Trendsetter, boezemvriend, fenomeen
Het paardensportjaar 2009 betekende vooral de doorbraak van Totilas, de hengst voor wie grenzen niet lijken te bestaan. Zijn berijder Edward Gal: ‘Alles gaat spelenderwijs, alsof het geen moeite kost.’..
Kijk, daar is ie, het wonderpaard waarvoor superlatieven in lettergrepen moeten worden gehakt. Luister naar journalist Jacob Melissen: ‘Ik loop al veertig jaar mee in dit wereldje, maar zo’n bewegingsmoyenne heb ik nog nooit meegemaakt. Het is on-ge-loof-lijk.’
De naam is Totilas, een 9-jarige hengst die de dressuurwereld dit jaar in vervoering bracht. Bij het EK in het Engelse Windsor konden toeschouwers naar verluidt hun ogen niet geloven en de nationale tv-commentator zag de geboorte van een legende.
Vorig weekeinde rezen de toeschouwers bij het Grand Prix van Stuttgart al tijdens de kür overeind om hem een staande ovatie te geven. Het is dat Totilas een hengst was, anders zou hij onherroepelijk tot sportman van 2009 worden uitgeroepen.
Het wonderpaard woont aan de Laarweg in Harskamp waar het groen van de Veluwe is veranderd in druilerig roestbruin. Een statige oprijlaan voert naar zijn Gelders paradijs. Je zou een met goud beslagen naambordje op zijn stal verwachten, maar de naam staat in viltstift op een plakpapiertje geschreven. Totilas heeft kennelijk genoeg aan zichzelf.
Pikzwart is hij met twee kunstzinnig aangebrachte streepjes wit, één tussen de ogen en één tussen de neusgaten. Ook de vier benen eindigen als vier klassieke sportsokjes in melkwit. De manen liggen in een dikke vlecht op zijn rug, spieren zijn zo dik als scheepstouwen, de vacht glimt. Met alle soorten van genoegen poseert het paard voor de fotograaf.
Jan Schuil, zijn fokker, weet te vertellen dat Totilas als veulen al zo ‘showerig’ was. In die tijd combineerde Schuil zijn paardenfokkerij in het Friese Broeksterwoude met een praktijk als dierenarts. Patiënten en hun eigenaars hielden graag even halt aan de rand van het weiland waar de jonge Totilas als een koningskind walste. Hij was zoiets als een toeristische attractie: een prachtig veulen dat, zo jong nog, prachtig bewoog.
De moederlijn van Totilas gaat terug naar het Duitse Oldenburg. Het betreft hier de zogenoemde Freiminka-stam die zestig jaar geleden ook wortel schoot in Friesland. In oorsprong zijn het landbouwpaarden die zich hebben bekwaamd in het sporten.
Hun kracht paart Schuil aan de souplesse van de Trakehner, ook een Duits ras dat aanvankelijk werd gefokt voor het Duitse leger. Jan Schuil en zijn vrouw Anna zijn zich in die combinatie gaan specialiseren. ‘Het is een geweldige mix.’
In hun fokkerij maken ze geen onderscheid tussen spring- en dressuurpaarden. Het gaat ze om de sport en dan mag het beide kanten uit gaan. Aan de stam van moeder Lominka loopt bijvoorbeeld een vertakking naar Okidoki, het paard van springruiter Albert Zoer.
Schuil is ervan overtuigd dat Totilas ook een goed springpaard zou zijn. ‘Zo is het met alle grote sporters, die kunnen meer disciplines aan. Maar ik heb in hem altijd een dressuurpaard gezien.’
Tot zijn 6de verbleef Totilas, vernoemd naar een bevelvoerder van de Goten, in Broeksterwoude. Het zogenoemde beleren van de paarden houdt het echtpaar Schuil liever in eigen hand. ‘Andere fokkers verkopen hun veulens al na zes maanden. Je hebt steeds meer van die gespecialiseerde opfokbedrijven.’ Maar dat is van een grootschaligheid die hem niet bevalt.
De lagere school, zoals Schuil dat aanduidt, namen Jan en Anna Schuil voor eigen rekening, de middelbare school doorliep Totilas bij amazone Jiska van den Akker. ‘En Edward is dan de universiteit.’
De 39-jarige Edward Gal was de ruiter die Jan Schuil als eerste in gedachten had voor Totilas: een gevoelige ruiter voor een gevoelig paard. ‘Hij kan een paard met zijn stem corrigeren. Ik heb wel eens meegemaakt dat een jurylid hem maande een paard aan te pakken. Edward antwoordde dat het paard veel te lief was om aan te pakken.’
Het eerste contact dreigde op niets uit te lopen omdat de beoogde koper het liet afweten. ‘Maar we zagen wel meteen dat het paste met Edward.’ Vervolgens kwam Moorland Stables uit Gorssel in beeld als potentiële koper.
Eigenaar Kees Visser: ‘We kregen een heel onduidelijke video opgestuurd, maar we zijn wel met Edward naar Broeksterwoude gereden. Mijn vrouw was meteen overtuigd door de manier waarop hij liep, toch zijn we niet meteen tot koop overgegaan. Het was een interessant paard, maar nogal hectisch. Daarom is Totilas eerst vijf weken op stal geweest bij Edward.’
Na die proefperiode waren kopers en ruiter volledig overtuigd en werd besloten tot aankoop. Edward Gal spreekt van een once in a lifetime paard.
Over de prijs doen koper en verkoper geen mededelingen. Dat schijnt in paardenkringen ongebruikelijk te zijn. Maar ze was voor de verkopende partij hoog genoeg om te kunnen stoppen als dierenarts. Jan Schuil heeft zich sindsdien helemaal op de paardenfokkerij gestort.
Het was de combinatie van kracht en ‘lossigheid’ die Edward Gal won voor Totilas. Dat onberekenbare ging er snel af. ‘Er was meteen een klik tussen ons. Dat moet, anders wordt het niks. Je voelde dat het een goeie zou worden, maar natuurlijk nog niet dat het zo’n goeie zou worden.’
Eerder had Gal ook al Gribaldi, Totilas’ vader, tussen de benen gehad en de verwantschap is onmiskenbaar. Vader en zoon hebben dezelfde hardheid; beiden zijn echte topsporters, bereid om hard te werken en niet blessuregevoelig.
Gal koos voor de weg van de geleidelijkheid. Hij heeft Totilas nu drieënhalf jaar in bruikleen, maar de eerste belangrijke wedstrijd reden ze pas in december vorig jaar. Dat was de Grand Prix van Hippisch Hengelo. Maar de roem was Totilas al vooruitgesneld. Op het affiche was zijn deelname al het grootste nieuws, zijnde ‘de grote belofte voor toekomstige kampioenschappen’.
In de aanloop naar Hengelo groeide is er een innige relatie tussen ruiter en paard ontstaan. Uitgezonderd korte vakanties waren ze bijna elke dag samen en dat zijn ze nog steeds. Er is volgens Gal geen sprake ven een gezagsverhouding. ‘We hebben een vriendschappelijke band.’
Totilas is alles wat een ruiter en paardenliefhebber zich kan wensen: lief, sociaal, rustig, werkwillig, onbevreesd, mooi, gespierd en tuk op uiterlijk vertoon. Gal: ‘Als je de ring binnen rijdt, gaan de oortjes erop. Alles gaat spelenderwijs, alsof het geen enkele moeite kost.’
Vanessa Ruiter, de groom van Totilas, werkt al zes jaar in de dressuurstal van Nicole Werner en Edward Gal. In het begin had Ruiter nog de verzorging van Lingh, het vroegere prijsdier van Gal, en ze heeft Totilas vanaf het begin meegemaakt. ‘Allebei zijn ze superlief.’
Als Totilas een streepje voor heeft, dan is het omdat hij minder hengstig is. Een mannelijk toppaard laat zich graag gelden, zo niet Totilas. Gehoorzaam aan de mensen die met hem werken en zelden of nooit een bijt naar andere paarden.
Gal: ‘Hij ziet er stoer uit, maar heeft een heel klein hartje.’ Jacob Melissen: ‘Paarden op dit niveau hebben een natuurlijke heetheid om tot een topprestatie te komen, Totilas niet. Hij is betrouwbaar en eerlijk.’
Sinds zijn entree in Hengelo heeft journalist Melissen hem alleen maar beter zien worden. Aanvankelijk was er de vrees dat de jonge Totilas de druk niet zou aankunnen, maar die lijkt hem juist uit te dagen.
Gal: ‘Op het EK in Windsor moesten we ’s avonds aan de bak. Moet je je voorstellen, zo’n entourage en dan letterlijk de schijnwerpers op zich gericht. Hij groeide alleen maar.’ De uitvoering werd beloond met een score van 90,700 procent, zo dicht bij de perfectie was een combinatie nog nooit in de dressuur geweest.
Met de amazones Adelinde Cornelissen en Anky van Grunsven, respectievelijk op Parzival en Salinero, werd het erepodium geheel Nederlands. Gedrieën waren ze eerder die week ook al het beste nationale team. Het uitzonderlijke talent van Totilas zegt ook iets over de ontwikkeling in de breedte.
Sjef Janssen, de bondscoach van de Nederlandse dressuurruiters: ‘Er dienen zich meer goede paarden aan.’ Melissen: ‘Totilas is een trendsetter voor de Nederlandse fokkerij. Zowel bij de spring- als de dressuurpaarden staat Nederland op dit moment bovenaan.’ Visser: ‘We zijn geen groot fokgebied, maar we leveren wel de topproducten.’
Willkommen im Zirkus schreef een Duitse tijdschrift vorige maand over de Nederlandse hegemonie op het EK. Het artikel suggereerde dat er roofbouw op Totilas wordt gepleegd: ‘Kennelijk is de tijd voorbij dat de dressuur een gymnastische oefening is om een paard gezond en langdurig inzetbaar te houden.’
Volgens Melissen en Janssen ligt kinnesinne ten grondslag aan het artikel. Janssen: ‘Dit is geschreven door een mevrouw die wil dat alles bij het oude blijft. Ze moet niets hebben van nieuwe technieken en trainingen.’ Melissen: ‘Van de 25 EK’s hebben de Duitsers er 23 gewonnen. Ze hebben te lang aan de top gestaan en zijn in slaap gesust.’
De Hanns-Martin-Schleyerhalle in Stuttgart voelde voor Gal daarom afgelopen weekeinde als het hol van de leeuw. ‘Maar bij het voorrijden heeft de jury kunnen zien dat we niets geks doen.’ De staande ovatie tijdens de uitvoering, hoogst ongebruikelijk in het klassieke dressuurland, kreeg zo extra betekenis voor Gal.
Met Totilas heeft hij een nieuwe standaard gezet in de beoordeling van de dressuur. Visser: ‘Dat heeft een sport ook nodig, op een gegeven moment moeten er grenzen worden verlegd.’ Ruiter en paard krijgen van hem de tijd en de ruimte om ermee door te gaan. Totilas wordt vooralsnog niet verkocht en evenmin ingezet als dekhengst.
De laatste activiteit, hoe lucratief ook, zou ten koste kunnen gaan van zijn prestaties in de ring. Het verleden leert dat de gedachten van een hengst in een wedstrijd nog wel eens afdwalen als hij zijn maagdelijkheid heeft verloren.
Verkoop zou natuurlijk nog aantrekkelijker zijn, al wil eigenaar noch ruiter de waarde van Totilas in geld uitdrukken. Gal: ‘Het is wat de gek er voor geeft.’ Insiders schatten dat op een bedrag van een paar miljoen.
Kees Visser beseft dat behoud van Totilas riskant is. ‘Er hoeft maar iets te gebeuren en het paard houdt alleen nog maar waarde als dekhengst. Maar de emotie van het bezit wint het voor ons.’
Na de Wereldruiterspelen, die over tien maanden worden gehouden in Kentucky, gaat het echtpaar Visser met Gal de toekomst van Totilas bespreken. Mogelijk wordt zijn sperma daarna wel te gelde gemaakt, want de Olympische Spelen laten nog even op zich wachten. Dit jaar komt Totilas nog in actie in Londen tijdens de International Horse Show.
Wat valt er in de toekomst nog te verbeteren? Jacob Melissen pijnigt zich hoorbaar het hoofd. Passage, piaffe, galop en draf zijn nagenoeg perfect. Alleen de stap is voor verbetering vatbaar, maar Melissen voelt zich bijna een kniesoor als hij daarover begint. Totilas is nu al zo goed dat hij er de tranen van in zijn ogen kan krijgen. In superlatieven uitgedrukt: fé-no-mé-naal.