Twijfelaar en mentaal wrak verandert plots in kampioen

De Duitse zwemster Britta Steffen (22) zwom deze week drie wereldrecords. Zij was tot deze week een vrij onbekende sportvrouw....

John Volkers

Vroeger voelde ze zich, als ze slecht gezwommen had, ‘een slecht mens’. Britta Steffen kon het leven en de sport niet scheiden. Het veranderde haar van een supertalent, de beoogde opvolgster van Franziska van Almsick, in een twijfelaar, een mentaal wrak dat na twee mislukte Olympische Spelen, die van Sydney en Athene, de handdoek wierp.

Het viel niet op in Duitsland. Want wie was Britta Steffen nou? Zij, de zesvoudig Europees jeugdkampioen van 1999 met de wapperende, blonde haren, had het simpelweg niet gemaakt. Voor haar een ander. Ze vertoefde op de 100 vrij niet eens bij de beste tien op de eeuwige ranglijst van Duitsland .

Steffen – lange armen, lange benen, het ideale zwemfiguur – komt uit het oosten van het land, uit Schwedt an der Oder, aan de Poolse grens. Maar ze bezat niet de obsessieve toewijding van die andere topzwemsters die aan gene zijde van Duitsland door de jaren heen werden geproduceerd: Kristin Otto, Barbara Krause en Birgit Meineke.

Ze ging, twaalf jaar oud, naar het zweminternaat van Potsdam, woonde er in een kamertje van vier bij drie waar ze een poster van Alexander Popov boven haar bed had hangen. Ze zei dat het leven buiten het bad haar niet interesseerde. Er was slechts water in haar bestaan.

Maar toen haar enorme progressie in 2000 stagneerde – ze was in Sydney slechts invalster in de estafetteploeg op de 100 vrij – kreeg ze het moeilijk. Ze ging met Van Almsick trainen in Berlijn, onder de hoede van Norbert Warnatzsch, versloeg haar voorbeeld regelmatig in trainingswedstrijden, maar op de echte momenten blokkeerde Steffen.

Ze nam na de mislukking van Athene 2004 ontslag uit het trainingsregime. De oude, wijze coach Warnatzsch had haar aangeraden een sabbatsjaar te nemen. Ze ging studeren en liet zich therapeutisch behandelen bij psychologe Friederike Janofske. Zij was de vrouw die jarenlang Van Almsick begeleidde bij haar eetstoornissen.

Na een jaar arbeid aan kop en ziel, na het uitproberen van de discotheek en de andere geneugten van het leven, meldde Britta Steffen zich in augustus 2005 weer aan de poort van het Berlijnse zwemstadion. ‘Ik ontdekte dat mijn droom nog niet voorbij was’, sprak ze maandagavond na haar eerste wereldrecord, dat met drie collega’s op de 4 x 100 vrije slag.

Steffen zwom als derde vrouw in het kwartet een ‘split’ van 52,66, sneller dan een vrouw ooit de 100 meter aflegde. Twee dagen later eigende ze zich het echte wereldrecord op de 100 vrij toe: 53,30, twaalfhonderdste sneller dan de toptijd van de Australische Lenton. En weer een dag later, gisteravond, speelde ze na Annika Liebs de hoofdrol in het wereldrecord op de 4 x 200.

Het verhaal van haar fenomenale progressie verklaarde ze uit haar eindelijk ontloken talent en de mentale doorbraak. ‘Ik voel me vrij. Dat is mijn toversleutel.’

Na haar wereldrecord op de 100 vrij was ze verbijsterd en verheugd. ‘Ongelooflijk’, stamelde ze en sloeg haar handen voor het gezicht. Ze zei er simpelweg geen verklaring voor te hebben. ‘Vroeger dacht ik dat je een supermens moest zijn om een wereldrecord te zwemmen, maar ik voel me zoals ik me altijd voel.’

Ze werd tijdens de persconferentie gevraagd nog wat dieper na te denken over haar plotselinge vooruitgang: in enkele maanden tijd ging het van 55 blank naar 54,82, 54,29, 54,21 en naar 53,30. Nogmaals hief ze de handen: ‘Vroeger toen ik races verloor, wist ik nooit waaraan het lag. En nu ik win, weet ik het ook niet.’

De totale ommekeer in haar sportleven zegt ze bereikt te hebben door aan haar ‘menszijn’ te hebben gewerkt. Ze heeft bijgeleerd, ze kan relativeren en sindsdien kan ze hard zwemmen. Het proces is voltooid, maar het procédé lijkt te eenvoudig om waar te zijn.

Het verhaal ‘waar komt dit zwemwonder opeens vandaan?’, lijkt op dat van Inge de Bruijn die in 2000 wereldrecord aan wereldrecord plakte. De Nederlandse zwom elf wereldrecords op rij. Net als bij De Bruijn kwamen in de zaak-Steffen de daarmee onafwendbare dopingvragen opzetten.

Chefcoach Madsen, een Noor, verklaarde dat te kunnen begrijpen. De lange pauze zou haar mogelijk buiten de dopingcontroles hebben gehouden. Hij gaf toe zelf ook de dopingkwestie gesteld te hebben, als Steffen in een andere dan zijn ploeg zou hebben gezwommen. ‘Dan zou ik ook dopingvermoedens hebben.’

Madsen heeft een andere fysiologische verklaring. Het lijf van Steffen is, beter dan elk andere, voor hard zwemmen gebouwd. Er ligt nog veel meer in het verschiet.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden