Reportage
Turken weten het zeker: Parijs wacht op ons
Turkije gaat naar Frankrijk. Daarvan zijn ze overtuigd in een Amsterdams koffiehuis. 'Het is maar IJsland hé.'
In het Turkse koffiehuis Göreme, aan de Javastraat in Amsterdam, slaat Amed (28) de krant Hürriyet open. 'Parijs wacht op ons', staat er in grote, rode letters. Niemand in Turkije, en in koffiehuis Göreme evenmin, twijfelt aan een goede afloop voor de nationale ploeg, vanavond in de thuiswedstrijd tegen IJsland.
Turkije heeft aan een punt genoeg om als derde in de poule te eindigen. Daarmee zouden de kansen voor Nederland op het EK in Frankrijk definitief zijn verkeken. 'Ik gun iedereen het beste', zegt Amed tussen twee spelletje backgammon door. 'Maar we moeten ook eerlijk zijn: op basis van de kwalificatiereeks heeft Nederland niets te zoeken op het EK.'
EK 2016
Lees hier alle artikelen van de Volkskrant over de EK-kwalificatie.
In de hoek van het koffiehuis staat een grote tv, waarop deze middag beelden van een wedstrijd van Trabzonspor te zien zijn. Aan de muur hangen posters met de logo's van Besiktas, Galatasaray en Fenerbahçe. De drie grote clubs uit Istanboel domineren het Turkse voetbal.
De animositeit tussen de drie clubs is zo hevig dat interlands van Turkije sinds september van dit jaar in Konya worden gespeeld, een stad van 1,2 miljoen inwoners in Centraal-Turkije. Hier staan de fans, in tegenstelling tot het sportief verdeelde Istanboel, wel als één man achter de nationale ploeg.
'Vanwege het enthousiasme van de fans, en het prachtige moderne stadion dat er staat, spelen de Turkse voetballers graag in Konya', vertelt Ugur Yildirim, ex-voetballer van Heerenveen en tegenwoordig jeugdtrainer bij Go Ahead Eagles. Hij typeert Konya als een typische provinciestad.
(Tekst gaat verder onder foto).
De liefde voor het vaderland is er heviger dan in andere delen van het land. Istanboel en de badplaatsen zijn modern en westers. De rest van het land geldt als conservatiever en ook chauvinistischer. Dat kan in het voordeel werken van de nationale ploeg.'
Turkije won zaterdag met 2-0 van Tsjechië. Na afloop van de wedstrijd weigerde bondscoach Fatih Terim zich uitgebreid te laten ondervragen over de overwinning. Dat zou ongepast zijn, vond hij, in het licht van de dubbele bomaanslag in Ankara, waarbij eerder op die dag minstens 97 doden vielen.
In koffiehuis Göreme is de aanslag niet gespreksonderwerp nummer 1, zegt Amed. Hij wijst naar groepje ouderen, aan een andere tafel. 'Zij spreken over politiek, wij, de jongeren, over sport.' Toch kan het één niet los van het ander worden gezien, beseft hij. 'We hebben behoefte aan een beetje goed nieuws. Aan iets wat het Turkse volk bindt in plaats van iets wat ons uiteen drijft.'
Dan scrollt Amed door zijn telefoon, op zoek naar het laatste nieuws over de interland. Hij stuit op de site van de krant Fanatik op een bericht over Alfred Finnbogason. De oud-spits van Heerenveen heeft via Twitter ('Geen zorgen, Nederlandse vrienden') beloofd dat IJsland het niet laat lopen tegen Turkije. Amed schudt zijn hoofd. 'Die jongen doet maar, wij gaan toch winnen.'
Ugur Yildirim denkt er net zo over. 'Een punt tegen IJsland moet in elk geval lukken', zegt hij. 'Het is maar IJsland hé. Laten we die ploeg nou vooral niet te groot maken.'