verzorgers en de renners zelf die precies weten hoe ze zich moeten 'verzorgen'.
Een veel uitgebreidere versie van de reconstructie over het dopinggebruik bij de Nederlandse PDM-ploeg staat in de Volkskrant van vandaag. Meer fragmenten uit het notitieboekje van Bertus Fok hieronder.
Dat er bij PDM doping werd gebruikt, is al jaren geen geheim meer. Behalve Gert-Jan Theunisse testten Gert Jakobs en Wim Arras positief in dienst van de ploeg. In het KRO-programma Reporter in 1999 bekende Steven Rooks het gebruik van verboden medicamenten. Theunisse gaf later het gebruik van cortisonen (corticosteroïden) toe.
Nog niet bekend was dat zeven van de acht PDM-renners doping namen in de Tour van 1988, noch welke producten ze precies gebruikten. De bekendste drie reageren verrast als ze worden geconfronteerd met de notities van hun toenmalige verzorger. Meer daarover in de Volkskrant van vandaag.